Ouderen vertellen hun verhaal

woonikhierJos VersteegenWoon ik hier. ISBN 978-90-468-2144-2, 63 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2016.

Levensverhalen verwerkt in gedichten.

De dichter Jos Versteegen sprak vele bewoners van een verzorgingshuis, zeventigers, tachtigers, negentigers die hem hun levensverhaal vertelden. Hij maakte een gedicht over elk van deze levens. De bundel bestaat uit drie afdelingen. Na de gedichten is er een kort hoofdstukje waarin hij zijn ervaringen beschrijft  als medewerker aan het project Eenzame uitvaart. Hij schrijft dan een gedicht voor iemand die in alle eenzaamheid is overleden en leest dat voor bij de afscheidsceremonie.

josversteegenJos Versteegen (1956) studeerde Nederlands en Indonesisch in Nijmegen. Hij publiceerde gedichten in diverse tijdschriften en debuteerde in 1998 met de bundel Voorgoed volmaakt. Voor het jeugdprogramma Het Klokhuis schreef hij liedteksten.

De gedichten van Versteegen zijn zeer toegankelijk, meestal verhalend. Het lijkt soms op proza, maar er zijn strofen en de regellengte is ook die van gedichten. De gedichten laten zich goed voordragen omdat er sprake is van ritme en muzikaliteit. Er is nooit eindrijm. Het blijft bijzonder dat met poëzie, de meest geconcentreerde vorm van taalgebruik, toch zoveel gezegd kan worden. De gedichten in deze bundel geven een duidelijk beeld en roepen vaak emoties op.

De eerste afdeling draagt de titel U ziet nog uniformen. Het gaat hier vaak om oorlogsherinneringen. De titel komt uit een gedicht dat herinnert aan deportaties.

U ziet nog uniformen, lege panden,/ een vrouw die ‘aan zo’n balk om te verhuizen /    met kind en al op straat werd neergelaten’, / uw man die veertig was en blijven mocht, / en naar een laadbak groette: ‘Sterkte, jongens.’ / 

De tweede afdeling heeft als titel U praat een droevig kind te voorschijn. De gedichten bevatten vaak veel tragiek. Een vrouw die moest werken bij mevrouwen en met Prinsjesdag met de trein naar Den Haag ging.

Uw werk, als meisje, bij mevrouwen,/                                                                                             dat waren spoken met hoog haar                                                    

U reisde graag naar Prinsjesdag, / per tram, dan stond u langs de route./U zag de koninginnen zwaaien. /Ze waren hemels en ze lachten.

De derde afdeling is getiteld De stad heeft koude hoeken. Ook hier is weer veel tragiek: ziekte, verlies, dementie. Van het laatste is sprake in het gedicht Woon ik hier, tevens de titel van de gedichtenbundel.

Mag ik nu ook iets vragen? Woon ik hier?

Dan staat u op, loopt naar de gangdeur toe,                                                                                die openstaat, en leest uw naam, voluit.                                                                       Vanmiddag komt uw man, en die weet alles.

Prachtige en vaak ontroerende gedichtenbundel.

NB. De versregels zijn waar nodig door dit teken: / van elkaar gescheiden om redenen van typografische aard.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Ouder worden, Poëzie. Bookmark de permalink.