Kroniek van een dorpsjongen

Een levensverhaal

Meer dan louter erotiek.

Deze roman vertelt het leven van de ik-persoon, Frederik Brocard, opgegroeid in een zwaar gereformeerd milieu in een voormalig vissersdorp. Het begint met een kort verblijf op de bewaarschool en eindigt als krasse knar, die zich bezighoudt met vrijwilligerswerk. Hij beschrijft de buurt waarin hij opgroeide en zijn verblijf op de lagere school. Later zou hij jarenlang in Frankrijk verblijven. Alles wat hij interessant genoeg vindt om te vertellen komt aan de orde.

Auteur

Pieter Wouter Broekharst (Maassluis, 1943) schreef en publiceerde met wisselend succes al vanaf zijn jeugd gedichten, korte verhalen en andere teksten. Na werkzaam te zijn geweest in chemische laboratoria rolde hij op 58jarige leeftijd de zorg in. Op 65-jarige leeftijd volgde hij de opleiding verpleegkunde die resulteerde in zijn debuutroman SCHIZONIA (2018), gebaseerd op mensen met een mentale stoornis. Ondanks zijn gevorderde leeftijd werkt hij nog steeds in  de wijkverpleging. ‘Mijn ontspanning is het schrijven van verhalen’. Een aantal van die verhalen is inmiddels gepubliceerd, waaronder deze min of meer autobiografische roman.

Op het omslag van dit boek staat een wulpse blote schoonheid. Betreft het hier een erotische roman? Het boek bevat zeker een aantal aanstekelijk beschreven seksuele passages, niet hoogdravend, maar absoluut niet plat en goed geïntegreerd in het verdere verhaal.

Met uitzondering van de proloog volgt de auteur de hoofdpersoon op de voet. Zijn levensloop wordt in chronologische volgorde beschreven. Zijn verhouding tot familie, vrienden, buren, onderwijzers en geliefden wordt met vlotte pen en lezenswaardig beschreven. Je leeft met Frederik mee. Het begint al op de lagere school bij een aanvaring met juffrouw Knol, een zeer onvriendelijke potentaat, die met behulp van Freddie’s oudere broer terecht met open bloes te kakken werd gezet. Niet geheel tot ongenoegen van het Hoofd der School.

Heel herkenbaar is het stuk over voetballen op straat en de verschillende houding van de diverse politieagenten daartegenover. Datzelfde geldt voor de beschrijving van de jaarlijkse aubade op Koninginnedag.

Ontroerend is het stuk over zijn opa en diens dood. Ook vriendjes en kwajongensstreken worden vlot beschreven. Tijdens een ‘leuke en gezellige zomer’ krijgt hij als twaalfjarige zijn eerste seksuele ervaringen met Chrissy. Ze bekijken elkaars lichaam en experimenteren een beetje op een ongedwongen manier.

‘Mag ik jouw piemel eens zien?’ … Nou ben ik niet preuts uitgevallen en dus tilde ik mijn billen omhoog en schoof mijn onderbroek naar beneden tot ik met mijn blote billen in het gras zat…’Tjeetje, wat een leuk slingereslangetje. Mag ik hem even vasthouden?’ Zonder mijn antwoord af te wachten sloot ze haar warme hand om mijn piemel, waarvan de recentelijk aangevangen groei doorzette.   

Freddie beschrijft hoe hij op een gegeven moment enigszins tegen wil en dank werd ontmaagd door mijn oud-klasgenote Truussie. Met Rian kreeg hij ‘lage rugpijn’ en de smaak te pakken. Helaas kreeg het kind opeens een vlaag van ‘fanatieke religieuze verstandsverbijstering’. Toen kwam Lina, totdat Haar moeder een einde aan de relatie maakte.

Het begint op een schelmenroman te lijken als Freddie bij een vriend gaat logeren en daar zowel diens zusje ontmaagdt als hun moeder bevredigt. De inmiddels verloofde Trussie komt opeens langs voor een beurt en hij gaat zich langzamerhand een onbezoldigde gigolo voelen.

Na enkele mislukte relaties schakelt hij een relatiebureau in, wat verschillende hilarische passages oplevert. Een dame die er wel pap van lust zorgt ervoor dat hij smacht ‘naar wat verzachtende zalf voor mijn murw gebeukte en gesopte geslachtsdeel.’ Ook een ontmoeting met een nimfomane blijft een eenmalige ervaring.

Als hij voor zijn werk in Parijs verblijft wordt hij verliefd op Nathalie, wat helaas tragisch afloopt. Teruggekeerd in Nederland ontmoet hij Lana, die ‘mij door de nasudderende rouw om Nathalie heen hielp. Zij werd de liefde van zijn leven en samen trokken ze naar Parijs, waar ze jarenlang gelukkig waren. Na zijn pensionering – Lana was vlak daarvoor overleden – verhuist hij terig naar zijn geboortedorp. Daar raakt hij bevriend met buurman Bob, een andere vrolijke oude knar en koopt een piano.

Na een hernieuwde ontmoeting met Rian gaan ze samen voor een weekje naar Parijs. Dit is heel ontroerend beschreven.

En dan zijn we aangeland bij het slot van het boek. Freddie besteedt zijn tijd aan vrienden, buren, pianospelen en lezen. Hij is weer thuisgekomen.

Ik heb dit vlotgeschreven en boeiende levensverhaal in één adem uitgelezen. Chapeau!

Pieter Wouter Broekharst – Kroniek van een dorpsjongen. ISBN 978-94-6443-313-5, € 19,95. Maassluis: Eigen beheer 2022.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Erotiek. Bookmark de permalink.