70 jaar een vrolijk weekblad

Donald Duck voor jong en oud

Jeugdsentiment, gewoon genieten of allebei?

Het allereerste nummer

Eind 1952 deed het eerste nummer van Donald Duck zijn entree in ons ouderlijk huis. Ik had net leren lezen en verslond hem. Mijn ouders gaven me direct een abonnement cadeau. Iedere donderdagmiddag rende ik uit school naar huis, waar de bladenman het allernieuwste nummer had achtergelaten.

Enkele maanden later lag mijn vader zwaar overspannen op bed. De oorlog en het harde werken daarna voor de zich in rap tempo ontwikkelende scheepvaart van en naar Rotterdam eisten hun tol. Hij zei tijden geen boe of ba. Zo gauw ik de Donald Duck uit had neem ik hem mee naar de ouderlijke slaapkamer en las ik het hele nummer aan pappa voor. Dat hij niet reageerde ontmoedigde me niet. Uiteindelijk kwam hij weer bij de mensen (Hij mocht gelukkig een hoge leeftijd bereiken.)

De DD was voor mij een eerste kennismaking met de wereldliteratuur. Al in de allereerste nummers stonden de vervolgverhalen Robin Hood en Schateiland (met tekeningen van Hans G. Kresse). Ook als middelbare scholier las ik het blad nog steeds. Daarna ging ik op kamers. Het was voor mij een ontgoocheling toen mijn ouders het abonnement hadden opgezegd. Zo gauw onze oudste kinderen konden lezen zorgden we ervoor dat het blad elke week op onze deurmat plofte. Oude jaargangen die we hebben laten inbinden zijn nog steeds populair bij de kleinkinderen.

Tentoonstelling en catalogus

Binnenkort viert ons vrolijk weekblad zijn 70-jarig bestaan. Een mooie reden voor het Museum of Comic Art (MoCA) in Noordwijk aan Zee, dat zichzelf het stripmuseum van Nederland noemt, om een overzichtstentoonstelling te presenteren van meer dan dertig tekenaars die in de afgelopen jaren voor Donald Duck werkten. De prachtig geïllustreerde tweetalige catalogus, uitgegeven in een gelimiteerde oplage van 750 exemplaren, is niet alleen een fijne herinnering aan de tentoonstelling, maar ook ‘op zichzelf’ een fantastisch hebbedingetje voor geïnteresseerde fans, die een uniek kijkje achter de schermen krijgen van het maken van hun favoriete blad in heden en verleden.  

Het prachtige cover met alle bekende stripfiguren is van de hand van Daan Jippes en werd ingekleurd door striptekenaar van het jaar Gerben Valkena. Het is überhaupt interessant om te zien hoe een strip tot stand komt en wordt ingekleurd.

Carl Barks

Een belangrijke plaats is ingeruimd voor Carl Barks, de man die niet alleen Oom Dagobert (Uncle Scrooge) en Guus Geluk bedacht, maar ook verantwoordelijk was voor het ontstaan van Duckstad.

Donald Duck moge van Amerikaanse oorsprong zijn, maar veel Nederlandse tekenaars en tekstschrijvers hebben bijgedragen aan de spannende of komische avonturen van Donald, Kwik, Kwek. Kwak, Oma Duck, Katrien, Oom Dagobert, de Zware Jongens, Goofy, Lampje, de Grote Boze Wolf en vele anderen. Onze Donald Duck is al vanaf de jaren zeventig één van de grootste producenten van Disneymateriaal. De Tom Poes ballonstrips mogen natuurlijk niet onvermeld blijven.

Wie opgegroeid is met het blad en/of geïnteresseerd is in achtergrondinformatie komt ruim aan zijn of haar trekken. Een must voor alle fans van Donald en zijn vriendjes.

Binnenkort een collector’s item?

70 jaar een vrolijk weekblad / 70 years of Dutch Disney Comics. 168 pagina’s, € 29,95. Noordwijk aan Zee: MoCA 2021.

NB De tentoonstelling 70 jaar Vrolijk Weekblad Donald Duck is nog t/m 30 oktober te zien in het Moca te Noordwijk aan Zee. Zie verder https://www.museumofcomicart.nl/

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis, Stripboek. Bookmark de permalink.