Uit het leven gegrepen
Gedichten over verschillende aspecten van het leven.
Wat maakt ons tot wie we zijn? Dat is de vraag op de flaptekst van deze zeer gedichtenbundel. De gedichten gaan allemaal over het persoonlijk leven, datgene waar iedereen mee te maken krijgt, bijvoorbeeld het kind zijn, de taal, relatie, natuur, techniek, tijd, oorlog, dood. De inhoud is nooit negatief, vaak wel nostalgisch.
Auteur
Sander Meij (1980) is dichter en redacteur. Eerder publiceerde hij de goed ontvangen dichtbundel Nieuw Eiland. Hij kreeg diverse prijzen, onder andere de Meander Poëziewedstrijd en de gedichtenwedstrijd Onbederf’lijk Vers. Met Bennie Tak aan de wandel maakte hij zijn debuut als kinderboekenauteur.
Ontroerend zijn de nostalgische gedichten die over zijn jeugd gaan. Buien de tuin gaat over de geborgenheid van de tuin met de zandbak. Maar
buiten de tuin lag een wereld klaar
die zich moeilijk liet omarmen.
Het gedicht over de boomhut is voor velen zeer herkenbaar. Eindelijk heeft vader een boomhut gemaakt, een eigen koninkrijk.
Op de troon in het holst van je houten paleis
tot koning gekroond door een bladerdak.
In Zwemles komt de angst naar voren en de opluchting als het voorbij is.
Je doet wat er van je wordt verwacht
daarna de troost van de paprikachips
je vingers plakken aan het zakje
de bijsmaak van chloor lucht je op.
Vaak gaat het over woorden, namen, taal. Soms begrijpen mensen elkaar beter zonder te spreken en maken woorden een relatie stuk. In de geest is het vaak helder wat je bedoelt maar zaken precies volgens dat gevoel benoemen is moeilijk.
Uit Details.
Ik zocht naar een woord
toen ze weer aan me vroeg
of we misschien konden praten.
Uit Een mensenleven duurt een vriend.
Ik haal zelf de woorden uit mijn mond
ze hangen tussen ons als vitrage
ik zit er de hele tijd naast.
Uit Dasein.
Zolang we niets zeggen, begrijpen we elkaar.
Het is verleidelijk om nog veel meer voorbeelden te geven. Twee gedichten moeten zeker nog genoemd worden. In de eerste plaats Voornemens, Heel eerlijk en ook weer herkenbaar is de poëtische opsomming van maar liefst 30 goede voornemens. Alleen de laatste als voorbeeld: Op mijn sterfbed zal ik mezelf tegenspreken.
Opmerkelijk is ook Reichswald/Rijkswoud. Het herdenkt op indrukwekkende wijze de 51.000 geallieerde en Duitse gesneuvelde soldaten van de veldslag op 11 maart 1945 bij Groesbeek.
De gedichten in deze bundel zijn heel toegankelijk. De dichter gebruikt strofen, maar hoofdletters en leestekens ontbreken, wat het lezen soms bemoeilijkt. Dit alles geldt niet voor de lange cursief gedrukte gedichten, die ook geen titel dragen. Het woordgebruik is vrij nuchter, niet echt poëtisch. Een voorbeeld daarvan is Zwemles.
Je onderbroek valt op de natte vloer
naast sokken die je straks ook weer aan moet.
Wel poëtisch is het titelgedicht Pincetbeweging. Het is één van de mooiste van de bundel vol met mooie beelden en beeldspraak, soms wel wat raadselachtig.
Deze tweede bundel van Meij is sympathiek en zeer rijk van inhoud.
Sander Meij – Pincetbeweging. ISBN978-90-468-2490-0, 63 pagina’s, € 20,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2019.