De onsterfelijke Hercule Poirot

Beroemde Belgische speurder zegeviert over het kwaad.
Als speurder en mensenkenner Hercule Poirot na een lunchafspraak thuiskomt staat hem bij de voordeur een boze dame op te wachten. Sylvia Rule is haar naam. Zij is woedend op Poirot, want ze heeft een door hem ondertekende brief ontvangen waarin hij haar beschuldigt van de moord op Barnaby Pandy. Ze kent Pandy niet, Poiroit kent haar niet. Er ontstaat een onverkwikkelijk gesprek waarin de vrouw insinueert dat Poirot de brief heeft geschreven in opdracht van haar schoonzoon in spe. Als Poirot, aangeslagen door de valse beschuldiging, zijn huis binnengaat, wacht zijn bediende George hem op. Er zit een bezoeker die hem dringend moet spreken. Die bezoeker is een man, zoon van een bekend jurist. Ook hij zegt een brief te hebben ontvangen met de beschuldiging van moord op Pandy. Dat moet een gemene streek van zijn vader zijn, met wie hij jaren geleden het contact verbrak. Alsof het niet genoeg is, dagen er nog twee van zulke brieven op. Reden genoeg voor Poirot, zijn naam is immers besmeurd, om uit te zoeken wie Pandy is, of de man leeft of dood is en in het laatste geval of er sprake was van moord of van een natuurlijke dood. Lees verder →