Afrikaans geheim

Hartstochtelijke liefde tussen broer en zus

Geheim verteld in een nacht op zee…

De schrijver Martin du Gard bezoekt een neef van hem die is opgenomen in een kuuroord. Gelukkig gaat het goed, Frantz mag spoedig vertrekken. Wel vertelt de jongen hem van zijn  vriend, Michele Luzzati die niet meer beter worden zal, zelfs zeer binnenkort zal sterven. Als Du Gard samen met Frantz deze vriend opzoekt ontmoet hij daar ook diens oom, de boekhandelaar Leandro Barbazano. Deze houdt duidelijk heel veel van de jongen, hij is kapot van verdriet als hij sterft.

Du Gard en Barbazano raken in alle emoties bevriend, maar later scheiden hun wegen zich en wordt de band weer losser. Wel verzoekt de oom hem nog eens om hulp voor zijn naturalisatie tot Frans staatsburger. Later bezoekt Du Gard hem. Barbazano blijkt in te wonen bij zijn zwager en mede-eigenaar van zijn boekwinkel Luzzati en zijn zuster Amalia. Deze Amalia is geen schoonheid haar naam was haar enige sieraad, constateert Du Gard. Hij beschrijft haar vrij meedogenloos, beeldend, treffend, gruwelijk: Ze was van een …. Oosterse corpulentie. Nee, mooi was Amalia niet, ik zou zelfs zeggen dat haar gerimpelde schildpadoogleden, haar dikke papperige gezicht, haar vettige huid en haar peervormige lijf, uitgezakt door de zwangerschappen en het zogen, haar doelbewust tot een probaat middel tegen zinnelijke lust maakten. Vervolgens schildert Du Gard, in zinnen waar het vet en de honing vanaf druipen, hoe veel en hartstochtelijk Amalia eet, hoe ze alles opschrokt wat haar voorhanden komt. Haar eten was de toevlucht voor alle passie van een vrouw en dat had bijna iets pathetisch.

Wie ooit vraatzucht beschreven wil zien op de meest beeldende wijze kan zich het beste tegoed doen aan de taal van Amalia’s vetzucht!

Als Leandro en Martin samen de boot naar Marseille nemen en de twee in de donkere tropennacht op de dekstoelen zitten vertrouwt Leandro zijn vriend een geheim toe dat hij nooit aan iemand verteld heeft. Hij heeft als jongen van 17 vier jaar lang een hartstochtelijke liefdesrelatie gehad met zijn 4 jaar oudere zus Amalia. Er kwam een eind aan doordat hij het leger in moest. Bovendien had Amalia’s vader het in zijn hoofd gezet zijn dochter uit te huwelijken aan Luzzati, een boekhandelaar die geld inbracht. De twee geliefden zijn wanhopig. Maar Amalia stelt haar broer voor dat zij zwanger van hem wordt. Als hij terugkomt uit het leger zullen zij samen vluchten. Het kind, dat behoeft geen twijfel, wordt de ziekelijke Michele. En Amalia baart voort.

Auteur

Roger Martin du Gard (1881-1958) begon in 1920 aan de succesvolle romanreeks De Thibaults. Toen hij zeven delen voltooid had – hij schreef ook andere boeken – werd hij door een gevaarlijke aderontsteking gedwongen een tijd rust te nemen. In die periode schreef hij deze novelle. In 1937 kreeg hij de Nobelprijs voor Literatuur.

De auteur begint zijn boek als brief aan de hoofdredacteur van een tijdschrift. Deze had hem, ondanks zijn ziekte, gevraagd of hij niet iets had liggen. Dat bracht hem op het idee, uit oude reisaantekeningen, dit verhaal te noteren. Hij had ter bescherming van de boekhandelaar Leandro en diens familie hun namen allemaal veranderd, op die van Amalia na. Wel geeft hij zichzelf een rol in het geheel: het verhaal wordt verteld aan meneer Du Gard. Wat deze ‘meneer’ denkt over de verboden verhouding laat hij in het midden.

In de noot van vertaalster en Du Gard-kenner Anneke Alderlieste staat te lezen, dat du Gard zijn leven lang een aarzeling en afkeer ervan heeft gehad om stelling te nemen, zijn mening op te dringen. Bij de heruitgave van deze novelle in 1949 meldt hij wel dat hij bij het verzinnen (‘van a tot z’ ) en het vertellen van dit verhaal absoluut niet de bedoeling had gehad incest te rechtvaardigen. Kennelijk was hij daarop aangevallen.

Een korte vertelling, van begin tot eind schitterend geschreven. Een juweel van een boekje.

Roger Martin du Gard – Afrikaans geheim. Vertaald uit het Frans (Confidence Africaine) en van een nawoord voorzien door Anneke Alderlieste. ISBN 978-90-290-9201-2. 48 pagina’s (plus 25 pagina’s uit De Thibaults deel 1), €7,50. Amsterdam: Meulenhoff 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.