Oorlogsgesprekken. De erfenis van bezetting en bevrijding

De blijvende invloed van de Tweede Wereldoorlog

Bekende Nederlanders vertellen over de invloed de Tweede Wereldoorlog op hun grootouders, ouders en op henzelf.

De schrijvers benaderden dertig bekende Nederlanders voor een vraaggesprek over de invloed die de Tweede Wereldoorlog op hen heeft gehad. Zij hadden te maken met de oorlogservaringen van hun ouders en grootouders. De geïnterviewden hebben verschillende achtergronden. Zo gaat het over het verzet, Jappenkampen, foute vaders, Roma en Sinti, Molukkers, Auschwitz, maar ook de gewone Nederlanders met hun verhalen over de oorlog.

Van de ondervraagden werden gelegenheidsduo’s gevormd. Een nieuwe, originele vorm. De duo’s bevragen elkaar en de auteurs geven commentaar. Zo ontstaan verrassende en levendige artikelen. Daarnaast bevat het boek ook vier solo-interviews.

Auteurs

Leonard Ornstein (1955) studeerde sociologie en werkte onder andere voor Het Parool, Vrij Nederland en Buitenhof. Hij is politiek journalist bij de VPRO en schreef verschillende boeken, onder meer Frits Bolkestein, portret van een liberale vrijbuiter en De jonge Fortuyn.

 

 

 

Larissa Pans (1976) is historicus en werkte onder andere voor NRC en Trouw. Zij is auteur van Onbeperkt vruchtbaar, een zoektocht naar de maximale houdbaarheidsdatum van het moederschap.

 

 

 

 

Eén van de opmerkelijkste gesprekken is dat met Gerrit Jan Wolffensberger. Heel lang hield hij verborgen dat hij de zoon is van een van de bekende Nederlandse verzetsheld Gerrit Jan van der Veen. Gerrit Hij heeft zijn vader nooit gekend, want op 10 juni 1944 werd deze gefusilleerd in de Overveense duinen. Diens op 9 augustus geboren zoon kreeg de voornaam van zijn vader en de achternaam van zijn tweede vader Willem Wolffensberger.

Wonderlijk genoeg had Gerrit Jan weinig bewondering voor zijn vader. Zijn verzetsdaden waren zeer risicovol. Eén van zijn laatste acties was de overval op de Weteringsschans om zijn vrienden te bevrijden, een bijna suïcidale actie. Gerrit Jan is wel trots dat zijn vader de Persoonsbewijzencentrale heeft opgezet die duizenden mensen aan valse papieren heeft geholpen. Pas in de laatste jaren is hij zijn vader gaan waarderen.

Een groep die niet veel aandacht krijgt ten aanzien van hun deportatie naar Auschwitz zijn de Roma en de Sinti, de zigeuners. Op 16 mei 1944 was er de ‘zigeunerrazzia’. Er werden 245 Sinti en Roma gedeporteerd naar Auschwitz. Van die groep keerden er 31 terug. Zoni Weisz was een van hen. Als zevenjarige moest hij op transport. Met enkele anderen moest hij in Assen in de trein naar Auschwitz stappen. Er kwam toen ook een gewone passagierstrein langs en daar is hij in gesprongen. De treinen passeerden elkaar en Zoni zag zijn vader in de andere trein. Zijn leven lang heeft hij schuldgevoelens gehad. Een ander interview met een Roma is dat met Annie Mirosch. Ze heeft zich altijd gediscrimineerd gevoeld in Nederland.

De meeste gesprekken gaan over de Jodenvervolging en de oorlog in Nederlands-Indië. Een patroon dat uit de gesprekken naar voren komt is dat kleinkinderen soms als ‘breekijzer’ fungeren om het zwijgen van de van de eerste generatie te doorbreken. Dat was bijvoorbeeld het geval met de auteur Larissa Pans die haar oma ondervroeg over haar jaren in de Japanse interneringskampen. De tweede generatie, kinderen van overlevers, kregen vaak zelf problemen. Joël Cahen is een typisch kind van oorlogsslachtoffers. Hij zegt wat dat voor hem betekende: Ik voel niet de pijn van mijn ouders, maar wel hun angst. Vooral de angst van mijn moeder heb ik overgenomen.

 Een indrukwekkende bijdrage is die van Chaja Polak. Zij schreef de roman De man die geen hekel had aan Joden. Dat boek bevat de tragische geschiedenis van haar ouders, maar ook een verontrustend betoog over hoe onverschillig we met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog omgaan. Ze is het eens met Arnon Grunberg dat er nu de mening heerst van ‘we weten het nu wel’, terwijl kennis van wat er zich echt heeft afgespeeld in de kampen in deze tijd niet meer vanzelfsprekend aanwezig is.

Het gesprek met Ahmed Aboutaleb is heel afwijkend. Toen hij in Marokko op school geschiedenis kreeg ging dat nooit over de Tweede Wereldoorlog. Nadat hij in Nederland was gevestigd, was hij direct al zeer geïnteresseerd in de oorlog. Hij ging al heel jong naar de herdenkingen en bekeek ‘waanzinnig’ goede oorlogsdocumentaires en bezocht ook Auschwitz. Hij maakt een vergelijking tussen IS en de nazi’s. De systematiek is hetzelfde. Je bent anders dus ga je eraan. Of: je bent anders dus ben je de bron van het kwaad. En niet omdat je het kwaad hebt veroorzaakt, maar simpelweg omdat je anders bent.

Weer een boek over de Tweede Wereldoorlog, maar wel heel verschillend. De opzet van duo’s van totaal verschillende mensen heeft goed gewerkt. Er worden verrassende vragen aan elkaar gesteld. Het is ook goed dat het om zoveel verschillende categorieën mensen gaat.

Zo krijgen we een nog breder en completer beeld van de Tweede Wereldoorlog en de impact op de families, vaak in drie generaties.

Een indrukwekkend boek over de blijvende invloed van de Tweede Wereldoorlog.

Leonard Ornstein en Larissa Pans – Oorlogsgesprekken. ISBN 987-90-2443-35-13, 192 pagina’s, € 20. Amsterdam: Boom 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.