Verhalen over grote kunstenaars

De kunst van het reizen.
Het nieuwste boek van Jan Brokken bestaat uit veertien verhalen over kunstenaars. Zijn reizen zijn een soort bedevaartstochten naar de plaatsen waar zij woonden. Daarnaast had hij een grote liefde voor reizen. Hij hoopte op onverwachte ontmoetingen en menselijke verhalen. Brokken heeft ook een grote liefde voor kunst.Het gaat dan om kunst in brede zin: schilderijen, literatuur en klassieke muziek. Hij portretteerde onder andere Antonio Machado, Franz Kafka, Leo Vroman, Henri Matisse, Claudio Monteverdi, Johann Wolfgang von Goethe, Gerrit Rietveld, Anner Bijlsma en Béla Bartók. Behalve over hun werk als kunstenaar schrijft hij ook over hun leven en gebruikt hij anekdotes die de verhalen boeiend maken. Sommige verhalen staan echter zo vol feiten en opsommingen waardoor ze eigszins saai zijn.
Auteur
Jan Brokken (1949) is schrijver van romans, reisverhalen en literaire non-fictie. Hij debuteerde in 1975 met Mata Hari en groeide daarna uit tot een van Nederlands bekendste verhalenvertellers. Zijn oeuvre groeide uit tot 37 titels. In 2023 werd hem de Gouden Ganzeveer toegekend voor zijn ‘ontzagwekkend brede oeuvre’. Zijn werk is in 24 talen vertaald.
Het eerste verhaal is direct al heel beeldend. Verblijvend in het Franse Collioure ontdekt Brokken een museumpje gewijd aan de Spaanse dichter Machado, die tijdens de Spaanse burgeroorlog vluchtte voor de fascisten. Hij kocht in het museum een boek met de verzamelde gedichten van Machado en raakte gefascineerd door deze dichter. Brokken beschrijft uitvoerig diens vlucht uit Spanje, zijn leven in Frankrijk en de toestanden rondom zijn begrafenis. Zijn graf dreigde geruimd te worden en Albert Camus, André Mallraux en René Char betaalden voor een grafmonument. Jan Brokken bezocht het en trof een grafsteen aan met daaraan bevestigd een echte brievenbus van de Franse posterijen. Jan poneerde zelf in brief in de brievenbus en wachtte urenlang of bewonderaars een brief zouden posten.
Het verhaal over Kafka gaat niet zo zeer over de inhoud van zijn boeken, maar om zijn karakter. Twee trekken vallen op: alles uitstellen en een sterke behoefte aan vrijheid. Kafka wilde graag naar Amerika, de vrijheid tegemoet en verlost van alle knellende banden. In het boek Amerika fantaseerde hij over dit land, maar het bleef bij fantaseren. Het boek kwam ook nooit af. In een ander boek fantaseerde hij over het huwelijk: Huwelijkse voorbereidingen op het land. Op zijn fantasie volgde de werkelijkheid, een moeizame slepende affaire met Felice. Hij brengt het tot een verloving, maar verbreekt deze al weer snel. Het komt toch weer tot een tweede verloving, maar van een huwelijk komt het niet.
Een van de sympathiekste verhalen gaat over de dichter Leo Vroman. In 1980 bezoekt Brokken New York en brengt een dag door met de dichter en hematoloog. De ontmoeting begon met een uitvoerig betoog van Vroman over zijn dichterschap, zijn werkwijze en wat het dichten voor hem betekende. Ze gaan naar het laboratorium waar hij onderzoek verrichtte naar bloedstolling. Vaak gaat het verhaal over de hechte relatie van Vroman met diens vrouw Tineke. Als dichter miste hij Nederland en vooral de respons op zijn gedichten. Heel kort hebben ze het ook over de tijd in het Jappenkamp, maar daar spreekt Vroman liever niet over.
Voor het verhaal over Matisse maakte Brokken een echte pelgrimstocht. Zijn doel was Vence waar deze kunstenaar een kapel voor een non had ontworpen, een non die ooit zijn model was geweest. In 1942 was Matisse ernstig ziek. Monique Bourgeois trad in dienst als nachtzuster. Zij ging ook voor hem poseren. Dat stopt als Monique toetreedt tot een klooster. Dat klooster had behoefte aan een kapel en Matisse beloofde deze kapel te ontwerpen. Vier jaar deed hij over het ontwerp. Brokken vindt de kapel heel mooi en vooral rustgevend.
Nog enkele opmerkingen over opvallende verhalen. Bijvoorbeeld dat van de cellist Anner Bijlsma. Als hij in New York is mag hij een echte Stradivarius bespelen. Van dat instrument ging zo’n ongelooflijke kracht uit dat hij als lilliputter erop begon te strijken en als een reus eindigde.
Heel interessant is het verhaal over Rietveld. Brokken had een vriend die een kamer bewoonde in het Rietveld-Schröderhuis. In die kamer stond de beroemde rood-blauwe stoel van Rietveld. Als Brokken daarin ging zitten ervoer hij dat als iets ondeugends, als tegen een beeld van Michelangelo leunen. Hij bespreekt verder uitvoerig het leven en werk van Rietveld.
Een buitengewoon interessant boek met een rijke inhoud.
Jan Brokken – De weemoed van de reiziger. ISBN 978-90-450-5199-4, 384 pagina, € 24,99. Amsterdam: Atlas Contact 2025.
