Tussen april en september

Autobiografisch rouwverslag

Auteur verliest moeder en ex-vrouw, zijn dochter haar oma en moeder.

‘We hebben allebei onze moeder verloren’ zijn de eerste woorden die Tomas Espedal tegen zijn 15-jarige dochter zegt. Geen gelukkige woordkeus, want de dochter wordt razend. Haar ouders zijn gescheiden, ze woonde bij haar moeder en nu wordt ze door dit treurige feit gedwongen bij haar vader te gaan wonen. En wat doet die? Hij zeurt over het verlies van zijn eigen moeder die bepaald niet in de wieg gesmoord is en zij kan niet bij hem terecht om over haar eigen verdriet te praten. Maar toch neemt haar vader zich voor het allemaal goed te gaan doen. Hij trekt in het huis van zijn ex, zodat zijn dochter niet weg hoeft uit haar vertrouwde omgeving en hij neemt zich voor de rol van haar moeder over te nemen. Hij staat er echter niet bij stil dat dat onmogelijk is en dat hij haar daarmee ook haar vader ontneemt. Zijn dochter wordt uithuizig, hij zit thuis en verliest zich in huishoudelijke taken in plaats van – zoals hij gewoon is – aan een nieuw boek te werken. Zijn permanente aanwezigheid irriteert zijn dochter. Waarom ben je altijd thuis? Waarom kun je me niet met rust laten? vraagt ze hem.

Hij duikt onder in zijn schrijfwerk en gaat op zoek naar zichzelf. Want als hij niet weet wie hij zelf is kan hij zijn verlies niet verwerken. Die zoektocht begint bij zijn jeugd. Hij was een moederskind, bangig. Daarom werd hij naar familie op het platteland gestuurd. Daar zou hij een flinke jongen worden, die sterk zou staan in het leven. Maar toen de kleine Tomas daar was, beheerste slechts één ding zijn leven: hij wachtte op zijn moeder, dagen lang. Net zo lang tot ze zou komen. Maar zijn moeder kwam niet. Ze kwam hem nooit opzoeken, net als nu. Maar nu is zijn moeder verdwenen in ‘het wit’ van de dood. Een witte moeder. Zo doorschijnend dat het pijn doet. (…) Een doorzichtige afwezigheid.

Auteur

Tomas Espedal (1961) is een hoog gewaardeerde Noorse schrijver en dichter. Dit boek kwam in 2009 uit en het werd bekroond met de Gyldendalprisen en de Kritikerprisen. Dit is het eerste boek uit zijn oeuvre dat in het Nederlands wordt vertaald.

Dit is een autobiografisch verslag van de rouwverwerking van de schrijver. De dubbele crisis van twee doden en de moeizame relatie met zijn opgroeiende dochter worden hem te veel. Hij keert al schrijvend terug naar zijn jeugd om op die manier niet alleen te begrijpen hoe hij geworden is wie hij is, maar tevens om op gepaste wijze afscheid te nemen van zijn moeder en zijn moeizame jeugd. Zijn overpeinzingen zijn somber. Uiteindelijk krijgt hij zichzelf weer in de hand en kan hij zonder wrok en donkere gedachten doorgaan met zijn leven.

Het is duidelijk te merken dat Espedal ook dichter is. Hij hanteert een prachtige, vaak bloemrijke taal. Herhalingen, soms in een hakketakkerige stijl, benadrukken zijn zinnen op emotionele momenten. Hij is in staat met woorden zijn lezer bij de strot te grijpen.

Een prachtig poëtisch boekje, geen ‘vluggertje, meer iets voor fijnproevers.

Tomas Espedal – Tussen april en september. Vertaald uit het Noors (Imot kunsten) door Marianne Molenaar. ISBN 978-90-284-2693-1. 158 pagina’s, €17,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie, Rouwverwerking. Bookmark de permalink.