Verdwenen paradijs

Jeugd in Indië

Nederlandse jongen groeit op tijdens de naweeën van tempo doeloe, de bezetting van de Japanners en de Bersiap-periode.

Robert Speijer (1929) emigreerde op jonge leeftijd naar Singapore. Samen met zijn oudere broer ontvluchtte hun moeder Nederland waar uitzichtloze werkeloosheid velen teisterde. Robberts moeder kon in Singapore een baan als onderwijzeres krijgen.

De jaren daarvoor had zijn vader in deze stad jaren gewerkt voor een Hollandse firma, maar was tijdens zijn verlof in Nederland ontslagen. Het huwelijk strandde. Hij bleef hier terwijl zijn ex in 1935 met beide zoontjes terugging naar Singapore, het balkon dat uitziet over de Gordel van Smaragd.

In dit boek geeft Speijer een levendige beschrijving van zijn onbezorgde tijd in Singapore, de verhuizing in 1941 naar Nederlands Indië op de vlucht voor de Jappen, de Japanse bezetting en de internering, de gewelddadige periode einde 1945 en tenslotte de repatriëring naar Nederland.

De auteur vertelt op grond van eigen waarneming. In 1935 is hij zes jaar oud als moeder en de twee broertjes in Singapore arriveren. Op 1 januari 1946 zijn ze de eerste repatrianten die door de pieren en sluizen van IJmuiden varen. Ze worden liefdevol door familie en vrienden opgevangen.

De belevenissen vanaf 1941, toen op zondag 7 december Japan Pearl Harbor onverhoeds aanviel en heel Oost Azië in een verschrikkelijke oorlog werd betrokken, zijn vanzelfsprekend buitengewoon interessant. Robert is dan twaalf jaar en lijkt een betrouwbare getuige van afschuwelijke gebeurtenissen. Het zal niemand verbazen dat de nodige Japanse wreedheden verteld worden, maar ook de gewone dagelijkse ongemakken en zelfs meevallers krijgen aandacht.

Juist de evenwichtige verslaggeving geeft deze autobiografie een betrouwbare indruk. Hoewel duidelijk is dat de schrijver trauma’s opliep, is hij niet vervuld van ongeremde verontwaardiging of wraakgevoelens.

De lezer moet bij het lezen misschien wat wennen aan de ouderwetse wijze waarop de jonge Robbie commentaar geeft op wat hij meemaakt. ‘Boeiend’, ‘interessant’, ‘verschrikkelijk heerlijk’ zijn geen woorden die kinderen gauw in de mond zullen nemen. Verder is er wel erg veel dat de auteur ‘leuk’ vindt.

A

Aan de andere kant, de plechtstatige schrijfstijl maakt ook wel een authentieke indruk. En dat stoort niet wanneer een laatste overlevende de moeite heeft genomen om een belangrijk verhaal te vertellen.

Robert Speijer – Verdwenen paradijs. Als kind tijdens de Japanse bezetting. ISBN 978-94-618-5254-0, 101 pagina’s, € 14,95. Leersum: Uitgeverij Village / Van Dorp Uitgevers 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Nederlands Indië. Bookmark de permalink.