De eenzame schaatser

De Elfstedentocht van 18 januari 1963

De Tocht der Tochten in een poollandschap.

Vijf is de kleine Wim Brouwer, ’t zeuntie van de dokter’, als hij op de wieken van Elim, zijn dorp, voor het eerst op de schaats wordt gezet. Houten schaatsjes heeft hij, pas na een paar jaar komen de lange houten doorlopers. Wim verbaast zich over de wereld. De buurvrouw en andere dorpsgenoten staan allemaal op het gevaarlijke water van de wieken, dat nu opeens hard is geworden. Je kunt erop glijden, het is een regelrecht wonder. Zo begint Wims schaatsleven.

Als hij vijftien jaar later door Friesland rijdt, urenlang op zichzelf aangewezen, denkt hij terug aan die eerste tochtjes over de wieken bij Elim. Het is 18 januari 1963, Willem Brouwer rijdt de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht. Het is min 18 graden Celsius,  de strengste winter die we in Nederland ooit beleefden. Reinier Paping komt als eerste aan. Maar ook Willem Brouwer levert een uitzonderlijke prestatie. Van de 568 wedstrijdrijders halen slechts 57 de finish. Van de 9294 toerrijders – onder wie Willem – kunnen slechts 69 rijders het Elfstedenkruisje in ontvangst nemen. Willem is een van hen.

Voor Willem Brouwer, is deze Elfstedentocht op meer manieren gedenkwaardig. Niet alleen schaatst hij een groot deel van de 200 kilometer alleen over het abominabel slechte, sneeuw- bestoven ijs dat gevaarlijk vol scheuren en kwalsterijs zit, hij denkt ook terug aan zijn jeugd, aan het dorp waar hij groot is geworden. Hij heeft met een vriend van hem, Kors, flink getraind voor deze schaatstocht. Ze staan samen aan de start. Maar Kors mist een stempelpost en Willem gaat alleen verder.

Zijn prestaties maken indruk op een medestudente, het Elfstedentochtkruisje is de start van een leven vol geluk met haar. Geluk overigens met een treurig eind. Want als Willem als tachtigjarige zijn herinneringen aan deze eenzame schaatstocht op papier zet, is de studente van toen overleden. Zijn Tineke, die hij jarenlang, nadat ze begon te dementeren tot haar dood, vol liefde heeft verzorgd.

Auteur

Willem Brouwer (1941) studeerde geneeskunde aan de RU in Groningen. Hij specialiseerde zich – met zijn vrouw Tineke – in Amsterdam aan het OLVG: hij werd gynaecoloog, zij anesthesioloog. Na hun specialisatie gingen zij beiden aan het werk in een ziekenhuis in Leeuwarden. Na zijn pensionering in 2007 bleef hij aan het ziekenhuis verbonden als kwaliteitsfunctionaris. Tineke overleed in 2020.

In 2018 verscheen zijn debuut Gooi me niet weg, in 2020 gevolgd door Ken je me nog. Beide boeken gingen over het leven van Willem en Tineke nadat zij ging dementeren en Willem voor haar bleef zorgen.

Ook in De eenzame schaatser speelt Tineke een rol. Dat is niet alleen omdat hij na die tocht zijn leven met haar ging delen, maar ook omdat zij nét overleden is en nog continu door zijn hoofd speelt. Dat maakt dit boek niet tot een treurzang. Integendeel. De lezers – en Tineke met hen – zijn toeschouwer bij de Tocht der Tochten, voelen bijna de huiveringwekkende kou, ondergaan de eenzaamheid van het schaatsen, het doelgericht dóórgaan, koste wat het kost dat einddoel willen halen. De kou kruipt de lezer mee in de botten. Schitterend beschreven.

Willem Brouwer bewijst met dit derde boek opnieuw dat hij een zeldzaam goed schrijver is. Buitengewoon, dit talent.

Willem Brouwer – De eenzame schaatser. De Elfstedentocht van 18 januari 1963. ISBN 978-90-8311-457-6, 187 pagina’s, €20,00. Maassluis: Uitgeverij De Brouwerij 2022.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.