Ze zullen denken dat we engelen zijn

Terreuraanslag in Nederland

In een Nederlandse stad vindt een terreuraanslag plaats: een geldwagen die mensen aanrijdt op een plein en zich boort in de gevel van een café. Uit een politiebusje komen terroristen die zo veel mogelijk mensen neerschieten en een bom laten ontploffen in een bioscoop. De hoofdpersonen blijven gespaard. Wat zijn voor hen de gevolgen?

Al op de eerste bladzijde van de roman vindt de aanslag plaats, een heftig begin. Alfred zit met een onbekende vrouw op een terras en is er getuige van de aanslag. Als een terrorist al schietend op hen afkomt duikt hij met de vrouw onder een tafel. De schutter kijkt hen aan en spaart hen. Alfred ontmoet de vrouw Prunella nog enkele keren en ze komen steeds nader tot elkaar. Hij is chauffeur van een busje waarmee hij gehandicapte kinderen vervoert. Na een week hervat hij zijn werk, maar niet voor lang, want tijdens zijn werk volgt er een confrontatie met de politie die alles verandert.

Auteur

Bert Natter (1968) was journalist en uitgever. Hij schreef enkele historische boeken en Het Rijksmuseum Kookboek. In 2008 kwam zijn eerste roman Begeerte heeft ons aangeraakt die bekroond werd met de Selexyz Debuutprijs. In 2015 verscheen Goldberg, een roman dat voorkwam op de shortlist van de ECI Literatuurprijs. Zijn eerste roman handelde over de vuurwerkramp in Enschede. Dit is weer een rampenboek.

Alfred Ellerau

Alfred is de ik-verteller in de roman. Hij is een eenzame man die zeer teruggetrokken leeft. Hij was getrouwd met Ellen, een prachtige vrouw met wie hij zielsgelukkig was. De oorzaak van de dood van Ellen wordt in de roman niet duidelijk. Alfred is gelukkig in zijn werk. Hij gaat heel geduldig en liefdevol om met de kinderen. Na de dood van Ellen is hij gaan wonen in het huisje van zijn ouders dat ligt in een dorpje aan een rivier. Zijn enige vriend is Peter, een jeugdvriend die een café heeft waar hij dagelijks komt. Om onbekende redenen willen zijn oude jeugdvrienden niets met hem te maken hebben. Zijn gezapige leventje wordt volledig verstoord door de aanslag en de ontmoeting met Prunella.

Nieuwe relatie?

Prunella is een prachtige vrouw die een slecht huwelijk heeft. Als ze minuten lang in elkaars armen liggen tijdens de gewelddadigheden gebeurt er iets tussen hen. Het is een intense ervaring. Prunella zoekt Alfred enkele keren op en doet pogingen hem te verleiden. De manier waarop Prunella beschreven wordt als sexueel aantrekkelijke vrouw is nogal plat en vormt een stijlbreuk. Heb je die gezien die kont in dat leren pak? Dat zegt zijn vriend Peter. Alfred is niet van steen, maar het voelt niet goed, Ellen zit nog te veel in zijn systeem. Prunella van haar kant denkt aan haar kinderen. Toch blijven ze elkaar opzoeken.

Reconstructie en opvang

Een belangrijk thema in dit boek is dat het vanuit de herinnering bijna onmogelijk is een gebeurtenis helemaal betrouwbaar te reconstrueren. Er is een groot verschil tussen wat Alfred en Prunella gezien hebben. Beiden hebben hun eigen afwijkende herinneringen. Ook bij het bekijken van filmbeelden worden deze heel verschillend geïnterpreteerd. Alfred ziet beelden bij het journaal en hij krijgt beelden te zien bij de politie die totaal verschillen. Overigens is de politie in dit boek bijzonder onsympathiek, je kunt je nauwelijks voorstellen dat de men een slachtoffer op die manier behandelt. Jon, de man van slachtofferhulp komt heel knullig over. Prunella zegt er het volgende van: Ik werd gebeld door het vleesgeworden cliché van een hulpverlener, echt een exponent van de softe sector. Dat zachte ei had het meteen al over ‘een plekje geven’.

Dit is een bijzondere roman die heel veel te bieden heeft. De stijl is superieur en door de vele verrassende wendingen blijft de spanning. De tegenstellingen zijn groot. Het harde geweld van de aanslag tegenover de ontroerende taak van Alfred als chaufffeur van de kinderen. De laatste is een bijzonder personage met wie we helemaal kunnen meeleven.

Meeslepende roman vol rampspoed.

Bert Natter – Ze zullen denken dat we engelen zijn. ISBN 978-94-004-0764-0, 302 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Thomas Rap 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Terrorisme. Bookmark de permalink.