Grand Hotel Europa

Europa gaat ten onder aan het massatoerisme

Een liefde in Venetië als uitgangspunt voor verschillende essays.

Deze ‘roman’ is een omvangrijk en gecompliceerd boek, met verschillende verhaallijnen. De belangrijkste is de heftige liefdesrelatie met Clio. Daarbinnen is ook een verhaallijn, namelijk het ‘spel’ van de hoofdpersonen Ilja en Clio, de zoektocht naar het laatste, verdwenen schilderij van Caravaggio. Ze zoeken in Venetië en op Malta*. Veel speelt zich af in het Venetiaanse Grand Hotel Europa. Hoofdpersoon Ilja heeft daar indringende gesprekken met interessante personen en hij ziet de veranderingen in dit authentieke hotel door de invloed van de nieuwe Chinese eigenaar. En dan zijn er tenslotte ook nog de filmplannen over het massatoerisme. De lezer moet dus vaak omschakelen.

Auteur

Ilja Leonard Pfeiffer (1968) is een dichter, classicus en schrijver. Hij behoort tot de meest gelauwerde auteurs in de hedendaagse Nederlandse literatuur. Hij heeft meer dan veertig titels op zijn naam, waaronder poëzie, romans, korte verhalen, toneelteksten, essays, columns en vertalingen. In 1914 won hij de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba. Pfeiffer woont in Genua.

Grand Hotel Europa

Als je leest hoe Ilja arriveert bij het deftige Grand Hotel Europa en wordt ontvangen door de piccolo en naar zijn kamer gebracht door de majordomus denk je direct aan de beelden van de film Dood in Venetië. De hoofdstukken die aan dit hotel zijn gewijd behoren zeker tot de fraaiste van het boek. De beschrijving van het interieur, de sfeer, de maaltijden en de bijzondere vaste gasten. Maar ook de verandering. De komst van de Chinese eigenaar en de nieuwe gasten, een groep Chinezen en een Amerikaans gezin. Ze detoneren tegenover de deftige vaste gasten die ook hun privileges verliezen, zoals hun vaste plaats in de eetzaal. Een bijzondere gast is de cultuurfilosoof Patelski met wie Ilja interessante gesprekken voert. En dan is er de piccolo Abdul (afgebeeld op de omslag), een vluchteling uit Noord-Afrika met een bijzonder vluchtverhaal.

Clio

Ilja leerde Clio kennen bij een lezing. Hij is erg onder de indruk van haar uiterlijk. Haar schoonheid was zo evident dat ik haar nooit zou kunnen bezitten. Al na hun eerste kennismaking gaat ze met Ilja mee en hebben ze hevige seks. Het wordt een innige, blijvende relatie. Clio is een hoogbegaafde kunsthistorica. Ze bezoeken samen musea en hij krijgt van haar uitgebreide colleges. Als Clio een mooie baan in een museum in Venetië kan krijgen, verhuizen ze daar naartoe en gaan ze samenwonen. Ook in deze stad bezoeken ze tentoonstellingen, waaronder de Biennale en een expositie van Hirst. De schrijver geeft hiervan bladzijden lang gedetailleerde beschrijvingen. Onverwacht krijgt Clio een geweldig aanbod vanuit Abu Dbabi. ze kan directeur worden van een filiaal van het Louvre. Ze gaan er samen heen en de grote vraag is hoe het verder moet met hun relatie.

(Massa)toerisme

Regelmatig duikt het onderwerp toerisme op. Al direct laat Pfeiffer merken dat hij een afkeer heeft van toerisme, zelf heeft hij steeds vermeden zich als een toerist te gedragen. Hij voelde zich altijd een reiziger. Eén van de meest humorische stukken in de roman is de uitgebreide analyse van de verschillende toeristentypen, Hij onderscheidt er maar liefst zeven: de horrorgezinnetjes, kookhomo’s, hysterische italofielen, verbeterlanders, camouflagetoeristen, bibberlanders, efficiëntienerds. Het ergerlijkste vindt Ilja de korte broeken en teenslippers. Ilja en zijn vriendin dragen zelf heel dure merkkleding en ze kijken minachtend naar de vakantiegangers. Hij geeft veel aandacht aan het massatoerisme, bij uitstek een probleem van Venetië, dat al lang zijn bevolking zag verdwijnen. De stad werd één groot museum, waar niet meer echt gewoond en geleefd wordt.

Door de low budget vluchten zijn alle bestemmingen in de wereld even dichtbij, één vlucht ver en bereikbaar voor het plebs. Amsterdam levert zich uit aan het toerisme en verkoopt haar ziel. Op zoek naar een authentieke ervaring veroorzaken de toeristen met hun massale aanwezigheid de ondergang van de authenticiteit. Velen gaan tegenwoordig verschillende malen per jaar met vakantie. Ze laten dat ook zien op Facebook, één vakantie staat nogal armoedig. Door de opkomst van nieuwe economieën als Brazilië, Rusland en vooral China is in die landen een omvangrijke welgestelde middenklasse ontstaan. Velen willen  Europa bezoeken, dat is vaak een oude droom. Het oude continent wordt het recreatiegebied van de rest van de wereld.

Uitzonderlijk

Pfeiffer heeft weer een uitzonderlijk boek geschreven boordevol feiten, meningen, anekdotes en gedeelten die het tot een roman maken. Misschien is het boek soms te breedsprakig, maar gelukkig zijn er vele hilarische momenten. Bijvoorbeeld het gedeelte waarin wordt beschreven dat Ilja in Venetië probeert een bos bloemen te kopen, of de Nederlandse toerist die een selfie wilde maken van een beeld en dat daarmee onthoofdde, of een botsing van twee boten in Giethoorn, de ene met Belgen de andere met Chinezen. Het sterkste punt is toch de schrijfstijl: soms prachtige volzinnen, maar ook heel direct, bijvoorbeeld in de seksscènes. Ook dan gebruikt hij originele metaforen: ik gleed in haar als een geweer in zijn foedraal. Ook de veel voorkomende ironie maakt het boek heel leesbaar, bijvoorbeeld de manier waarop Abu Dbabi wordt beschreven.

Een indrukwekkend en heel rijk boek.

Ilja Leonard PfeifferGrand Hotel Europa. ISBN 978-90-2952-622-7, 552 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2018.

*Op zoek naar het verdwenen schilderij van Caravaggio verblijven Pfeiffer en zijn geliefde enkele dagen op Malta, waar de beroemde en beruchte schilder enkele meesterwerken vervaardigde. Hij financierde dit verblijf met een snabbel voor Vrij Nederland. Zijn beschrijving van Malta, waar hij voornamelijk in de hoofdstad Valletta verbleef, zou je op zijn minst ongenuanceerd kunnen noemen. Ik kom er regelmatig en meen het eiland goed te kennen.

Malta heeft inderdaad tegenwoordig een restrictief immigratiebeleid, maar werd in de jaren daarvoor overspoeld met bootvluchtelingen. Het klopt dat je in het straatbeeld van Valletta weinig zwarte buitenlanders ziet, maar des te meer zijn er in de toeristenplaatsen, waar ze met veel andere buitenlanders werk hebben gevonden. Als hij in plaats van taxi’s te gebruiken met de bus was gereisd was hij deze mensen in grote aantallen tegengekomen.

Er klopt wel meer niet aan dit hoofdstuk, maar misschien moet je de auteur een zekere vrijheid gunnen om af te wijken van de waarheid.

 Adrianus Koster

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Europa. Bookmark de permalink.