Alsof opgroeien nog niet lastig genoeg is
Jasmijn is autistisch en danst altijd uit de maat.
Jasmijn Vink vindt mensen vreemd. Ze zeggen andere dingen dan zij doen en verwachten van haar dat ze terugpraat. Maar dat doet ze niet. Ze praat tegen haar liefste vriend, haar hond Senta, en tegen haar ouders die ze vertrouwt. Verder leidt ze een zwijgzaam leven. Als ze op de leeftijd komt dat ze naar school toe moet (‘Waarom moet dat?’ denkt Jasmijn) bezorgt dat haar veel problemen. Het is rumoerig op school, de kinderen hebben schelle stemmen en schreeuwen, het licht is er te schel, het tempo ligt hoog, mensen eisen van alles van haar. Ze is doodongelukkig. Tot overmaat van ramp is Senta er niet welkom, de enige die haar echt begrijpt. Maar ze moet bakzeil halen. School moet. Vervuld van tegenzin en afkeer brengt ze haar jaren daar door. Maar er gebeurt ook iets moois. Ze mag op paardrijden en rijdt op pony Cilly, ook een wezen dat lief is voor haar en haar geen migraine bezorgt. Eigenlijk wil Jasmijn vooral rust. Ze wil langs de zijlijn kunnen staan, weg kunnen lopen naar het bos, alleen kunnen zijn met de dieren. Maar ze moet mee in de stroom en altijd maar volgens de regels in de maat dansen terwijl ze dat niet goed kan. Lees verder