Thuisland

Staat je identiteit los van de plaats waar je wieg stond?

Twee familiegeschiedenissen waarin de oorlog een eigen rol speelt.

Als de alleenstaande Geeske Broos in 1913 van dochtertje Diewerke bevalt kost haar dat het leven. De kleine meid wordt als buitenechtelijk kind in het Blauwe Weeshuis geplaatst. Tien jaar later meldt zich een echtpaar uit Leeuwarden, verre familie van haar moeder, om het meisje op te eisen. Ze hebben zelf hun dochter verloren, Dieuwerke – haar naam wordt ‘verfriest’ tot Dieuwke – moet haar plaats innemen. Tot adopteren komt het niet, daar is ‘Tante’ op tegen. Het meisje wordt in het keurslijf van een keurige jeugd gedwongen, maar haar karakter zoekt uitwegen want ze is avontuurlijk en driftig van aard. Ze trouwt met een jongen van eenvoudige komaf, Marten. Als in 1938 hun zoon Jork wordt geboren neemt Dieuwke zich voor al haar liefde aan dit kind te schenken.

Else wordt in Berlijn geboren in 1926. Haar moeder Marie heeft dan al een turbulent leven achter de rug. Ze is oorlogsweduwe, heeft een zoon, Kurt, en leeft samen met een getrouwde man. Voor haar huwelijk speelde ze mee in een band. Marie neemt Else mee naar Wenen, maakt een Freudenflug met haar boven die stad, toentertijd een groot avontuur. Maar Duitsland komt in de ban van Hitler en de nazi’s roeren zich hevig. In 1938 vindt de Kristallnacht plaats en het leven wordt onhoudbaar voor de Joodse inwoners van het land. Marie, zelf afkomstig uit een ander land, heeft begrip voor de nood van deze mensen en ontfermt zich over een Joodse familie die op de vlucht is voor de Gestapo.

Twee vrouwenverhalen, ze lijken ver van elkaar af te staan. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog buigen álle landen onder misdaad en terreur. Nederland wordt weliswaar bezet door Duitsland, maar de geest van de mensen wordt niet bezet. Dieuwke en Else laten zich niet gek maken en trekken hun eigen plan. Ze leven hun eigen leven, naar eigen geweten en goeddunken, tijdens en na de oorlog. Hun dochters Fenna (1944) en Margaret (1951) zijn het levend bewijs daarvan.

Auteur

Rita Knijff-Pot (1949) studeerde Klinische Chemie en Microbiologie in Eindhoven en werkte daarna aan de Universiteit van Utrecht bij de faculteit Wis- en Natuurkunde. Ze deed een deeltijdstudie Grafiek aan de Kunstacademie Rotterdam. Ze volgde de Schrijversvakschool in Amsterdam en de opleiding Journalistiek aan de HBO Utrecht. Onder het pseudoniem Mara Matlung publiceert zij poëzie. In 2011 debuteerde zij met Spaans meisje op Ameland.

 

 

De auteur ontmoette in 2016 Fenna – een alias –  de dochter van Dieuwke. Die vertelde dat haar ouders in 1953 waren geëmigreerd naar Australië. De dochter keerde later terug. Via Fenna kwam Knijff-Pot Margaret, Elses dochter, op het spoor. Margaret had haar hele familiegeschiedenis bewaard, brieven, foto’s, nagelaten notities. De auteur begon Margaret na veelvuldig mailcontact via Skype te interviewen. Kernpunt van die gesprekken werd steeds meer: hoe belangrijk is de plaats waar je geboren bent voor je latere identiteit? Uit de antwoorden die zowel Fenna als Margaret daarop gaven, ontstond Thuisland.

Tot dusver een boeiend gegeven. En Knijff-Pot kan zeker schrijven. Probleem wat ik heb met haar schrijfstijl is dat ze zo ‘ademloos’ schrijft. De gebeurtenissen volgen elkaar in een adembenemend tempo op, de lezer raakt buiten adem als hij/zij de dingen wil volgen. Daar komt bij dat de auteur bijzonder weinig ruimte geeft aan dialogen, discussies, vragen en antwoorden, stiltes, al die pauzes die een boek ‘ruimtelijk’ maken en een tekst zo aangenaam om te lezen.

Het gevolg is dat het boek merendeels bestaat uit pagina’s ‘platte tekst’. Bij de krant waar ik decennia werkte werd er aangedrongen op het gebruik van alinea’s, tussenkoppen, witregels, alles om die platte tekst te vermijden die de lezers af zou stoten. Platte tekst was voor essays en wetenschappelijke artikelen.

Ik vrees dat iemand die in een boekhandel staat te ‘neuzen’ alleen al om die reden dit goedgeschreven boek terzijde legt. Jammer, want het verdient meer.

Rita Knijff-PotThuisland. ISBN 978-94-6338-893-1, 467 pagina’s, €22,95. Soesterberg: Uitgeverij Aspekt 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.