Alles is terloops

Terug-treurend egodocument

Leven draait om afscheid nemen.

Johanna komt op haar 49ste in een psychiatrische kliniek terecht. Op aanmoediging van zuster Karin begint ze te vertellen over haar leven, in de verwachting dat ze daardoor zal ontdekken wat haar ziek heeft gemaakt. Flashbacks zijn het gevolg, in het boek in cursief gedrukt.

Iedereen die halverwege de rit van het leven zit ziet als hij/zij terugkijkt dingen die ánders hadden gemoeten, die beter hadden gekund, die nooit hadden mogen gebeuren. Maar tijdens die terugblik ziet hij ook, hóe dat heeft kunnen gebeuren. Want soms werd er al in de opvoeding, door heel goedwillende ouders, een kleine weg ingeslagen die voor het kind de hoofdweg wordt. Zoiets ziet ook Johanna als ze terugkijkt.

Haar avontuurlijk aangelegde ouders hebben hun gezin over de hele wereld meegenomen. De kinderen – ook Johanna – moesten overal weer aarden en dan later weer afscheid nemen. Dat laatste hakte erin. Johanna durfde zich niet meer te hechten, bang voor het latere afscheid. Zo blijft zij buiten de groep staan. En als zij volwassen is is ze nog steeds een buitenbeentje, een kind op volwassen leeftijd, dat niet weet waar het eigenlijk thuishoort. Als ze als volwassene in contact komt met vluchtelingen springt er een vonk van herkenning over. Zij besluit hen te gaan helpen. Maar als zij kort daarna Q-koorts krijgt en in een burn-out geraakt stort zij in. Lichamelijk én geestelijk.

Auteur

Saskia Harkema (1961, dr. S Harkema, sociologie MBA Bradford, PhD Nyenrode) is mensenrechtenactiviste, trainer en coach en her en der gevraagd gastspreker. Ook werkt ze met vluchtelingen via de door haar opgezette stichting Faces of Change. Ze schreef in 2018 Blijven of gaan? een boek over Syrische vluchtelingen.

Dit boek is een roman, geïnspireerd op het turbulente leven van de schrijfster zelf. De titel Alles is terloops vat de hele inhoud samen. Niets duurt levenslang, er komt altijd een afscheid. Het is zaak de manier van leven daarop in te stellen.

Saskia/Johanna heeft deze vaardigheid niet geleerd. Als zij door een slepende ziekte als Q-koorts wordt getroffen komt zij door langdurige vermoeidheid in bed te liggen. Dát is het moment waarop ze gaat terugdenken en geestelijk gaat malen en daardoor psychisch ook van het pad afraakt.

Het boek is niet echt boeiend. De toon is nogal zeurderig. Dreinerig bijna. Bovendien: wie in de tegenwoordige tijd schrijft, krijgt met regels te maken die niet gelden voor het schrijven in de verleden tijd. Neem:  ‘Voorzichtig zie ik de ogen van mijn broer opengaan’. Een voorbeeld uit vele. Niet alleen zie je niet voorzichtig, maar de rest van die zin is al even krankzinnig. In de ik-vorm schrijf je dan: ‘Mijn broer opent zijn ogen’. Het boek hangt aan elkaar van dergelijke onzinnige zinnen.

Nog een opmerking over de vijf paginagrote illustraties. Op pagina 13 kondigt Saskia/Johanna aan dat ze over haar kindertijd gaat praten. Daarbij staat een tekening van een peuter die op een kwaadaardige kobold lijkt. Ook de andere illustraties wijzen niet op groot tekentalent. De naam van de tekenaar – Sybolt Harkema – doet vermoeden dat deze een familielid van de auteur is. Soms moet een meisje ‘nee’ zeggen als haar iets wordt aangeboden.

Al met al een zeer matig boek. Laat de hooggeschoolde auteur zich bij haar vluchtelingen houden. Dan is ze nuttiger bezig dan wanneer ze een boek als dit schrijft.

Saskia Harkema – Alles is terloops. ISBN 978-94-9293-949-4. 159 pagina’s. €20,00. Amsterdam: Futoro Uitgevers 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autofictie. Bookmark de permalink.