Ferdinand

Kruidenarts reist op en neer tussen 1515 en 2015.

De tijdreizen van een man die dolgraag de armen wil helpen.

Anno 1515. Ferdinand Clippeleir gaat op kosten van zijn grootvader Guililmus naar een rijke school. Als hij zijn diploma heeft behaald verwacht vader Maurice dat zoonlief hem in de drukke ijzerslagerij (smederij) komt helpen, maar de jongen ziet dat niet zitten. In de hoop dat Ferdinand tot andere gedachten komt laat grootvader hem twee jaar in Leuven studeren. Als de jongen na die tijd als volleerd cruydener (natuurarts) terug komt wil hij maar één ding en dat is als arts de armen helpen, die normaal gesproken geen geld voor een dokter hebben. Vader zet hem woedend het huis uit.

De dakloze Ferdinand trekt in het huis van Jeanette, een kruidenvrouw die twee maanden daarvoor, in februari 1515, na marteling de dood op de brandstapel heeft gevonden. Zij heeft veel mensen met haar kruidenmengsels geholpen, maar nu er een meisje is doodgegaan wordt zij als moordenares beschouwd.

De inwoners van de stad Mechelen zijn ervan overtuigd dat het spookt in Jeanettes huis. Als Ferdinand op een avond naar buiten kijkt en de klok 11 uur hoort slaan wordt het hem zwart voor de ogen. Hij ontwaakt op de plaats waar hij neerviel, maar in het Mechelen van 2015. Gelukkig komt hij Marcel tegen, de oude stadsarchivaris. Deze weet vanuit zijn ambt veel over de geschiedenis van de stad, Ferdinands zestiende-eeuwse kleding bijvoorbeeld komt hem bekend voor. Marcel is sinds kort weduwnaar. Zijn vrouw Francine was kruidendokter.

Als Marcel Ferdinand mee naar huis neemt komt de jongen in een vreemde nieuwe wereld, maar door Francines voormalige kruiderij wel in vertrouwde sferen. Hij realiseert zich dat de plantenkennis van Francine hem in 1515 erg van pas kan komen. Na een uur gaat Ferdinand terug naar de plek waar Marcel hem vond. In een lichtflits verdwijnt hij weer terug in de tijd. Die metamorfose door de eeuwen heen zal nog vele malen volgen.

Auteur

Rita Goyens (1958) schrijft al sinds haar kinderjaren. Zij runde jarenlang een kindercrèche in het Vlaamse Westerlo. Na haar pensioen nam zij de tijd om zich, met behulp van het werk van voormalig stadsarchivaris Marcel Kocken die een belangrijke rol speelt in dit boek, verder te verdiepen in de geschiedenis van Mechelen.

De uitgever annonceerde dit debuut als Suspense .Ondanks het feit dat er zaken als middeleeuwse martelingen en raadselachtige verdwijningen in voorkomen is het zeker geen ‘koude-rillingen-boek’, maar eerder een historische roman.

Knap

Wie van geschiedenis houdt kan zijn hart ophalen aan dit boek. Het stadje Mechelen – maar dat geldt voor alle oude stadjes in die tijd (en nu) – zindert van de verhalen van de doorsnee bewoners met hun armoede en rijkdom, hun ziektes, liefdes en ruzies, honger en standsverschil. In 1515 waren de verschillen tussen de rijken en armen nog extra goed zichtbaar, ze betekenden leven en dood.

De auteur heeft daar een knap verhaal van gemaakt. De oude tijd komt geloofwaardig tot leven en met enige verbeelding kan de lezer meewandelen in de nacht en de gesprekken aanhoren tussen Marcel en Ferdinand, de avonturier die over eeuwen reist.

Een boek dat oud en jong zal boeien, ook bijvoorbeeld scholieren met historische interesse. Echt een boek voor tijd-dromers. Een opmerkelijk debuut.

Rita Goyens – Ferdinand. ISBN 978-94-624-2067-0, 200 pagina’s, €19,95. Westerlo (B): Kramat 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis. Bookmark de permalink.