Franciska’s onschuldige aarde

Over leven en overleven

Ciska, mijn moeder.

1911. ‘Negen dagen na de geboorte van zijn vierde kind, Ciska, hoorde Sieger van der Laan op de Koninginnedag-kermis in Leiden dat zijn huis in brand stond. Terug in zijn straat trof hij een smeulende puinhoop en een massa mensen. Het samengedromde volk maakte zwijgend ruimte om hem het volle zicht op de treurnis te bieden’. Negen dagen had een klein meisje in vrede mogen leven, en al waren haar ouders Sieger en Maria, haar broertje Siem noch haar zusjes Marie en Antje gewond, het lijkt erop dat het kind sinds die tijd door problemen achtervolgd wordt. Het gezin verhuist in 1914 naar Haarlem. Franciska, Ciska, Fransie – al wie haar benoemde – groeide redelijk voorspoedig op, zij het dat van jongs af aan armoede vaste gast is in het gezin van haar ouders. Als zij 12 is krijgt ze een dienstje, als zij 15 is een betrekking: een dienstje voor dag en nacht. Daar ontmoet zij via de baker van het gezin in 1927 Bram, zestien jaar oud, net als zij. Bram heeft grootse plannen: hij wil studeren om tuinarchitect te worden en Fransie gelooft er heilig in dat hij daarin zal slagen. De twee trouwen al jong, de toekomst lacht hen toe. Maar de geschiedenis wil anders. Bram is fysiek niet sterk, de crisis zorgt voor armoede en als Fransie eenmaal kinderen krijgt blijkt zij dat geestelijk niet aan te kunnen. Zij komt in een zware depressie terecht en moet keer op keer worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Amper weer thuis ligt de volgende klap na een nieuwe zwangerschap wéér op de loer. Haar kinderen Cees, Marietje, André en Piet worden nog vóór de oorlog geboren. Vader Bram overlijdt na een operatie in 1939. Fransie blijft met vier jonge kinderen achter en verliest de gehele regie over zichzelf en haar gezin, reddeloos, redeloos, radeloos.

Auteur

Piet van Sabben (1938) is de jongste van Fransie’s kwartet. Hij volgde tot zijn zestiende dagonderwijs. Daarna combineerde hij allerlei baantjes met avondstudies. Hij was schoolmeester, veilingmeester en ‘rechten’-meester ofwel jurist. Sinds de jaren zeventig schrijft hij verhalen en gedichten. Franciska’s onschuldige aarde is zijn eerste ‘grote’ boek.

Uit voorgaande tekst is duidelijk dat Van Sabben niet alleen over zijn jeugd schrijft, al komt die verderop in het boek wel degelijk ter sprake. maar dat vooral het leven van zijn moeder  ter sprake komt. Haar moeizame jeugd in armoede, haar kwellende weduwe-bestaan, haar tweede huwelijk met de vriendelijke Hannes… Van 1911 tot 1956 volgt de auteur zijn moeder, van klein meisje tot vrouw die eindelijk het leven weer toe kan lachen. De strijd tegen de depressies lijkt eindelijk gestreden, ze kan weer verder, omringd door familie.

Van Sabben schrijft enigszins traag, maar dat stoort nergens, want dat hoort bij de tijd die hij beschrijft. En her en der weet hij snaren van ontroering te raken. Uw recensent kreeg zelfs even een traan toen de broers van de jonge weduwe hun zus en haar gezin verrasten met een kerstboom en cadeautjes omdat ze niet konden velen dat de dood van vader Bram iedereen in de greep zou houden en voor een sombere zwarte kerst zou zorgen. Prachtig en liefdevol beschreven. Zo zijn er meer van die scenes. Complimenten voor de auteur dat hij die toets weet te raken.  

Een heerlijk boek. Vooral voor degenen die houden van histoire contemporaine en de tijd nét even daarvoor, die van hun eigen ouders, hun eigen jeugd in de jaren vlak na de oorlog.

Piet van Sabben – Franciska’s onschuldige aarde. ISBN 9-789-4636-5485-2, 557 pagina’s, € 29,50. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2022.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Cultuur, Geschiedenis. Bookmark de permalink.