Strovuur

Met jezelf onderweg

Twee jonge mensen hebben thuis er even genoeg van. Met de auto naar Parijs ligt voor de hand.

De Mitsubishi Sapporo coupé uit 1980 was geel gespoten, had een grijs interieur en een fijne zachte bekleding. Elvin (niet te verwarren met Elvis of Melvin) van twintig jaar met een vmbo-diploma op zak noemde het ‘De Sapporo’. Zijn nichtje Fay van zeventien jaar en bezig een gymnasiumdiploma te halen noemde het een verroeste pauperbak.

Het zat Elvin niet mee want hij was zojuist ontslagen als fietskoerier. Hij had een klant uitgescholden voor nazi en de pizza met vier soorten kaas tegen het raam naast de voordeur geplakt. Omdat Fay groot verdriet met zich meedraagt, waarover in het boek meer, had Elvin tegen haar gezegd: ‘Laten we naar Parijs gaan’, en Fay had dat een goed plan gevonden. Ze waren zonder veel gedoe in de Sapporo gestapt. Elvin op teenslippers en Fay met een tas kleren en haar gehuurde altviool.

Hoewel neef en nicht elkaar verdroegen was er direct sprake van slepend chagrijn. Elvin zat namelijk toujours in de gele roestbak te paffen wat Fay niet kon uitstaan. Vooral niet toen ze lang in een file stonden omdat ergens verderop een hooiwagen in de fik stond. En dan ben je Nederland nog geen eens uit.

Bovendien twijfelde Fay of Elvin hun uitstapje wel serieus nam. Wie gaat er nu op teenslippers naar Parijs? Toen haar neef even uitstapte voor beter zicht op de file en flipflopte over het asfalt, vond ze het maar niks.

Ze hadden beiden hun telefoons thuis gelaten, want de gedachte was dat ze onbereikbaar en onvindbaar zouden zijn. In het begin was Fay echter bloednerveus om zonder telefoon te moeten leven.

De verlangens van de jonge reizigers blijken verrassend basaal. Cola als drank en marsen als voedsel. De Saporro is er nog eentje van de generatie van Super 98. Begrijpelijk dat Elvin blij was een bezinepomp te zien met deze ouderwetse benzine. Een winkeltje met ongetwijfeld veel cola en marsrepen zouden de tocht naar Parijs zeker bespoedigen.

Elvin blijkt een jongen met een kort lontje. Een jongen van eerst een pizza met vier soorten kaas tegen glazen pui van een klant plakken en dan pas nadenken. Zo gaat het ook bij de benzinepomp waar de tankbeurt op erg vervelende manier eindigt en nog erger bij een volgend pompstation waar blijkt dat de gele Mitsubishi via een telefoonketting op een zwarte lijst is gezet. De taferelen die zich afspelen zouden niet misstaan in een film van Stan Laurel en Oliver Hardy. En dan zijn ze nog niet eens België door.

Auteur

Gerwin Friso van der Werf (1969) is schrijver, muziekleraar en columnist bij het dagblad Trouw. Hij publiceerde eerder vijf romans waaronder recentelijk Een Onbarmhartig Pad.

 

 

 

Dit is een heerlijk reisboek waarin op weg naar Parijs gekkigheid en ernst van het leven om elkaar strijden. Enerzijds Elvin zowel brokkenpiloot als deus c.q. diabolus ex machina en anderzijds de zowel verstandige als gevoelige Fay die een weg probeert te vinden uit haar jeugdtrauma’s.

Een buitengewoon onderhoudende adolescentenroman die geen moment verveelt en het bereiken van de jaren des onderscheids laat zien in een buiteling van vrolijkheid en wanhoop.

Gerwin van der WerfStrovuur. ISBN 978-90-254-5884-3, 240 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Atlas Contact 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.