Af(breken) op(ruimen )in(pakken)

Zoektocht naar aanvaarding

Gedichten die inzicht geven in het onbevattelijke van het leven in al zijn veelkleurigheid en het onvermijdelijke verlies.

Wat onmiddellijk opvalt is de vrije vorm van de gedichten. Verknipte zinnen, vaak losse woorden. In het begin geeft dit enige verwarring. Bij hardop lezen komt de inhoud toch wel over, al resteren er genoeg raadsels. Het gaat meestal over heel concrete zaken. Een dagje aan zee vertelt een verhaal over een gezin dat met de grootouders en de hond een dagje naar zee gaat. In andere gedichten, soms wat verborgen, is de onverwachte dood van de vader en de bijna dood van moeder het onderwerp. Over vader en moeder wordt heel liefdevol gesproken. Daarnaast komen nog veel andere onderwerpen ter sprake, bijvoorbeeld de recente problematiek van de boeren.

 Auteur

Peter van Lier (1960) is een Nederlandse dichter, prozaïst en essayist. Hij studeerde filosofie. In 1994 publiceerde hij het essay Van absurdisme tot mystiek. In 1995 debuteerde hij als dichter met de bundel Miniem gebaar. In 1998 ontving hij voor zijn bundel Gegroet o… de Jan Campertprijs. Links, rechts is een boek dat poëtisch proza bevat. Zijn gedichten werden in vele tijdschriften gepubliceerd. Dichtbundels: Gaandeweg rustieker, Zes wenken voor muggen aan de deur, Bodemsanering, Hoor, Wisseling van de wacht, Laaglandse remedies.

Een dagje naar het strand is het sympathieke begin van de bundel. De zestien gedichten zijn heel episch en vormen samen een compleet verslag van het strandbezoek, de terugreis, de maaltijd thuis, de avond en de daaropvolgende nacht. Heel herkenbaar zijn de clichématige zinnetjes als: Zijn we er bijna; Nog even geduld; Zie je die meeuwen; Dit is pas leven.

De titel zien we terug bij het vertrek van het strand. Moeder zegt af, het kind vult aan breken en zo gaat dat door, een woordspelletje. ’s Avonds thuis is er ineens een heel serieus gesprek, moeder heeft zo genoten van het dagje strand met het kind dat ze er een kind bij wil.

geef toe’

                   het ravotten, graven, lachen

en schreeuwen – en alle andere gekoesterde idealen aan de kust –

zouden nog volmaakter zijn met minstens nog een kind erbij,

                                                                                 ‘geef toe’

Heel ontroerend zijn de gedichten die de nacht beschrijven. De grootouders overnachten bij het gezin. Geestig is de muggenjacht van opa. Hij kan niet slapen en kijkt heel verliefd naar zijn vrouw.

In andere gedichten, verspreid door de bundel is sprake van de dood van de vader.

juist

na het vissen (als uitje

bij prachtig

weer):

 

één keer echt ziek, ‘meteen dood’.

Verder gaat het om dierbare herinneringen: Met het eeuwige sigaartje in de mondhoek; Hoe we naar de planeten keken en naar de maan, door jouw zelfgemaakte telescoop. Het is moeilijk om de dood te accepteren: ontkennen dat zijn vader eerst gewoon en toen ineens niet meer ademde.

Het laatste gedicht gaat over moeder die volgens een medicus zou sterven aan een dubbele longontsteking, maar gelukkig. Aandoeningen eisen het lichaam op, maar zie hoe het leven zich glorieus teweerstelt tegen wat nagloeit als loos alarm. Ook hier hebben we een concrete gebeurtenis, als gedicht met de typisch vormgeving van de dichter, zeer ontroerend en heel toegankelijk.

Een heel ander onderwerp vinden we in het hoofdstuk Strijd om het oude land. De boeren in de strijd tegen milieuactivisten en bureaucraten uit Den Haag. Toont de dichter zich hier solidair met de boeren?

Hoezeer ‘die van het milieu’

ook ineenkrimpen om

aan te tonen

 

dat

 

wat boeren in de velden uit noodzaak graag doen

niet meer zou mogen.

 

Andere uitspraken van de boeren:

Geloof ze niet, die ‘vleesvervangers uit Den Haag’

 

‘eigenwijs, maar dan erger’ achter hun bureaus

 vandaan op tien hoog of meer:

 

massaal het veld in komt rennen, nu

toevallig even niet:

 

verzamelend zogenaamd bewijsmateriaal:

 

‘het stel stropdassen’ dat maaien

meteen als levensbedreigend opvat

Een heel sympathieke en toegankelijke bundel. Het is even wennen aan de vorm, maar dan volgt het genieten van de inhoud.

Peter van LierAf(breken) op(ruimen) in(pakken). ISBN 978-90-284-5016-5, 69 pagina’s, € 20,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Poëzie. Bookmark de permalink.