Het leven van John von Neumann

De grenzen van de technische ontwikkelingen.
Dit boek wordt een docu-roman genoemd, gebaseerd op feiten. Het gaat over wetenschappelijke uitvindingen zoals de atoombom, de computer en ten slotte de kunstmatige intelligentie. Centraal staat de geniale geleerde John von Neumann (1903-1957). Hij maakte deel uit van een groep joodse geleerden die bij het opkomend nazisme uitweken naar Amerika. De groep had als bijnaam de marsmannen.
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel is een essay gewijd aan de natuurkundige Paul Ehrenfest. Het omvangrijke tweede deel gaat over Von Neumann. Verschillende personen vertellen hun ervaringen met hem. Het laatste deel gaat over een duel tussen het computerprogramma AlphaGo en de Zuid-Koreaanse grootmeester Lee Sedol.
Auteur
Benjamin Labatut (1980) is een Chileense schrijver die werd geboren in Rotterdam en opgroeide in Den Haag, Buenos Aires en Lima. Het blinde licht betekende zijn internationale doorbraak en werd vertaald in 30 talen.
De titel MANIAC is niet de naam van een persoon, maar de afkorting van Mathematical Analyzer Numeral Intergrator and Computer Model. Nu noemen we dit apparaat kortweg computer. Von Neumann was de uitvinder. De MANIC was nodig om de atoombom te kunnen ontwikkelen.
Het hoofdstuik over Paul Ehrenfest kent een heftig begin. Op 25 september 1933 schoot hij zijn zestienjarige zoon Vassily, die het syndroom van Down had, door het hoofd en richtte het wapen vervolgens op zichzelf. Ehrenfest was een gerespecteerd hoogleraar natuurkunde aan de universiteit van Leiden. Albert Einstein was een van zijn beste vrienden. Ehrenfest had grote moeite met nieuwe ontwikkelingen in de natuurwetenschap. Hij had bezwaren tegen de kwantummechanica. De schrijver zegt hierover: Als men de nieuwe wetten moest geloven die het innerlijke rijk van het atoom bestuurden, dan was de hele wereld plotseling niet meer zo solide en echt als die ooit was geweest. Er moet een speciale afdeling van het vagevuur zijn ingeruimd voor hoogleraren in de kwantummechanica, schreef hij aan Einstein.
Ehrenfest verachtte Von Neumann om zijn gebrek aan ethisch besef. Hij werd depressief en besloot uiteindelijk tot zelfdoding.
Het tweede deel is geheel gewijd aan János Lajos, alias Johnny von Neumann. Vooraf staan enkele bladzijden die steeds één zin bevatten. Twee voorbeelden: Hij was de slimste mens van de twintigste eeuw; Een buitenaards wezen in ons midden. Er is geen aparte levensbeschrijving aanwezig. Alle informatie komt van 20 collega-wetenschappers, vrienden en familieleden. Het zijn zeer verschillende bijdrages. Zo vertelt Eugene Wigner over zijn gezamenlijke schooltijd met Johnny. Deze was toen al een briljante leerling en schreef als scholier al ingewikkelde artikelen over wiskunde voor een wetenschappelijk blad. In zijn tweede bijdrage vertelt Wigner over de periode dat Neumann met Oppenheimer aan de atoombom werkte in het project Manhattan. Hij beschrijft Neumann als volkomen gewetenloos. In twee stukken schrijft ‘s mans echtgenote Klára Dan zeer negatief over hun huwelijk en zijn persoonlijkheid.
Uit de informatie blijkt dat Neumann achtereenvolgens bezig was met het ontwerpen van pure wiskunde, computers, de atoombom en tenslotte zelfreproducerende machines. Hij werkte steeds als een bezetene, ook toen hij al zwaar ziek was. In 1957 overleed hij aan kanker.
Het laatste hoofdstuk is getiteld LEE of De waanideeën van kunstmatige intelligentie. Het gaat over een duel tussen het computerprogramma AlphaGo en de Zuid-Koreaanse G-kampioen Lee Sedol. Ze spelen het ingewikkelde bordspel Go. Lee wordt verslagen en daarmee werd bewezen hoe ver de ontwikkeling van de niet-menselijke intelligentie al gevorderd is. Tegenwoordig spreken we van artificiële intelligentie of kortweg AI.
Het laatste hoofdstuk is het spannendst en komt nog het dichtst bij de roman, want het eerste stuk is een vrij saai essay met veel informatie over wetenschappelijke ontwikkelingen met bijbehorende termen en erg veel namen. Ook het relaas over Von Neumann is niet zo geslaagd. Het is moeilijk om uit deze 22 verhalen één duidelijk beeld van hem te destilleren,
De MANIAC wordt door de uitgever ten onrechte een roman genoemd. In de Detective & Thrillergids van Vrij Nederland wordt het boek als een thriller vermeld en krijgt daar de hoogste waardering: vijf sterren. Natuurlijk is het geen thriller, maar het is zeker vijf sterren waard. De thematiek is van groot belang: technici draven door met hun kennis, ze bedreigen de mensheid.
De schrijver laat duidelijk zien dat er verschil is tussen de geleerden. Paul Ehrenfest besefte de gevaren en pleegde zelfmoord. Johnny von Neumann daarentegen kende geen enkel ethisch besef. Hij werkte aan de waterstofbom en hij streefde naar een machine die het menselijk brein niet nodig zou hebben. De schrijver maakt de gevaren van de vertechnisering heel duidelijk.
Een noodzakelijk boek met een duidelijke boodschap.
Benjamin Labatut – De MANIAC. Vertaald uit het Engels (The MANIAC) door Dirk-Jan Arensman. ISBN 978-94-04-93169-93-7, 381 pagina’s, € 27,99. Amsterdam: Meridiaan uitgevers 2024.