Kwaad in de Zwarte Heerlijkheid

Antenne van oud-politieman staat nog altijd aan.
Erik Rappel keert, na ruim dertig jaar bij de politie in Amsterdam te hebben gewerkt, terug naar de polder waar hij opgroeide, de Zwarte Heerlijkheid. Hier, in die vergeten streek, begrensd door rivieren en een snelweg, gaat hij weer net als vroeger vissen. Rust aan het water, dát zoekt hij. En als alles meezit, koopt hij misschien nog wel een bootje ook. Hij betrekt het huisje waarin zijn ouders tot hun dood zijn blijven wonen en de weldadige rust van de Mick, tegen het dorp Wielkerk en vlak bij de Biesbosch, doet hem goed. Hier is alles kalm en eenvoudig.
Althans, dat dénkt hij. Want kort nadat hij er is komen wonen krijgt hij bezoek van zijn oude vriend Lammie. En die komt niet alleen om bij een bak koffie bij te praten, maar omdat hij Erik een probleem wil voorleggen. Georgie, een goede vriendin van Elske – met wie Erik in zijn jonge jaren zelfs nog verkering heeft gehad – heeft iets onrustbarends meegemaakt. Ze werkt op de boekhouding van een sloopbedrijf, even buiten het dorp. Toen ze op een avond had overgewerkt zag ze bij de hal ernaast een vrouw die duidelijk tegen haar wil daar door een man naar binnen werd geduwd. Georgie was door die man gezien, hij had haar de volgende dag opgewacht en bedreigd. Het was daar niet pluis. Er gebeurden dingen die het daglicht niet verdragen konden. Georgie durft de deur niet meer uit. Kan Erik als oud-politieman niet eens in actie komen? Erik Rappel zucht diep, wijst Lammie erop dat hij weg is bij de politie en dat hij hier komt voor zijn rust. Maar Lammie vertelt hem dat de politie hiervoor niet wenst op te draven. En er moet toch íets gebeuren.
Erik gaat op bezoek bij Georgie. Hij laat haar het hele verhaal nog eens vertellen. Georgie is geen hysterisch type, integendeel, het is een rustige, heel aardige vrouw en Erik raakt bepaald gecharmeerd van haar.
Hij belooft haar dat hij zal beginnen haar auto, die ze bij het sloopbedrijf had achtergelaten, van het kantoorterrein op te halen. Zij zal met haar baas regelen dat ze voorlopig thuis kan werken. Maar de mannen van de ongure loods hebben Georgies auto inmiddels van een zender voorzien. Er vinden in hun loods inderdaad ongure en kwalijke praktijken plaats. De mannen zijn vrouwenhandelaren. Ze houden vrouwen gevangen en nemen hun paspoorten in beslag. Die vrouwen ‘maken ze klaar’ voor een plaats in een club, in de prostitutie. Zaken waarbij ze geen pottenkijkers en zeker geen politie kunnen gebruiken. Als Erik Georgies auto ophaalt en op een verdekte plaats bij zijn eigen huis parkeert, gaat de auto nog diezelfde dag in vlammen op. En daarmee begint voor Erik Rappel de jacht op het kwaad. Het kwaad in de Zwarte Heerlijkheid, waar hij voor zijn rust naar toe gekomen is.
Auteur
Jan van Mersbergen (1971) is een heel veelzijdig schrijver. Hij heeft inmiddels twaalf romans, drie thrillers en een carnavalsboek op zijn naam staan. Met zijn roman Naar de overkant van de nacht (2011)won hij de BNG Nieuwe Literatuurprijs en werd hij genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, de AKO Literatuurprijs en de Gouden Uil. Hij won in 2014 de F. Bordewijkprijs voor De laatste ontsnapping. Zijn boeken verschijnen ook in de Engelse, Franse, Spaanse, Duitse, Servische, Sloveense Catalaanse en Turkse vertaling, enkele werden verfilmd.
Recht van Duivenvlucht is het eerste van een drietal misdaadromans die in De Zwarte Heerlijkheid spelen. Van Mersbergen is al doende met Recht op de dode hand en Recht van zwanendrift. In deze drie boeken is Erik Rappel de polder-politieman die het recht op vissen nog almaar niet wordt gegund.
Hier en daar is deze thriller behoorlijk gewelddadig. Logisch. Als misdadigers van het zwaarste soort in de polder opeens met klappertjespistooltjes zouden gaan schieten verhuisde alle stadskwaad binnen de kortste keren naar de polder. Vrouwenhandel, chantage, kinderseks, zware drugs, Erik Rappel heeft er jarenlang in Amsterdam mee te maken gehad en in de Zwarte Heerijkheid is het kwaad niet minder hevig. Rappel strijdt als voorheen.
Van Mersbergen heeft een prachtige hand van schrijven. Hij zet niet alleen een thriller geweldig goed op papier, maar weet ook sfeer en karakters treffend en heel mooi te beschrijven. Een auteur van de allerbovenste plank. Ik wacht de delen twee en drie met plezier en spanning af.
Jan van Mersbergen – Recht van duivenvlucht. Deel een van De Zwarte Heerlijkheid ISBN 978-90-443-6936-6. 267 pagina’s. € 22,99. Amsterdam: The House of Books 2025.
