Nachtkaravaan, liedjes en een paar gedichten

De smaken van het leven in een woord

Achter de winkel die ik ben is een kamer voor mij alleen.

Arthur Japin is niet alleen de schrijver van weemoed- en verdrietromans. Al vier decennia lang schrijft hij ook liedjes. Hij bracht ze zelf te berde, maar schreef ook al op de toneelschool – waar hij les had van meester-liedjesschrijver Willem Wilmink – liedjes voor anderen. Astrid Seriese, Paul de Leeuw, Karin Bloemen en Sara Kroos zongen ze graag. In 2015 wonnen Sara Kroos als zangeres, Martijn Breebaart als componist en Arthur Japin als schrijver samen de Annie M.G.Schmidt-prijs voor Nachtkaravaan, als het beste lied dat in 2014 werd opgevoerd in theaters. Naar dit lied noemde dichter Japin deze fraai uitgevoerde bundel liedjes en gedichten. De tekst wekt reminiscenties aan zowel het bekende lied Het land van Maas en Waal als aan schilderijen van Jeroen Bosch, qua sfeer, kleur, smaak. Maar desondanks, heel eigen.

Moet ik kiezen uit deze bundel vol liedjes en gedichten, dan kom ik zelf bij andere dingen uit. Prachtig vind ik Achter de winkel die ik ben is een kamer voor mij alleen, over de wens die ieder koestert om helemaal zichzelf te kunnen zijn bij de mensen die hij/zij liefheeft en vertrouwt. Of: Liefste, liefste. Een (schijnbaar) o zo simpel en daardoor ontroerend liefdesgedicht: laat mij jouw trui dragen of een ander kledingstuk van jou, dat naar jou ruikt, jouw warmte heeft bewaard, een kledingstuk dat zich jouw lichaam herinnert, waarin ik je kan voelen. Dan kan ik bedenken hoe ik ín je kruip, zo lief en zo warm en zo lekker. Een koestergedicht vol liefde.

Het zijn maar twee voorbeelden, de bundel staat vol liedjes en gedichten die ontroeren. Daaronder valt bijvoorbeeld ook IJsvrij waarin Japin terugkijkt op een vriesnacht in 1979, waarop hij als 22-jarige de jongen ontmoette die later zijn man zou worden. Die avond stapten zij samen op de bevroren tuinvijver, hoe kou in warmte verkeren kan.

Auteur

Arthur Japin (1956) behoeft nauwelijks introductie. Hij is één van de bekendste Nederlandse schrijvers en won onder meer de Librisprijs en de NS-Publieksprijs.

Hij brak door met De zwarte met het witte hart, een roman over de twee zwarte Afrikaanse prinsjes Kwasi en Kwame die als onderpand voor de slavenhandel worden geschonken aan Koning Willem I. Ze worden in Delft ‘Hollands’ opgevoed aan het hof. De één gedijt, de ander wordt verteerd door heimwee. Het drijft de twee uit elkaar.

Tweespalt, weemoed, verdriet, afwijkend gedrag vormen de basis voor de meeste van Japins romans. Hij zet daarmee in zijn boeken – veelal op historische grond – de toon die hij ook in zijn gedichten en versjes aanslaat: houd van mij, kijk niet hoe ik ben, maar kijk wie ik ben en zie dat ik jou en het leven liefheb. Niet de ander, maar ‘ik’ ben de maatstaf, getoonzet in zuivere klanken.

Een mooie kleine bundel, voor de liefhebbers van Japins werk een niet-te-missen boekje.  Schitterend vormgegeven met de muziek van De Hollandse Blues en Midnight Manhattan, voor de zangers onder de lezers.

Arthur Japin – Nachtkaravaan, liedjes en een paar gedichten. ISBN 978-94-92241-21-4, 56 pagina’s, €16,95. Utrecht: Uitgeverij Magonia 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Poëzie. Bookmark de permalink.