Wat je zegt, gaat vanzelf

67 opgewekte taalverhalen

Is ontnuchteren zuipen en is ontbloten bedekken?

‘Ja, kom binnen. Welkom in de wereld waar bijna alles vanzelf gaat: het vertrouwde en tegelijk zo vreemde rijk van de taal.’ Met deze woorden heet Liesbeth Koenen haar lezers welkom in het boek waarin zij Jan en alleman meeneemt op de soms kronkelige, maar altijd kleurrijke paden van de Nederlandse taal. Van álle talen eigenlijk. Want Koenen fileert weliswaar met humor en oprechte verbazing de taal die we in Nederland spreken, maar ze spreekt en schrijft eigenlijk over alle talen. Kort en goed: wie wordt geboren en van jongs af aan wordt toegesproken in zijn (of haar) moedertaal leert vanaf die eerste dag een kunst die later weinigen hem nadoen: alle kneepjes van de grammatica, alle taalgrapjes, alle vervoegingen, alle spreekwoorden en uitdrukkingen, alle grammaticale vormen van de taal…. Leer dát maar eens op latere leeftijd, dat valt om den drommel niet mee! Vandaar dat Koenen vol overtuiging zegt: de taal rolt zomaar uit onze mond, verzinnen wat we gaan zeggen gaat vanzelf. Net als het in volgorde zetten van woorden, het aansturen van spieren en spiertjes bij het praten, het zinvol formuleren van dingen. Het gaat in een razend tempo. Want we zijn allemaal ontzagwekkend goed in taal. We kunnen zonder na te denken perfect ontleden, moeiteloos. Hoe bestaat het! Wat zijn we knap!

Liesbeth Koenen maakt het nog bonter. Ze weet (helaas, wist) veel meer dan gemiddeld van taal en heeft haar steeds opnieuw opflakkerende verbazing in korte stukjes opgeschreven. Ter gelegenheid van de Boekenweek 2025 is dit boekje opnieuw uitgegeven, een ‘geschenkboekje’ van jewelste. Wie begint te lezen, grasduint voortdurend verder. Valt van de ene verbazing in de andere, ziet de ene grap na de andere in onze taal ontstaan. Voorbeelden te over.

Ik kies er deze uit: Neem bijvoorbeeld het voorwoord ont, ‘een krankzinnig stukje woord’, aldus Koenen, dat niet eens op eigen benen kan staan. Het zet iets in de negatieve vorm. Of niet? Koenen: ‘Is ontnuchteren hetzelfde als zuipen? Nee, als iets ontnuchterend werkt betekent dat toch echt dat je er nuchterder van wordt. Niet het omgekeerde.’

Ze gaat door, geeft aan: ontvetten, ontvellen, onthaasten. Ontwapenen en ontwennen, ontwortelen en ontworstelen. Ontkoppelen, ontvolken en het modieuze ontspullen. Maar is ontbloten hetzelfde als bedekken? En bij ontvlammen wordt het vuurtje niet geblust, maar begint het brandje net…. En zo ont-taalt Koenen maar door. Tot wetenschap puur een taalspel wordt.

Auteur

© Marco Frigerio

Liesbeth Koenen ((1958-2020) was taalkundige en wetenschapsjournalist. Ze studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1985 deed zij haar doctoraalexamen Algemene Taalwetenschap met de specialisatie theoretische taalkunde. Zij studeerde af bij Hugo Brandt Corstius.

Na haar studie deed Koenen een cursus wetenschapscorrespondentie. Daarna werd ze freelance medewerker van NRC Handelsblad waarvoor ze vooral over taal en hersenen schreef. Ze kreeg onder meer bekendheid door haar verzet tegen de nieuwe spellingsregels van 1995, voor onder andere de tussen-n. Ook pleitte ze ervoor om van taalkunde een schoolvak te maken. Ze werkte freelance voor verschillende kranten en tijdschriften. Van 2014 tot 2018 schreef ze de column Taal! in De Telegraaf.

Liesbeth Koenen was vanaf 2004 lid van de adviesraad Technika 10, een non-profitorganisatie die de deelname van meisjes en vrouwen aan techniek wil bevorderen. Ze won in 1993 de KIJK/Wetenschapsweekprijs (nu Eurekaprijs voor Communicatie) voor haar boek Gebarentaal. In 1996 won ze de NSES Award of the Netherlands Society for English Studies: voor ‘een journalist die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de Nederlandse Anglistiek op academisch niveau’.

De taal-stukjes in dit mooie (wat een prachtkaft ook!) boekje komen grotendeels uit De Telegraaf; ze zijn deels bewerkt en aangevuld met andere teksten.

Het is een feest om dit boekje te lezen, vooral omdat Koenen op spitsvondige wijze uitnodigt tot taalspelletjes, tot nadenken en meedoen, om nieuwe vondsten te vinden waarmee haar taalbedenksels aan te vullen zijn. Ze daagt de lezer uit en prijst hem ook voortdurend. Knap en ontzettend plezierig om te lezen.

Koop het en verblijd niet alleen uzelf, maar ook andere sprekers ermee.

Liesbeth KoenenWat je zegt, gaat vanzelf. ISBN 978-94-6297-338-1, 143 pagina’s, € 16,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2025.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Taal. Bookmark de permalink.