Mijn vaders hand

Het ongewenste kind

Tijdens zijn jeugd kreeg Bart Chabot steeds te horen dat niets aan hem deugde, hij was een misbaksel. Op school was het niet anders, ook daar werd hij geminacht.

 Normaal gesproken is je vaders hand juist een symbool voor veiligheid. In deze autobiografie is de hand van zijn vader het middel om hem in elkaar te slaan. Ook van zijn moeder heeft hij weinig goeds te verwachten. Op school hebben de leraren een hekel aan hem. Gelukkig ging dat later wel goed via het traject: hbs – mulo – havo – atheneum. Ook als volwassene kon de schrijver geen goed doen bij zijn ouders door zijn omgang met de alcohol en drugs gebruikende artiesten. Hij breekt volledig met zijn ouders. In de liefde is hij wel gelukkig: een lieve vrouw en een leuk, harmonieus gezin. Hij zwijgt tegenover hen lang over zijn jeugd, maar hij gaat er over schrijven als hij met een ernstige ziekte in het ziekenhuis ligt.

Auteur

Bart Chabot (1954) is een Nederlandse dichter en schrijver. Hij schreef onder andere de dichtbundels Popcorn, Genadebrood, Judaskus en Bananenrepubliek. Hij schreef ook een vierdelige biografie over Herman Brood: Broodje gezond, Broodje halfom, Brood en spelen, Broodje totaal. Ook was hij auteur van de romans Triggerhappy en Easy Street. Vaak trad hij als performer op in theaters met Herman Brood en Jules Deelder (zijn rock-‘n-rollvrienden) en later met Jan Mulder, Remco Campert en Ronald Giphart. Regelmatig werkte hij ook mee aan televisieprogramma’s.

 

Bijna de gehele roman bestaat uit negatieve dingen over Barts vader. Niet alleen werd hij regelmatig afgetuigd, maar ook met woorden werd hij diep vernederd. Het is dan ook geen wonder dat hij later alle contacten met zijn vader verbrak. Toen hem verzocht werd zijn vader nog eens te zien voor hij zou sterven heeft Bart dat nagelaten.

Bart was zeker geen brave jongen. Er was genoeg aanleiding voor straf. De straffen van zijn vader waren echter extreem. Hij werd soms zo mishandeld dat zijn moeder tussenbeide moest komen. Na zo’n pak slaag vond zijn vader het erg als Bart nog kon zitten. Bijna erger waren echter de woorden. Hij werd voor van alles uitgemaakt en verschillende malen werd hem duidelijk gemaakt dat hij nooit geboren had mogen worden. Hij werd ook nog door zijn ouders geminacht toen hij dichter was en optrad met Herman Brood en Jules Deelder. Dat waren immers junkies.

De verhouding met zijn moeder was niet veel beter. Als hij iets had uitgevreten was het: ‘Wacht maar tot je vader komt’. Ook zij liet duidelijk blijken dat hij een ongewenst kind was. Ze sloeg hem niet, maar toen ze zijn met veel zorg gemaakte vliegtuigjes stuk sloeg was ze wel gemeen bezig. Nooit was er sprake van aanraking, zelfs geen aai over zijn bol, maar ook tegenover haar echtgenoot was ze afstandelijk. Op het eind van de roman is er een grote ommekeer. Moeder Chabot woonde in een verpleeghuis en was stervende. Op lang aandringen van zijn zus ging hij naar haar toe. Ze pakte zijn hand en Bart zei tegen haar dat alles goed was. Een ontroerende verzoening.

Veel wordt ook geschreven over zijn schoolcarrière. Wat overheerst is dat de meeste leerkrachten een hekel hadden aan Bart. Het schoolhoofd van de lagere school geeft expres een te laag advies, mulo in plaats van hbs. Zijn vader pikt dat niet en stuurt hem toch naar de hbs. Daar wordt hij voortdurend uit de les gestuurd. Gelukkig is er een begripvolle directeur. De slechtste verhouding heeft hij met de leraar Duits. Die laat hem een vertaling op het bord schrijven waarna hij tegen de klas zegt: ‘Hier zie je het handschrift van een psychopaat. Hij moet naar de mulo. Over die periode wordt bijna niets vermeld, behalve het examen en de diploma-uitreiking, hij heeft vier tienen. Ook over het vervolg wordt weinig gezegd. Hij gaat naar de vierde klas van de havo, maar mag al snel naar de vijfde van het atheneum. Hij slaagt en gaat Nederlands studeren. Jammer dat we zijn groei naar succes niet meemaken. De grote vraag is bijvoorbeeld hoe zijn vader hierop reageerde.

Het boek bestaat voor het grootste deel uit terugblikken. Hij schrijft ook over de tegenwoordige tijd. Bart verblijft in het ziekenhuis en is heel ernstig ziek. Deze gedeeltes zijn bloedserieus beschreven. Het positieve is dat we bemerken dat hij een gelukkig huwelijk heeft en dat hij vader is van vier zonen. Het is hem gelukt om een liefdevolle vader te zijn.

Deze meesterlijke roman leest als een trein. Je leeft met Bart mee en krijgt diep medelijden. Het is geen klagerig boek, want hij vertelt vrij emotieloos de harde feiten over zijn jeugd. Gelukkig is er ook de humor.

Een aangrijpend boek over een niet geliefd kind.

Bart Chabot – Mijn vaders hand. ISBN 978-94-031-7410-5, 416 pagina’s, € 23,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie. Bookmark de permalink.