Verse helden

Nieuwste dichtbundel van Gerry van der Linden

Over dierbare doden en het ontrafelen van de absurde wereld van nu.

In de eerste gedichten komt de absurde wereld van nu aan de orde met onbegrip voor anders denkenden en vluchtelingen. Dansers in de zon gaat over dierbare doden als Wim Brands en Rogi Wieg. Wij, pendule handelt over herinneringen aan het gezinsleven van vroeger, ook over haar vader, haar moeder en haar zoon. Een boterham eten met Brodsky is gewijd aan de Russische dichter Brodsky die zij in 1989 ontmoette bij Poetry International. In de laatste afdeling Wat voortbeweegt komen aspecten van haar eigen leven aan de orde.

Auteur

Gerry van der Linden (1952) is een Nederlandse dichteres en schrijfster. In 1975 werd zij ontdekt door Remco Campert, die haar eerste gedichten opnam in een literair tijdschrift. In 1978 debuteerde ze met de bundel De aantekening. In 2007 kreeg ze de International Poetry reward of Izmir. Dit is haar elfde bundel.

Voor de poëzie van Van der Linden geldt zeker de uitspraak van Willem Kloos: poëzie is de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie. Wat direct impliceert dat het niet vanzelfsprekend is dat je de zo persoonlijke expressie van deze dichteres kunt volgen. Direct al het eerste gedicht is raadselachtig. Wat we menen waar te nemen is een vijandige buurman met een bijl. Dan de zin als de ander aan de andere kant van religie. Het gaat dus om mensen met een verschillende religie die elkaars vijand zijn. Het eindigt met een verzoening

jouw lachen wordt het mijne

jouw hand – mijn hand

heeft het handvat vast.

Het gedicht Over God en ons is moeilijk te doorgronden. Het begin:

Hij gooit ons op een hoop

van spartelende lichamen

geroosterd in de zon

opeengepakt in een boot

in stukken gehakt

door een vrome slager

wolken bloed kinderlichamen

Ik probeer me hier beelden bij voor te stellen, maar het gelukt mij op geen enkele manier.

Na de gedichten met afschuwelijke details van vluchtelingen eindigt dit hoofdstukje met een heel positief gedicht dat gaat over de terugkeer van een geliefde. Hem wordt van alles beloofd, vooral liefde en geborgenheid. Het gedicht bevat een wat vreemde beeldspraak:

het huis om ons heen geplooid

als een parachute.

Je hangt aan een parachute die je veilig op de grond brengt, maar je wordt er niet door omringd.

De dichteres wijdt een gedicht aan Wim Brands, een dichter die zelf van heldere poëzie hield.  Gedichten waarin je te lang naar de betekenis moet zoeken kon hij niet waarderen. Dan vormen de gedichten van deze auteur wel een groot contrast met die van Brands. Overigens is het gedicht Voor Wim Brands een prachtig gedicht, maar we stuiten ook weer op raadselachtige zinnen:

je kroop weg

in je mouw gekreukelde broek.

De gedichten van Wij, pendule zijn over het algemeen begrijpelijk, nostalgisch en liefdevol. De titel is wel weer cryptisch en onduidelijk, hoewel het woord ‘pendule’ een gevoel van huiselijkheid en gezelligheid oproept. Heel ontroerend zijn de gedichten over moeder. Bijzonder is het gedicht over een banaal onderwerp als aardappelen schillen. De herhaling van het woord ‘schil’. Daar zit ritme in. Een mooie vorm!

De gedichten in Een boterham van Brodsky zijn over het algemeen anekdotisch. Het zijn verslagjes van de ontmoetingen met deze Russische dichter die uit zijn land werd verbannen. Indrukwekkend is het slotgedicht dat gaat over zijn vliegreis naar Wenen. De dag dat hij zijn land moest verlaten.

Het is een dag als alle andere

dat hij zijn land uitvliegt

zijn koffer openbarst van vrijheid.

In de laatste afdeling Wat voortbeweegt staat een opvallend gedicht zonder titel dat opvalt door zijn concreetheid en gedetailleerde beschrijving van banaal huiselijk werk

tuurt in de super naar etiket op pot en fles

staat in rij kassa van zwart wimpermeisje

botst bij de uitgang op daklozenman.

In de beginregels schrijft ze ook dat ze even geen dichter is en nu gewoon boodschappen gaat doen. Ze gebruikt hier zinnetjes in een soort telegramstijl. Hardop lezend val je toch in een ritme. Knap gedaan.

Deze bundel is zeer gevarieerd wat betreft de inhoud van de gedichten. Veel ervan zijn lastig te doorgronden, zijn soms geheel of op onderdelen raadselachtig. Elk gedicht bevat wel een regel die je niet thuis kunt brengen. Dat raadselachtige komt al naar voren in de flaptekst. Dat Van der Linden de absurde wereld van nu ontrafelt is mij volledig ontgaan. Toch staan er nog genoeg gedichten in die ontroeren, die je raken, een belangrijke voorwaarde voor poëzie. Daarom is deze poëziebundel zeker de moeite waard om te lezen en te bestuderen.

Soms raadselachtige gedichten.

Gerry van der Linden – Verse helden. ISBN 978-90-468-2257-9, 64 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Poëzie. Bookmark de permalink.