Kantelpunt?

Mart Smeets – Gepakt. ISBN 978-94-91567-33-3, 253 pagina’s, € 14,95. Amsterdam: De Kring 2012.

Smeets over het ‘schone’ en het andere wielrennen.

Laat er geen misverstand over bestaan. Ik geniet van de optredens van de vakman Mart Smeets op televisie rondom grote sportevenementen en lees zijn boeken graag. Wat betreft dopingbeschuldigingen ben ik het helemaal met hem eens: niemand is schuldig tenzij dit onomstotelijk is bewezen. Regelmatig heeft Smeets sportmensen over dit onderwerp bevraagd, ook Lance Armstrong, maar moest met hun stellige ontkenning genoegen nemen.

Het is nog geen twee jaar geleden dat ik The Lance-factor las en recenseerde. Ik noemde het ‘een knappe poging tot duiding van het raadsel Armstrong’. Inmiddels is er veel water door het Spaarne, waaraan Smeets zou wonen, gestroomd en is Armstrong van zijn voetstuk gevallen. In juni 2012 werd de 7-voudige Tour de France-winnaar door het Amerikaanse dopingbureau USADA officieel aangeklaagd wegens dopinggebruik en voorlopig geschorst. Armstrong besloot de zaak niet aan te vechten, waarop hem al zijn zeges in de Tour werden ontnomen en in januari 2013 gaf de renner toe zijn Tourzeges te hebben behaald met behulp van epo, bloedtransfusies, cortisonen, groeihormonen en testosteron.

Ik kan mij voorstellen dat de lezers van het Armstrongboek behoefte hebben aan verdere duiding waarin de kennis van nu wordt verwerkt. Een tweede herziene druk? Dat zou mooi zijn, maar Smeets is inmiddels van uitgever veranderd en dopingboeken worden slecht verkocht.

In plaats daarvan heeft Smeets dit nieuwe boek geschreven. In de inleiding lezen we dat hij in het afgelopen jaar ‘veel rottigheid uit het putje van de samenleving’ heeft zien en horen opborrelen. Ook zelf kreeg hij veel verwensingen naar zijn hoofd. Hem werd vooral veel kanker – misschien vanwege de associatie van Armstrong met die verschrikkelijke ziekte – en andere ziektes toegewenst. Smeets doet het dan wel af met ‘algemene straatdomheid’, maar het steekt hem wel.

Veel domme mensen associëren blijkbaar Mart Smeets met het dopinggebruik van Armstrong en anderen. Smeets vraag zich in gemoede af waarom hij van ‘vuil tuig te horen kreeg dat hij de naald in het achterwerk van alle profrenners en zeker in dat van Lance Armstrong had gestoken’. Anderen verweten Smeets dat hij het dopinggebruik nooit had aangekaart en de renners had verdedigd. Hij toont in dit boek aan dat dat niet waar was. ‘Alle hardwerkende wielersportjournalisten hadden het slechte nieuws niet compleet kúnnen brengen omdat de wielerwereld al die jaren het deksel op de put hield en de hele wereld bedroog. Pas toen de Amerikaanse federale agenten eraan te pas kwamen, lukte het die verdomde omerta te doorbreken’. Smeets citeert met instemming de Amerikaanse columnist Joel Stein: ‘Cycling is an elite cheating sport.’ Het échte leven van veel renners blijkt later heel anders te zijn verlopen dan de buitenwereld waarnam. In het tweede deel van het boek laat Smeets zien wat hij destijds zag en wat hij nu weet.

Maar eerst behandelt hij het ‘schone’ wielrennen, ‘romantische’ verhalen met ‘iets meer’, zoals hij nog steeds graag publiceert en die verslonden worden door zijn fans. En daar zijn juweeltjes bij, zoals over de vetes tussen Peter Post en Jan Raas, over het ontroerende einde van Laurent Fignon, over de Tourtouriste in het geel die een massale valpartij veroorzaakte, over de journalist Frans Nypels, één van Marts leermeesters, over een merkwaardig wielergebeuren op Curaçao, over het verslaan van de wegwedstrijd van het wereldkampioenschap wielrennen in 2011 in Kopenhagen en nog veel meer.

Het tweede deel The owls are not what they seem, of wel ‘niets is wat het lijkt’, bevat een aantal eerder gepubliceerde verhalen over, uiteraard, Lance Armstrong, Jeannie Longo en Claudia Pechstein, Alberto Contador, Mario Cipollini, Michael Rasmussen, George Hincapie en anderen. De toon was als altijd kritisch, maar nooit beschuldigend. In korte naschriften vermeldt Smeets waar nodig wat er sinds de originele publicatie over het dopinggebruik van de besproken sporter bekand is geworden. Daarnaast bespreekt hij het ‘verbijsterende’ boek De wielermaffia van Tyler Hamilton en Daniel Coyle en Wie gelooft die coureurs nog. Doping? Doping Doping… van Hans Vandeweghe, ‘een aimabele, deskundige journalist uit België’. Verder laat Mart in een open brief aan Lance Armstrong (december 2012) weten dat hij zich door hem besodemietert voelt, verwijt hij Thomas Dekker dat hij gelogen heeft en geeft hij Danny Nelissen een flinke tik op de neus voor zijn bewering dat Smeets ‘alles wist en niets heeft gezegd’. Smeets voelt zich hier duidelijk, en voor zover ik het kan beoordelen terecht, in zijn persoonlijke integriteit en professionaliteit aangepakt.

In een slotbeschouwing trekt Smeets het bedrog in de sport breder door te wijzen op de bedriegende Franse minister Cahuzac, nota bene minister van Begroting, die overigens minder publiciteit kreeg dan Armstrong, de bouwfraude en zichzelf verrijkende leidinggevenden in Nederland, de vleesindustrie. ‘Liegen en bedrog. Ontkennen en de kluit belazeren… We zien het allemaal steeds meer om ons heen. Niet alleen wielrenners, ook zakenmensen, bankiers, voetballers, politici, artsen, geestelijken, hardlopers, professoren… iedereen doet eraan mee.’

Smeets concludeert dat hij in veel gevallen niet genoeg geweten heeft om het openbaar te maken. ‘Daarvoor was de wielerwereld veel te slim en te slecht’.

Ook dit boek van Mart Smeets heb ik weer met veel interesse en veel plezier gelezen. Het heeft me bovendien iets meer laten snappen van die toch zo ondoorzichtige wielerwereld.

Wederom een must voor wie (nog steeds?) van Smeets houdt.

Aan dit boek werd tevens ruim aandacht besteed in de boekenrubriek LeesKost van het programma PuurCultuur op MeerRadio (woensdag 22 mei 2013). Klik op Gepakt om dit te beluisteren.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Sport, Wielrennen. Bookmark de permalink.