Tussenruimte

Emoties hier, emoties daar, botsingen te over

Familieleed leidt tot langdurig gewrok.

Egbert, opgevoed door twee typische jaren-zestig ouders, loopt niet over van warmte voor zijn medemens. Dat maakt het hem niet eenvoudig liefdevolle relaties aan te gaan. Hij geeft vooral zijn moeder, carrièrevrouw immers, daarvan de schuld. Egberts vrouw Annelies komt uit een hartelijk gezin waar de familieband onderling hecht is. Als het jonge stel een kind verwacht overlijdt dat met 28 weken in de baarmoeder. Annelies is ontzettend verdrietig, rouwt om de kleine Eva die nooit kansen tot leven kreeg. Egbert, geheel naar zijn aard, rouwt korte tijd mee, maar wenst dan zijn gestructureerde leven als economiedocent weer op te pakken. Orde en regelmaat, zo heeft hij als kind geleerd, zijn de beste leidraad voor het leven. Emoties zijn stoorzenders. Waar Annelies veel steun ontvangt van haar familie, houdt die van Egbert zich rustig om het stel de kans te geven zich samen te herpakken. Ook een opvatting, maar Egbert neemt het zijn ouders zeer kwalijk dat zij er niet voor hen zíjn. De verstandhouding tussen de ouders en Egbert en Annelies was al niet optimaal, maar wordt nu nog koeler.

Later worden Sanne en Joris geboren. Maar Egberts ouders krijgen niet de kans grootouders te zijn. Annelies is het daar niet mee eens. Dus als Egberts ouders – Mieke en Bart – het hele gezin uitnodigen voor een vakantie op Lanzarote en Egbert dat plan afwijst zet zij door en wijst haar man erop dat zijn ouders en hun kinderen recht hebben op een grootouder-kindrelatie. Egbert gaat mokkend akkoord. Maar op Lanzarote gedraagt hij zich afwerend, trekt zich terug bij uitstapjes, gaat alleen op pad. Hij is de verpersoonlijking van zelfmedelijden, verongelijktheid, gekwetst gedrag, gemok en ‘slachtofferitis’. Als hij op het eiland een aantrekkelijke vrouw tegenkomt slaat hij zijn hormonale slag: ‘hè gelukkig, ik tel nog mee!’ Mieke en Bart intussen doen alles wat in hun macht ligt om Sanne, Joris en Annelies te plezieren.

Auteur

Truus Rozemond is als psycholoog gespecialiseerd in leerprocessen. Ze werkte aan de Hogeschool van Amsterdam en aan de Universiteit van Amsterdam. Ze debuteerde in 2015  met een roman over mantelzorg.

De relatie tussen Mieke en Egbert en tussen Egbert en Annelies vormt het hoofdthema. In wezen komt alles neer op de sterke behoefte van Egbert om zich te laten gelden, erkenning te krijgen voor het leed waarvan hij vindt dat het hem is aangedaan. Dat heeft een heleboel terugkijkend gemok van een man die nooit zo volwassen geworden is dat hij over zijn opvoeding heen kan stappen. Mieke heeft hem grootgebracht op haar manier. Dat is niet de zíjne en dus deugt zij niet, toen niet en nog niet.

De auteur is psycholoog en dat zal de lezer weten. Her en der wordt hij getrakteerd op gepsychologiseer en diagnoses van de koude grond: iemand die wallen onder de ogen heeft drinkt, als een trein vertraging heeft door een ‘springer’ begint ze meteen: hallucineerde hij, werd hij bedreigd, was hij depressief, waar is hij van verlost? Schei toch uit. De trein heeft vertraging, dat zet echt niet alle perronwachters tot dergelijke vragen aan. Al met al nogal irritant. Dit zijn maar voorbeelden, het boek staat er bol van.

Was het verhaal meeslepend geschreven dan pík je als lezer dat would-be deskundige toontje. Maar aan die eis voldoet deze roman evenmin. De schrijfstijl is vrij droog, noterend. Tussendoor tien ‘ritmes’, gedicht-evaluaties van het voorgaande stuk tekst. De kapitale taalfout op de allereerste pagina (ik verbindt) is geen beste binnenkomer.

Al met al geen succes. Het zij zo.

Truus Rozemond – Tussenruimte. ISBN 978-94-92241-19-1, 249 pagina’s, €19,95. Utrecht: Magonia 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Man-vrouw verhouding. Bookmark de permalink.