Onder de Afrikaanse zon

Drie vrouwen raken voorgoed met elkaar verbonden

Het leven draait om een kind.

De Amerikaanse antropoloog Leona vestigt zich voor onderzoek naar het leven van de Masai in Kenia. In de eerste tijd in de vrij primitieve gemeenschap snakt ze naar de luxe van de Westerse werel, die ze heeft achtergelaten. Daarom reist ze zes weken na aankomst naar een hotel dat voornamelijk door safaritoeristen wordt bezocht. Ze neemt er een heerlijke hete douche, hult zich in haar laatste schone, nog in Amerika gewassen kleren en besluit aan de bar een drankje te gaan drinken. De luxe omarmt haar als een warme jas. Tot overmaat van weelde wordt ze in het Engels aangesproken door een knappe man. Even geen Swahili! Zonder uitgebreide kennismaking mondt hun gesprek aan de bar uit in een one night stand.

’s Morgens gaat Leona er snel vandoor, ondanks dat de man graag nader wil afspreken. Haar jeugd heeft haar angstig gemaakt voor vaste relaties. Maar terug in het Masaidorp, in de manyatta, merkt ze na een paar maanden dat ze zwanger is. In haar kleine lemen hut baart ze een dochter, met hulp van de vroedvrouw. Het kost haar moeite van het kind te houden. Als Simi, haar tolk en vriendin, dat opmerkt, neemt die de rol van vervangende moeder voor de kleine Adia op zich. Simi is daar dolblij mee, want door haar kinderloosheid wordt ze als ‘waardeloos’ beschouwd in de gemeenschap. De vader van het meisje wist van niets, maar hoort via via van de geboorte en realiseert zich zijn rol. Hij zoekt Leona op, wil graag vader zijn,  maar wordt koel afgewezen. Leona vertrekt, Simi blijft Adia’s Masai-moeder en het meisje keert steeds naar haar terug.

In Liberia wonen Jane en Paul. Jane heeft jaren voordien gewerkt bij de Olifantenstichting die de strijd voert tegen stropers. In die tijd overkwam haar iets gruwelijks. Als ze met gids en chauffeur Muthega door het land rijdt ontdekken zij een jonge, wreed gedode olifant waarvan voetzolen, staart en slagtanden verwijderd zijn: zichtbaar het werk van stropers. Als ’s nachts Muthega op zoek gaat naar de bende wordt ook hij vermoord en op dezelfde wijze verminkt. Jane wordt bedreigd.

Als ze na de moord contact opneemt met de ambassade, ontmoet ze daar Paul voor het eerst. Ze worden verliefd, trouwen en Paul werkt bij Buitenlandse Zaken in Washington. Na diverse  omzwervingen komen zij – in gezelschap van hun dochter Grace – terug in Afrika. Na enige jaren  is de volgende standplaats Nairobi. En daar, via de meisjes Grace en Adia, die dikke vriendinnen worden, komen voor altijd de levens van Leona, Simi en Jane samen.

Auteur

Adrienne Benson groeide op in Afrika in de landen Kenia, Liberië, Zambia en Ivoorkust. Op haar zestiende verhuisde ze naar haar ‘paspoortland’ Amerika, waar een cultuur heerste die haar tot dan toe volkomen vreemd was geweest. Ze schreef onder meer voor The Washington Post, The Huffington Post en literaire tijdschriften. Dit is haar romandebuut.

 

Voor wie hun hart verpand hebben aan het immense continent Afrika is het lezen over het wonen bij de Masai, het werken als hulpverlener en de diversiteit aan volksgewoonten uitermate boeiend.

Maar deze prachtige roman biedt veel meer. De auteur schrijft over liefde, vriendschap, moederschap en verbondenheid binnen woongemeenschappen en de wereldwijde kracht van solidariteit onder vrouwen. En dat laatste dan vooral als die zich in moeilijke omstandigheden amper staande kunnen houden.

Adrienne Benson heeft ook voor zichzelf een plaats in haar verhaal ingeruimd: zij voelt zich als het dochtertje Grace dat steeds met haar ouders meeverhuist. Zij noemt dergelijke kinderen TCK’s: Third Culture Kids. Hun leven wordt beheerst door nostalgie, door heimwee naar vrienden die zij altijd moeten achterlaten, door verdrongen verdriet. Want verhuizen – zo leren zij jong – mag niet voor tranen zorgen, dat moet een avontuur zijn. Die ‘onderlaagse’ eenzaamheid zindert door heel dit boek.

Indrukwekkend en ontroerend. Een roman om van te houden.

Adrienne Benson – Onder de Afrikaanse zon. Vertaald uit het Engels (The Brightest Sun) door Carola Bijlsma. ISBN 978-94-027-0155-5, 414 pagina’s, €15,-. Amsterdam: HarperCollins 2018.

Dit bericht is geplaatst in Afrika, Alle Boeken, Cultuur, Fictie. Bookmark de permalink.