De laatste verhalenweefster

Twee werelden

In Guatemala is de oliemaatschappij T-Petrol oppermachtig. Voor de oliewinning moet alles wijken. Bossen en zelfs dorpen worden vernietigd. De hoofdpersoon Kate behoort tot het olieconcern, maar ze heeft ook goede contacten met de oorspronkelijke bevolking. Ze bevindt zich tussen twee werelden.

De oliemaatschappij T-Petrol is van groot economisch belang in Guatemala. Chris Baker is directeur. De expansie van zijn firma is zo belangrijk dat hij letterlijk over lijken gaat. Hij gaat zo ver dat hij door ingehuurde paramilitairen het dorp El Sede de Ixchel volledig laat vernietigen en de inwoners uitroeien. Zijn vrouw Catherine en later zijn dochter Kate nemen hier afstand van, zoon Chris blijft de firma trouw. Een groepje oorspronkelijke bewoners, afstammelingen van de Maya’s speelt een belangrijke rol. Calixta is een van hen, ze was het kindermeisje van Kate Baker en had grote invloed op haar. Later duiken meer familieleden van haar op. Wat zijn hun motieven? Kate had een belangrijke functie bij T-Petrol maar wordt ontslagen door haar broer Chris. Haar leven verandert volkomen als ze in contact komt met de laatste verhalenweefster en bij haar in de leer gaat.

Auteur

Marita Coppes (1974) woonde als kind in Colombia en maakte later reizen naar Zuid-Amerika, waar ze van dichtbij meemaakte wat oliewinning in de jungle aanricht. Ze is loopbaancoach, vertelkunstenaar en docent aan de Nationale Vertelschool.

Tegenstellingen

Het boek wordt sterk gekenmerkt door tegenstellingen. De oorspronkelijke bevolking met haar mooie tradities en cultuur tegenover de keiharde, geldbeluste kolonisten. Hoofdpersoon Kate belandt in een tegenstelling. Ze ontwikkelt zich van een zakelijke advocate tot creatieve kunstenares. Groot zijn ook de tegenstellingen tussen mannen en vrouwen. Het lijkt erop dat alle mannen in het boek slecht zijn al klopt dit niet helemaal: directeur Baker met zijn spindoctor Leovigildo, die ervoor zorgt dat er van de moordpartijen geen getuigen achterblijven. Ook zoon Chris is gewetenloos. De enige besproken man van de indigenas, de oorspronkelijke bevolking, is een verkrachter en moordenaar. Tegenstellingen geven spanning in een verhaal, maar in dit boek is het allemaal wel erg zwart-wit.

De verhalenvertelsters

Het grootste gedeelte van de roman is gewijd aan de traditie van de verhalenweefsters die teruggaat tot de Maya’s. Op de omslag zien we een verhalenweefster bezig met haar heupwieggetouw dat vastgebonden is aan een boom. Al wevend raakt ze in een trance, el ritmo proprio. Op het weefgetouw verschijnen dan beelden van voorouders en kunnen gebeurtenissen uit het verleden gereconstrueerd worden. De eerste weefster was Maya. Het kindermeisje Calixta komt uit deze familie. Haar dochter Lupe gaat het Kate leren. Dit leerproces wordt zeer gedetailleerd beschreven. Het gaat om eindeloze gesprekken die dit deel van het boek wat minder boeiend maken. De huidige gebeurtenissen kunnen ook gemanipuleerd worden, zo moet bij een moeilijke bevalling een familievloek ongedaan gemaakt worden. Zelfs voor een magisch-realistische roman is het moeilijk om hier in te geloven.

Dit is zonder meer een prachtig geschreven boek, soms ontroerend en soms ook heel spannend. Het grootste manco is de geloofwaardigheid. Chris Baker laat bij de notaris als erfstuk een USB-stick na voor zijn dochter en echtgenote met alle feiten over de genocide. Ze willen dit openbaar maken. Het blijft onduidelijk waarom hij niet voor de doofpot koos, maar wel voor publiciteit. Zoon Chris zet alles op het spel om de reputatie van het bedrijf te redden. Een heel wonderlijke gang van zaken.

Het karakter van Kate is ook moeilijk te doorgronden. Ze wordt ontslagen door haar broer en ondergaat het gelaten. Ze wordt verkracht en kan daar wat later mee leven. Omdat er veelvuldig gebruik van Spaanse uitdrukkingen wordt gemaakt zou een woordenlijstje handig zijn. Als je je laat meenemen in het verhaal van dit bijzondere en veelbelovende debuut heb je een mooie leeservaring.

Marita Coppes – De laatste verhalenweefster. ISBN 978-90-263-4135-9, 148 pagina’s, € 20. Amsterdam: Ambo | Anthos 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Fictie, Latijns Amerika. Bookmark de permalink.