Shereen El Feki – Seks en de citadel. Het liefdesleven in een veranderende Arabische wereld. Vertaald uit het Engels (Sex and the citadel: intimate life in a changing Arab world) door Edzard Krol. ISBN 978-90-4452-583-0, 412 pagina’s, € 22,95. Breda: De Geus 2014.
Studie naar de ‘geheime’, goed verborgen seksuele omgang tussen man en vrouw in de Arabische wereld.
Na ‘9-11’ leek vooral de Arabische wereld aan veranderingen toe. Terwijl de politieke bewegingen als vloedgolven door de straten gingen en jong en oud meesleepten in een drang naar omwentelingen, was er ook van alles aan de gang op ander terrein: binnenshuis. De seksuele relatie tussen mannen en vrouwen was aan modernisering toe. Althans, dat vonden vooral de vrouwen. De mannen vonden de status quo prima. Zij beweerden glashard dat de macht die zij uitoefenden hun door de profeet was opgelegd. Vrouwen moesten zich onderwerpen.
Shireen El Feki is in Engeland en Canada opgegroeid als dochter van een Egyptische vader en een Engelse moeder. Hoewel ze moslim is, is ze ook volledig westers georiënteerd en besluit ze zich te verdiepen in dat seksuele conflict dat al jaren voortduurt en jonge vrouwen ketent. Aanvankelijk is zij wetenschapper en vicevoorzitter van de Global Commission on HIV and the Law, een door de Verenigde Naties ingesteld orgaan. Later wordt ze journalist bij The Economist en schrijft daar onder meer over hiv. Hiv komt wereldwijd voor. Behalve, als ze de cijfers mag geloven, in de Arabische wereld. Dat kan niet, concludeert ze. Er wordt met de cijfers geknoeid om die sociaal acceptabel te maken. En dát is het raakvlak van waaruit ze besluit zich te verdiepen in het seksleven van de inwoners van de Arabische wereld. Mede door haar afkomst kan ze verboden sluiers oplichten.
Ze reist naar Egypte en besluit de verborgen verhalen, de klachten, en de zorgen te gaan optekenen uit de mond van vrouwen. Daarnaast gaat zij veelvuldig in gesprek met universitair geschoolden op het terrein van de seksualiteit: artsen, seksuologen, sociaal wetenschapers. Allen modern denkenden, die de ban niet hebben kunnen breken.
Lezend in dit boek bekroop mij regelmatig de gedachte: ‘Dit kán niet. Dit is onmogelijk. Het lijken de Middeleeuwen wel!’ Een deskundige zegt: ‘In de Arabische wereld zijn de seksuele rechten van de vrouwen een mijnenveld’. En een gynaecoloog verwoordt het zo: ‘De culturele kloof tussen oost en west gaat meer over Eros dan Demos’. Beide citaten tekenen duidelijk de sfeer die voor veel vrouwen hangt rondom het gevaarlijke ‘daarbeneden’ zoals seks wordt omschreven.
Maar er spelen veel meer dingen ‘daarbeneden’. Moeten dochters worden voorgelicht? Of breng je ze dan op ideeën? Moet een dochter worden besneden? Door een arts of door een daya, een vrouw uit het volk met ervaring? En moet een meisje maagd zijn tot haar huwelijk? Maar moet ze als onwetend meisje dan opeens op haar huwelijksdag door een vreemde (de door haar ouders uitgezochte man) worden verkracht?
Zo krijgen vrouwen te horen: ‘In plaats van seks te ontvangen moet je proberen een actieve partner te zijn. Wees beschikbaar om hem te behagen. Geef hem geen aanleiding om een keuze te moeten maken tussen jou en het hellevuur’. Met het laatste wordt prostitutie bedoeld. Met andere woorden: jonge vrouwen moeten in hun huwelijk seksueel actief zijn om te voorkomen dat hun man ‘de hort op gaat’.
Maar toch, kunnen die hoeren wel kwaad? Of zijn die op zijn tijd heel goed om de lust in te tomen? En wat moet de homo? De transseksueel? Voor zijn/haar geaardheid uitkomen of maakt dat de man of vrouw besmet? Moeten daarvoor wetten zijn, of valt seks niet in wetten te vangen?
Een vooruitstrevende sekstherapeute waarmee de auteur uitvoerig sprak, vertelde dat seks officieel nog wordt beschouwd als een zaak voor vrouwen die nog kinderen kunnen (moeten) krijgen. Zij vertelt: ‘Hoewel van vrouwen gewoonlijk verwacht wordt dat ze na de menopauze (in het Arabisch: al-aya’s of ara, eveneens het woord voor ‘wanhoop’) in seksuele winterslaap gaan, zijn sommige van mijn klanten al een behoorlijke tijd met pensioen’. Dat deze klanten haar alleen in het grootste geheim durven bezoeken, zal duidelijk zijn. Dus als oudere vrouwen niet willen dat hun man het excuus gebruikt dat ze oud en ‘seksueel dood’ zijn om het buiten de deur te zoeken zullen ze seksueel actief moeten blijven, want het is een gangbare opvatting dat een man nu eenmaal seks nodig heeft om gezond te blijven.
Vrouwen, dat blijkt uit dit hele boek, spelen altijd de tweede viool. Ze trouwen jong en nadat ze de vernederende ceremonie van het bebloede laken na de huwelijksnacht (vertoond aan de bruiloftsgasten als teken dat zij maagd was) achter de rug hebben, worden zij geacht binnen een jaar een kind te hebben. De pil is vrij verkrijgbaar, maar ze weten daar weinig van. Als ze ongesteld zijn kunnen ze niet zwanger worden. Dat is bekend. Maar in diezelfde periode worden ze dagelijks wreed anaal geneukt. Protesteren ze daartegen? Dan sturen ze hun man naar de hoeren en dwingen hem dus tot helledaden, hún verantwoording als hij zou sterven. Slaag krijgen ze als ze hem niet ter wille zijn. Dat is zijn recht en haar lot volgens de profeet.
Het is knap dat El Feki al die vrouwen aan het praten heeft gekregen. Dit boek maakt één ding bijzonder duidelijk: voor persoonlijke vrijheid op seksueel terrein zal langer moeten worden gestreden, dan voor vrijheid op politiek terrein. Want deze strijd woedt in het verborgene en er wordt nu al eeuwen geleden.
Shereen El Feki eindigt haar boek met diverse pleidooien van vooruitstrevende Egyptenaren, die alle als rode draad dragen: mensen moeten leren genegenheid te tonen, ze moeten leren zichzelf te zijn en vooral: ze moeten leren dat man en vrouw gelijk zijn. Eigenlijk staat er in het kort: de Arabische wereld is toe aan een seksuele revolutie.
Seks en de citadel werd in 2013 genomineerd voor de Guardian First Book Award. Mocht ik zulke prijzen maar geven!
Een buitengewoon boek. Tragisch, vrolijk, fascinerend en intrigerend.