Goede mannen

Leven zwaar op de proef gesteld

Brandweerman Geniek Janowski wil niets liever dan een goed mens zijn. Als echtgenoot, als vader, als collega. Maar dan slaat het noodlot toe. Weet hij zich staande te houden?

Zijn naam is zo moeilijk uit te spreken dat iedereen hem ‘de Pool’ noemt. De geboren en getogen Limburger vindt het best. Hij is zijn oorspronkelijke naam zelf al bijna vergeten; alleen voor de officiële instanties is hij nog Geniek Janowski. En voor zijn vader, die na het overlijden van zijn vrouw met een nieuwe geliefde naar Haarlem is verhuisd.

Omdat hij ervan overtuigd is dat brand geblust moest worden, dat je het redden van mensen niet aan God of andere mensen moest overlaten, dat je het zelf moest doen, is hij bij de brandweer gegaan. Als kind had hij altijd al ‘brandweerman’ gezegd wanneer mensen hem vroegen wat hij later wilde worden. Zonder dat hij zich kon voorstellen dat dit ooit zou gebeuren. Hij had nooit bovenmatig veel vertrouwen gehad dat zijn verlangens vervuld zouden worden. Maar dit verlangen was vervuld en andere verlangens waren ook vervuld, een vrouw, een kind, een huis. Wat wil een mens nog meer?

De mannen van de C-ploeg zijn niet alleen zijn collega’s maar ook zijn kameraden. Zijn vrouw Wendela houdt van hem en hij probeert voor zijn twee zonen Borys en Jurek een liefhebbende vader te zijn. Als de autistische Borys zich tijdens één van zijn diensten voor de trein werpt, is het gedaan met het rustige leventje van de Pool. Collega’s kwamen achter hem aan en wilden hem tegenhouden maar hij sloeg hen van zich af. Hij wilde helemaal alleen zijn jongen van de rails en de locomotief krabben.

Auteur

Arnon Grunberg (1971) heeft een bibliografie waar je u tegen zegt. Op 23-jarige leeftijd debuteerde hij met Blauwe maandagen, een sterk autobiografische roman, waarin de oorlogservaringen van zijn ouders aan bod komen. Er volgden tientallen romans, maar ook toneelstukken, gedichten en essays, waarmee hij diverse prijzen in de wacht sleepte. Hij wordt beschouwd als een van Neêrlands beste schrijvers. Grunberg woont en werkt in New York.

De spuiters zijn mannen van weinig woorden en proberen hem er doorheen te slepen door zijn huis op te knappen. Ondertussen ziet hij zijn relatie met Wen verder afglijden en raakt hij geobsedeerd door de vrouw van zijn collega Beckers, die voor de deur staat met eetbare troost. De echte troost was de verboden troost. Dat zou zij begrijpen. Ze krijgen een verhouding; vuige seks om het verdriet enigszins te verzachten. Thuis bladerde hij nog een paar keer in de bijbel die hij als kind van zijn vader had gekregen. Nee, de Bijbel was geen troost.

Enige rust vindt hij bij Manja, de pony die hij voor Borys had gekocht. De verzorging van het oude, kreupele dier kost hem een vermogen. Maar hij moet en zal voor haar zorgen, haar redden. Maar ook dat lukt hem niet. Ten einde raad zoekt hij zijn toevlucht tot een klooster, waar hij zich terugtrekt in een kippenhok.

Na een jaar komt hij weer terug bij Wen en zijn zoon. Ja, hoe was dat? Eerst riep God me en toen riepen jullie me. Dat is toch leven, hij probeerde zijn vrouw te kussen, dat er steeds weer iemand is die je roept?

Wen houdt van haar Pool maar kiest uiteindelijk toch voor zichzelf. En ze wil niets liever dan dat hij ook gelukkig wordt. Via Liefde zonder Grenzen reist hij met drie Limburgse vlaaien, een nieuw colbertje en een fleurig overhemd af naar Kiev, waar hij een nieuwe liefde vindt. De veel jongere Yulia durft het met hem aan en komt tegen zijn eigen verwachting in naar Heerlen. Zijn ex, de mannen van de C-ploeg; iedereen is blij voor hem. Zelfs zijn zoon accepteert de nieuwe vriendin van zijn vader.

Hoewel het even duurt voordat zij zich helemaal aan hem geeft en een tijdje in de kamer van Borys slaapt, kan de Pool zijn geluk niet op. Dit is de vrouw met wie hij oud wil worden. Trots neemt hij haar mee naar een feestje van de C-ploeg. En weer slaat het noodlot toe.

Kijkend naar de mieren scheurde hij zijn bloemetjeshemd van zijn lijf. De Pool knielde en hij fluisterde: ‘Doe met me wat U wilt, Vader. En ik weet wat U wilt, ik weet precies wat U wilt. U bent namelijk net zo’n smeerlap als ik. We kunnen elkaar niet ontkomen, God. We zijn voor elkaar gemaakt. Het kippenhok is overal.’

De onmacht van de goedwillende hoofdpersoon spat van de pagina’s af, kracht bijgezet door de herhaling, een stijl die zo typisch Grunberg is. Je kunt niet anders dan van de Pool houden! Dit ontroerende, soms absurdistische boek galmt nog lang na. Liefde, verlies, wanhoop, troost, Grunberg houdt ons weer genadeloos een spiegel voor: wat kan een mens voorkomen in zijn leven?

Arnon GrunbergGoede mannen. ISBN 978-90-388-0535-1, 509 pagina’s, € 24,99. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie. Bookmark de permalink.