Fout?

Jan Stroop – Hun hebben de taal verkwanseld. Over Poldernederlands, ‘fout’ Nederlands en ABN. ISBN 978-90-253-6743-5, 231 pagina’s, € 17,95, E-book 14,50. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, derde druk 2010.

Taal, het interesseert ons allemaal en we hebben er allemaal een mening over. De Neerlandicus Jan Stroop heeft er veel over geschreven. Dit boek gaat over fout en zogenaamd fout Nederlands. Fout zijn constructies die ongrammaticaal zijn. Zogenaamd fout zijn voor Stroop alle verschijnselen die in de regel beschouwd worden als taalverloedering, maar die niet in strijd zijn met de grammatica van het Nederlands, bijvoorbeeld groter als. Ook het Poldernederlands wordt door velen ‘fout’ gevonden omdat het een afwijking is van het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Stroop schrijft hierover in een aantal kortere of langere stukjes.

Over het algemeen is Stroop mild in zijn oordeel en hij laat niet na ons te wijzen dat lang niet alles fout is wat door velen fout wordt gevonden. Hij wijst daarbij op de invloed van de betweter en zelfbenoemde ‘taalverbeteraar’ Balthazar Huydecoper (1695-1778). Een enkele keer neemt hij wel degelijk stelling: bijvoorbeeld tegen het gebruik van het vrouwelijke bezittelijk voornaamwoord ‘haar’ bij een onzijdig onderwerp. Bijvoorbeeld: het kabinet heeft haar beslissing genomen. ‘Onthaar dat kabinet!’ luidt het kopje van dit stukje. Ook breekt hij een lans voor beter spellingsonderwijs omdat wie slecht kan spellen weinig kans maakt op de arbeidsmarkt. Dit neemt niet weg dat hij in ‘de terreur van de spelling’ zich fel afzet tegen de zogenaamde ‘spellinguitspraak’, waarin alle geschreven letters worden uitgesproken bij het voorlezen en tegen de tussen-n (door Swiebertje geïnspireerd? Kindertjens).  Vaker legt Stroop zich neer bij het feit dat een levende taal zich nu eenmaal ontwikkelt, of we dat nu leuk vinden of niet. Zo constateert hij dat het onzijdig langzamerhand uit het Nederlands verdwijnt en dat onze taal op weg is naar één woordgeslacht, net zoals het Engels. Stroops beschouwingen over de Gooise r en de zachte g zijn zonder meer boeiend om te lezen, evenals zijn uitleg waarom weps of spycheloog niet fout is, want het is grammaticaal correct. Prachtig is het verhaal over de geografische verspreiding van patat en friet. En wie zich net als ik ergert aan het gedoei en gedoeg vindt het misschien toch wel aardig om te weten dat iedereen in Suriname doei zegt, wat volgens Stroop een teken is van aanhankelijkheid.

Je leert veel over onze taal in dit boeiende en goed geschreven boek, waaronder ook dat je niet te snel iets fout moet vinden.

Dit boek is tevens uitgebreid besproken in de boekenrubriek LeesKost van het programma PuurCultuur op MeerRadio (woensdag 18 mei 2011).

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Taal. Bookmark de permalink.