Het goede leven

Hoe de welvaart Nederland spectaculair veranderde

Wat zijn de verschillen in levensomstandigheden van de huidige Nederlanders met hun (groot)ouders? Ofwel de komst van onder meer de AOW, koelkasten, wasmachines, televisie, buitenlands eten, ‘gastarbeiders’, medische ontwikkelingen, de pil, de brommer, veilig kraanwater en het verdwijnen van buurtwinkels, de zondagsrust, grenscontroles, sanatoria, kwitantielopers en nog veel meer. Nederland is in korte tijd veel rijker geworden.

Ooit was het heel gewoon. Je bood je bezoek een ‘rokertje’ aan. Je gebit werd rot en je kreeg een kunstgebit. Je liep flinke afstanden. Het Rotterdamse water was niet te drinken. Je waste met de hand, ook katoenen poepluiers en maandverband (als dat al een tijdje niet meer aan de waslijn hing concludeerde de buurvrouw dat je zwanger was), Auto’s waren alleen voor de rijken, net zoals vakantie. Niet iedereen kon lezen en schrijven. Vergeleken met nu leefden de Nederlanders in een totaal andere wereld.

Auteur

Drs. Annegreet van Bergen (1954) is econoom en journalist. Ze heeft veel van de bovenbeschreven veranderingen zelf meegemaakt en beschreef die in het boek Gouden Jaren dat 100 weken in de bestsellerslijst stond. Van Bergen kreeg zo veel reacties op haar website en tijdens het geven van lezingen en besefte dat het verhaal nog lang niet compleet verteld was. Ze besloot een vervolg te schrijven en zocht een aantal verhalenvertellers op. Zo kreeg ik langzaamaan een heel palet met voorbeelden van veranderingen die door economische groei ons dagelijks leven zijn binnengedrongen. Ze deelde haar materiaal in rond vijf centrale thema’s

De wereld breekt open

Met de bromfiets en later ook met de auto kwam je verder van huis. De buurtwinkels met het ‘kopen bij de eigen zuil’, iemand iets gunnen en de winkelboekjes verdwenen. De afbraak van verschillende regeltjes maakte de groei van supermarkten mogelijk en er kwam een verruiming van de winkelsluitingswet (pas in 1996) en uiteindelijk ging zelfs de verplichte winkelsluitingswet op de helling. De lonen werden niet meer contant uitbetaald en er kwam meer vertier op de ‘saaie zondag’. Met ging op vakantie naar het buitenland, vaak wel kamperen, maar nam de eigen aardappelen mee. De radio bracht muziek voor de jeugd (Radio Luxemburg) en de televisie (kijken bij de buren) bracht de wereld in huis. Er kwamen gastarbeiders, eerst uit Italië (‘spaghettivreters’) en Spanje, en Japanse auto’s. Men ging buiten de deur eten, bijvoorbeeld bij de Chinees, en wijn drinken (Chateau de Migraine). Theezakjes en koffiemachines kwamen in zwang.

Vóór de huidige overvloed

Kinderen hadden vroeger weinig speelgoed en kleren. Men droeg afdankertjes van oudere broertjes en zusjes. Verloofde stellen spaarden jaren voor hun uitzet. De koelkast deed zijn intrede en met de komst van de Black & Decker boormachine werd de doe-het-zelver geboren. Niet iedereen had een ‘vaste’ telefoon en bellen (vooral van en naar het buitenland) was duur. De meeste mensen hadden geen of maar weinig boeken.

Met de kennis en kunde van nu

De medische wetenschap maakte een spectaculaire groei door, waardoor bijvoorbeeld tuberculose vrijwel werd uitgeroeid en sanatoria verdwenen. Op verjaardagen zag de woonkamer blauw van de sigaretten en sigarenrook.

Steeds minder ongelijk

Steeds meer kinderen volgden vervolgonderwijs en volwassenen deden dat op avondscholen. Dyslexie werd ontdekt (dat kind is helemaal niet dom). Langzaam maar zeker werd de autoriteit van dokter, dominee, pastoor en baas niet meer voor zoete koek aangenomen. Getrouwde vrouwen mochten weer betaald gaan werken, wat lange tijd door de wet verboden was geweest. En uiteindelijk verdween met het ziekenfonds het verschil tussen arm en rijk in de gezondheidszorg.

Uitgekomen dromen

Inmiddels leven we in Nederland ruim zeventig jaar zonder oorlog, wat mede aan de Europese samenwerking te danken is. Alle huizen kregen aansluiting op de waterleiding en zelfs de kwaliteit van het Rotterdamse drinkwater verbeterde (als student kwam ik er pas achter dat de koffie en thee in Utrecht heel anders smaakten. Water dronk je thuis niet, dat was ‘voor de vissies’). We kunnen elke dag onder de douche, sommige zogenaamd milieubewuste viezerikken plassen daar zelfs. De kachel en het badhuis zijn verdwenen, de was is een stuk simpeler geworden en poepvlekken blijven er niet meer in achter.

Tot slot vraagt de auteur zich af of we met de toeneming van onze rijkdom ook gelukkiger zijn geworden. Zij vindt van wel, maar er zullen altijd doemdenkers blijven.

De vele feiten en verhalen worden over het algemeen vrij neutraal weergegeven. De auteur is wetenschapper, nietwaar? Slechts een enkele keer glijdt ze uit en wordt ze zeurende oma en zedenmeester, bijvoorbeeld als ze fulmineert tegen McDonald’s. Jammer. Ook nu weer reduceert ze haar man tot P. Kan dat niet eleganter?

Een boek als dit kan natuurlijk nooit volledig zijn. Zo ontbreekt een beschrijving van de veel voorkomende, koude wc-huisjes, die gelukkig plaatsmaakten voor moderne toiletten.

Het werk is goedgeschreven en mooi met foto’s geïllustreerd. De omslagfoto van een tuttig gekleed meisje is prachtig Uw recensent heeft het allemaal meegemaakt en kreeg met groot genoegen regelmatig Aha-Erlebnisse. Maar ook voor jongeren is het lezen een gemakkelijke manier om enigszins een idee te krijgen hoe het vroeger allemaal was. Een mooi startpunt voor een geanimeerd gesprek tussen de verschillende generaties.

Annegreet van BergenHet goede leven. Hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd. ISBN 978-90-450-5673-1, 350 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Atlas Contact 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis, Non Fictie. Bookmark de permalink.