De laatste wandelingen in een voltooid leven

Weduwnaar zegt zijn verleden vaarwel.
Als Holm weduwnaar geworden is en het leven hem nog maar weinig te bieden heeft neemt hij het besluit zijn tijd niet langer onnodig te rekken. Hij leeft op pillen en is tot weinig aardigs meer in staat. Wat zou hij dat trage leven onnodig verlengen? Hij vertrekt uit het huis waar hij jaren woonde en verhuist naar een klein dorp in Italië waar het leven ook al bijna stil lijkt te staan. Zijn inboedel laat hij achter, alleen zijn kleren neemt hij mee. Zelfs de dosis hartpillen die hem op de been moeten houden zit niet in zijn bagage. Daarmee tekent hij zijn doodvonnis, maar aangezien verder leven hem geen perspectief meer biedt vindt hij dat een mooi idee. Hij zal daar in Italië langzaam maar zeker sterven. Hij betrekt een oud slonzig huis, vlakbij een kerk, dat hem met inboedel en al verkocht is en tracht zijn plek te vinden. Het pand – hem bijna poëtisch beschreven als het huis van de organist – ziet eruit alsof de bewoner een eindje om is en zo weer thuis zal komen. In een asbak liggen peuken en as, op de wrakke tafel liggen een opengevouwen krant, mes en vork en een bord. Holm nestelt zich in een oorfauteuil, het enige meubel in het huis dat enige veiligheid biedt. Hij zal het pad naar de dood aflopen en dat pad heeft weinig comfort nodig.
Maar de dood laat zich niet zomaar oproepen, zelfs niet door een hartpatiënt die zijn pillen vaarwel heeft gezegd. Holm gaat aan de wandel, ontdekt een kerk, een kroeg en een plein waar de dorpelingen hun dagen slijten. Hij wandelt verder. Zijn conditie is slecht, maar hij neemt zich voor zich niet klein te laten krijgen door de berg waarop zijn dorp ligt. Op een dag zal hij de 423 meter hoge berg weer zonder hijgen en vlot in de benen op- en aflopen. Maar hij overschat zichzelf en komt tot de conclusie dat hij tot het huis en het dorp veroordeeld is, dat hij niet meer is staat is het leven verder in te lopen. Meer gezelschap dan zijn buurtvrouwen, de Historicus en de Dorpsgek zal hem niet meer toekomen. Holms bijna beëindigde leven krijgt echter nog met raadselachtige gebeurtenissen te maken.
Auteur
Peter Drehmanns (1960) studeerde Italiaans en literatuurwetenschap. Hij schreef tussen 1992 en 2007 recensies over buitenlandse literatuur voor Vrij Nederland en NRC Handelsblad. Hij publiceerde vijftien romans, een verhalenbundel en vier dichtbundels. Zijn roman Altijd maar begraven werd in het Duits vertaald, de roman De begeleider in het Italiaans. Drehmanns ontving in 2015 de Halewijnprijs voor zijn gehele oeuvre.
Sidderingen is een verhaal over het verval van de glorie en de glorie van het verval. Het is tragikomisch, ironisch en op z’n tijd ook ontroerend. Want Holm is weliswaar op zoek naar de dood, maar heeft ook momenten van heimwee en inkeer, chagrijn en melancholie.
Drehmanns schrijft in een barokke stijl die soms echter ook de overdaad van de barok met zich meedraagt: ontegenzeggelijk knap maar af en toe ook iets over de top. Liefhebbers van zijn stijl zullen dat niet met mij eens zijn. Het is een kwestie van smaak: houdt u van barok of van de eenvoud van de klare taal, de keus is aan de lezer.
Wie Peter Drehmanns’ voorgaande boeken las, herkent eveneens in dit boek de stijl van de meester: ook barok is immers meesterschap.
Peter Drehmanns – Sidderingen. I SBN 978-94-922417-7-1. 171 pagina’s, € 22,95 Utrecht: Uitgeverij Magonia 2025.