Een Vlaamse familiegeschiedenis

Tussen feesten en collaboratie.
Als Els Snick haar familiegeschiedenis gaat schrijven kan ze alleen maar met deze woorden beginnen: Mijn ouders hadden een feestzaal. De Visscherie in Oostrozebeke was een begrip in West-Vlaanderen. Dáár is ze opgegroeid, om die zaal draaide het leven van haar ouders, die dag en nacht werkten om hun gasten een geweldig feest te laten beleven. Honderden families kwamen er hun communies, bruiloften en jubilea vieren, bedrijven hielden er hun personeelsfeesten, hun modeshows, muziekverenigingen hun optredens en ga zo maar door. Voor pa gold altijd: ‘niet op ons lui gat zitten’.
Iedereen in de contreien heeft wel een herinnering in de Visscherie liggen. Als haar ouders met pensioen gaan en de nieuwe eigenaar het bedrijf naar de Filistijnen helpt staat het gebouw vele jaren leeg en raakt in verval. Er dreigt sloop. Els Snick besluit in 2017, in een vlaag van nostalgie, nog éénmaal de poorten van de Visscherie open te zetten voor het publiek. De opkomst is overweldigend. Er kwamen prachtige verhalen los, maar ook commentaren die weliswaar niet nieuw waren voor Els, maar waar ze zich nooit echt in had verdiept. Ze besluit dat alsnog te doen.
Want al die verhalen komen uit bij Cyriel Verschaeve, een pater die door de een verafgood, door de ander verafschuwd werd. Verschaeve was een collaborateur, zijn sympathieën lagen bij de Duitse bezetters, hij beschouwde de inval van Duitsland als een kans voor het Vlaamse volk van het Franstalige Waalse te bevrijden om op te gaan in Hitlers groot-Germaanse fantasie. Inmiddels ligt de Duitsgezinde pater in beton gegoten, maar zijn nagedachtenis wordt nog steeds geëerd door nostalgici met extreemrechtse sympathieën. Op de reünie van de Visscherie valt regelmatig zijn naam. Snick wil er meer van weten. Welke geschiedenis ligt er verborgen achter de feestzaal van haar ouders? Wat hadden zij te maken met die nazi’s? En met Verschaeve? Is zij een dochter van ouders met een tot nu toe verzwegen oorlogsverleden?
Els Snick keert terug naar het dorp van haar jeugd dat ze al op haar achttiende verliet om in Gent te gaan studeren. Zij bezoekt mensen, vraagt naar hun herinneringen, bezoekt archieven en speurt naar alle dunne lijnen die naar Oostrozebeke wijzen, ze wordt geconfronteerd met een stuk oorlogsgeschiedenis waarin Cyriel Verschave en zijn mecenassen broer en zus Lootens – van wie Snicks ouders de feestzaal kochten – een belangrijke rol spelen.
Ze stuit in 2017 op een belangrijke bron: Romain Vanlandschoot die een biografie schreef Kapelaan Verschaeve. Vanlandschoot is als historicus gespecialiseerd in de Vlaamse beweging. In 1968 vroegen de leden van het Jozef Lootensfonds hem om in het bestuur te komen,. Lootens had bij leven een grote verzameling foto’s, knipsels en brieven aangelegd, waarin Verschaeve overal de hoofdrol speelde en liet een grote som geld na om dat archief te beheren. Zijn zus Maria vond dat daarmee de weg vrij kwam voor een wetenschappelijk georiënteerde biografie. Het zou nog tot 1998 duren voor die verscheen. Voor Els Snick was het werk van onschatbare waarde. Zij kon de studie verbinden met haar familiegeschiedenis, het verleden kwam tot leven, smoezelig en feestelijk, kwalijk en toch ook warm.
Auteur
Els Snick (1966) studeerde Germaanse filologie en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent. Zij vertaalt Duitse literatuur en doceert Duits en vertaling aan de Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie van de Universiteit Gent. In 2011 promoveerde zij op de Joods-Oostenrijks-Hongaarse schrijver en journalist Joseph Roth en zijn bemiddelaars in de Lage Landen. Ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van het overlijden van Joseph Roth richtte zij in 2014 samen met Geert Mak het Joseph Roth Genootschap voor Nederland en Vlaanderen op. Snick heeft vele vertalingen op haar naam staan, onder meer bibliofiele Roth-uitgaven. Sinds kort is zij gestopt als docent aan de universiteit. Er veranderde zo veel aan de werkwijze van doceren en studeren – de publicatiedruk bijvoorbeeld is om financiële redenen een universiteits-obsessie geworden – dat de animo voor het werk verdween. Spijtig, vindt zij zelf. Zij blijft vertalen. En samen met violist Shalan Alhamwy en accordeonist Jonas Malfliet (samen het Damast Duo) vormt zij het collectief Canapé waarmee ze muzikaal-literaire voorstellingen maakt.
De feestzaal van mijn ouders is een geweldig fascinerend boek waarin op prachtige wijze naar voren komt hoe een goedbedoelende katholieke familie zich laat meeslepen in het kwalijke gedachtengoed van de nazi-gezinde pater Cyriel Verschaeve. Els Snick gaat de waarheid nooit uit de weg, ook niet als die ontluisterend is voor haar eigen familie. Geld beheerst Oostrozebeke in de personen van de familie Lootens en van hen uit naar het dorp toe, omdat bijna iedere dorpeling op een of andere manier verdiende of werkte bij de rijke familie die zelf Verschaeve aanbad. Verschaeve werd in 1946 wegens collaboratie bij verstek ter dood veroordeeld, het dorp bleef achter met een geschiedenis waarin zwijgen en het vergoelijken van het naziverleden nog steeds de boventoon voert.
Een boek dat u niet mag missen!
Els Snick – De feestzaal van mijn ouders. Een Vlaamse familiegeschiedenis. ISBN 978-90-2825-208-0. 293 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Uitgeverij Van Oorschot 2025.
