Kunstenaars in de oorlog

GisèleSusan Smit – Gisèle. ISBN 978-90-488-1744-3, 510 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Lebowski Publishers 2013.

Kunst en liefde in de Tweede Wereldoorlog

Gisèle van Waterschoot van der Gracht is, zoals de titel al zegt, de centrale figuur in deze roman. Susan Smit heeft haar heel goed tot leven gebracht. Zij blijkt een bijzondere vrouw: begaafd als glazenierster en schilderes, bijzonder principieel, buitengewoon moedig en zeer loyaal voor haar vrienden. Bij Joep Nicolas in Limburg krijgt ze haar opleiding tot glazenierster en tevens wordt ze door hem ingewijd in de liefde. Ze ontmoet er ook de dichter Adriaan (Jany) Roland Holst. Het klikte direct tussen hen en Jany stuurde haar brieven en gedichten. Als kunstenares voelde ze zich verwant met hem, Susan Smit verwoordt dat als volgt: ze herkende het mythische denken waarvan Jany zich bediende, dat symboliek boven letterlijke betekenis stelt en het tijdloze boven het momentane. Gisèle en Jany krijgen een kortstondige verhouding, maar dat is niet zo’n succes. Wel blijven ze vrienden, soulmates, die met elkaar contact houden over hun kunst.

Mies Peters is een uit Bergen afkomstige actrice. Haar ouders bezaten het hotel De rustende jager. In het café aan de overkant, Het huis met de pilaren, zat regelmatig de dichter Roland Holst. Hij bezocht ook geregeld het hotel en zij bediende hem dan. Toen ze Jany later weer in Bergen ontmoette, was ze 23 jaar en getrouwd. Er ontstond een hartstochtelijke verhouding ondanks het leeftijdsverschil van 24 jaar. Hoewel ze intellectueel en artistiek verschilden, was er wel sprake van een wederzijdse vurige liefde. Na elke ontmoeting volgde steeds een lange periode van verwijdering, maar ze bleven elkaar ontmoeten. Het was ongetwijfeld de grote liefde van Jany, ondanks de verkeerde keuzes die Mies volgens hem maakte.

De toneelcarrière van Mies was niet geweldig, want ze speelde slechts bescheiden rollen. Zij speelde door in de oorlog, want ze had de inkomsten nodig. Ze kreeg toen bovendien wat grotere rollen door het wegvallen van veel acteurs.

Adriaan Roland Holst wordt in deze roman slechts zijdelings als dichter besproken. Hij wordt vooral geportretteerd als een verwoed vrouwenjager. Hij heeft zich nooit aan één vrouw kunnen binden, wel had hij kortstondige verhoudingen met misschien honderden vrouwen. De meeste vrouwen waren niet bestand tegen zijn geoliede verleidingstechnieken. In de roman wordt verondersteld dat zijn oplaaiend libido te maken had met de pijnlijke terugslagen die hij voelde nadat hij intens had gewerkt aan een dichtbundel. De leegte moest worden opgevuld.

Heel boeiend zijn de ontmoetingen van Jany met collega’s als Jan Jacob Slauerhoff, Eddy du Perron, Jacques Bloem, de acteur Eduard Verkade en de glazenier Joep Nicolas. Ontroerend is de beschrijving van zijn bezoeken aan de zieke en later stervende Slauerhoff.

Opmerkelijk is Roland Holsts houding tegenover  het opkomende fascisme in Duitsland en later tegenover de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Interessant is het te lezen hoe het toeging met de invoering van de Cultuurkamer. Roland Holst toonde zich principieel en moedig. In de oorlog was hij zelfs wat overmoedig, bijvoorbeeld als hij rondreisde zonder de goede papieren.

De Tweede Wereldoorlog speelt in deze roman een grote rol. Heel duidelijk komt naar voren dat iedere burger voor keuzes werd gesteld. Bij Mies zie je bijvoorbeeld dat ze als actrice doorspeelt, terwijl Verkade het theater verliet en genoegen nam met huiskamervoorstellingen. Haar echtgenoot Paul Metz koos voor de NSB en ging als vrijwilliger naar het Oostfront. Hij deed dat principieel, als felle tegenstander van het communisme. Hoewel Mies van hem scheidde, hield ze wel contact met hem. Ze toonde ook begrip. Mies zat wel vaker in de ‘verkeerde hoek’, want ze had een langdurige verhouding met een Duitse militair. Opmerkelijk is het dat de schrijfster dit slechts beschrijft en geen oordeel velt over de keuzes van Mies.

Susan Smit heeft met deze omvangrijke historische roman een doorwrocht werkstuk afgeleverd met een schat aan informatie. Mede vanwege de vorm en de heldere stijl is het tevens een heel boeiende roman. De zeer uitgebreide bronnenlijst getuigt van een grondige en degelijke voorbereiding. In het nawoord doet Smit uitgebreid verslag van haar research. Verwarrend blijft wel dat het gaat over personages die echt bestaan hebben en die met hun eigen naam genoemd worden. De feiten over hun belevenissen zullen absoluut kloppen, maar Smit beschrijft hun gesprekken en handelingen in detail. Ze heeft dus heel veel moeten verzinnen. Feiten en fictie, dat is soms een verwarrende combinatie.

Susan Smit koos er voor om de drie hoofdpersonen: Gisèle, Jany en Mies in afzonderlijke hoofdstukken vanuit hun eigen perspectief te beschrijven. Ze doet dat niet in de ik-vorm, maar in de hij/zij-vorm. Hiermee kruipen we niet echt in de huid van de personages, maar worden ze met enige afstand beschreven. Bij de vrouwen komen we dichtbij, maar de beschrijving van Jany is wat afstandelijker en anekdotisch, we krijgen zelden inzicht in zijn diepere zieleroerselen.

Gisèle is een heel rijk boek. Naast de boeiende verhaallijnen bevat de roman veel belangrijke informatie die de schrijfster zorgvuldig heeft verzameld.

Een echte aanrader, zeker voor geïnteresseerden in onze cultuur tijdens de Duitse bezetting.

Dit bericht is geplaatst in 'Faction', Alle Boeken. Bookmark de permalink.