Oogwenk

Vader van een jong gezin kan alleen nog met zijn ogen knipperen

Pauls geest is vlijmscherp, maar zijn lichaam is verlamd, zelfs praten gaat niet meer.

Op 17 februari 2008, een zonnige zondagmorgen, staat Arianne Trossèl te douchen. Ze is zwanger van haar tweede kind dat in juni geboren zal worden. Binnen houdt de 36-jarige Paul een oogje op de kleine Hugo. Het stel woont in Sofia, Bulgarije, waar Paul directeur is van een grote chocoladefabriek van Nestlé. Het gaat ze goed. Ze zijn gelukkig samen. Het leven lacht ze toe. Tot die ene zondag, die hun leven voorgoed verandert.

Arianne hoort Paul roepen of ze komen wil. En dan nog eens, dwingend en vreemd. Als ze een handdoek omslaat en naar binnen rent ligt Paul schokkend op de bank, hij kijkt haar aan, zegt nog: Ik verlies mijn spraa…. Het zijn de laatste woorden die Arianne van hem zal horen. Hij is helder, maar kan niets meer bewegen. In het ziekenhuis, waar hij met grote spoed naar toe wordt vervoerd, constateren de artsen dat hij een ernstig hersenstaminfarct heeft gehad, ze weten niet of hij het zal overleven.

Paul is jong en ijzersterk. Hij overleeft de aanslag, maar het is een overleven waarvoor weinig mensen zouden tekenen. Want hij is volledig verlamd en voor alles afhankelijk geworden van zorg. Ook zijn spraakcentrum is aangetast zodat communiceren onmogelijk is. Dat laatste maakt dat hij gevangen zit in zijn lichaam: zijn heldere, scherpe geest kan zich niet via woorden uiten, hij kan geen vragen stellen, geen discussies voeren, niet vragen om een simpele slok water, zijn geliefde Arianne niet vertellen wat er in hem omgaat, de kleine Hugo die bang voor hem is niet op zijn arm nemen en geruststellen, geen geintjes maken met zijn trouwe vrienden en familie. Hij kan niets meer. Bijna niets. Hij kan alleen nog met zijn ogen knipperen. Knipperen wordt zijn manier van praten. Met oogknipperen ook schrijft hij, tien jaar na zijn infarct, samen met Arianne dit boek.

Auteurs

Laura van der Burgt (1974) is freelance journaliste. Ze interviewt bij voorkeur mensen uit de zorg en de maatschappelijke sector. Ze werkt voor Linda en de nevenbladen van dit tijdschrift. Ze debuteerde met Fragiel. Van der Burgt leerde Paul en Arianne Trossèl kennen tijdens een interview. Zij stond hen bij met het schrijven en redigeren van hun boek.

Van het zorgeloze bestaan van Paul en Arianne is in één klap niets meer over. De artsen zijn somber gestemd. Paul is getroffen door het Locked-in syndroom en wel zo ernstig dat er geen hoop op genezing wordt geboden. Ze worden op grandioze wijze geholpen door familie en door de trouwe vrienden uit Pauls jaarclub die continu klaarstaan en zelfs in de weekends zijn verzorging op zich nemen. Toch zit er niets anders op dan terug te verhuizen naar Nederland.

Hun dochter Nienke wordt geboren, Paul is er niet bij want hij verblijft langdurig in een revalidatiekliniek in Duitsland waar de beheerders meer voor hem kunnen doen dan in Nederland. Het stel drijft uit elkaar, de omstandigheden laten weinig meer van hun huwelijk over. Maar uiteindelijk kiezen ze voor elkaar en hun kinderen en leven door in aangepaste omstandigheden. Een bestaan zonder woorden van Pauls kant, waarin Arianne die leegte moet vullen.

Een krachtig geschreven, dapper, ontroerend, bij vlagen ook humoristisch boek waarvan je na afloop denkt: ‘wat een sterk, wat een oersterk stel!’ Er zullen weinigen hen dit nadoen.

Paul en Arianne hebben met vrienden en familieleden de Stichting Unlocked opgericht. Tien procent van de omzet van dit boek wordt aan de stichting gedoneerd.

Arianne en Paul Trossèl, in samenwerking met Laura van der BurgtOogwenk. ISBN 978-94-9249-523-5, 334 pagina’s, €19,95. Hilversum: Uitgeverij Water 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Non Fictie, Ziekte. Bookmark de permalink.