Brief aan de paus

Vijftien jaar lang misbruikt door ‘nonkel bisschop’

Bekendmaking beschuldigingen betekende bom in Belgische kerk.

Mark Vangheluwe groeide op in een gezin waar de katholieke wetten woord en daad bepaalden. De voorouders hadden al een aantal dochters aan het klooster afgestaan. Tot een priesterzoon, een flinke stap hoger, had nog niemand het gebracht. Totdat zijn grootouders twee zonen kregen waarvan de oudste Marks vader werd en de jongste, Roger Vangheluwe,  priester en bovenal Marks ‘nachtmerrie’. Want nonkel paster genoot hoog aanzien in de familie en hij vond dat niet meer dan normaal. Als de ganse familie met Pasen bij hem logeert slaapt een neefje wegens ruimteproblemen altijd bij nonkel in bed. Maar opeens weigert de jongen dat. Hij wil nooit meer bij hem slapen. De zaak wordt snel geregeld: de 5-jarige Mark moet zijn bed afstaan en bij oom in bed bivakkeren. Het wordt een onvergetelijke ervaring want oom misbruikt en verkracht het kind. Het zal de eerste keer zijn van vele honderden keren. Mark Vangheluwe wordt door oom, die het inmiddels tot bisschop van Brugge geschopt heeft, tot zijn negentiende jaar misbruikt.

Hoe kon het zo ver komen? De jongen vertelde zijn vader regelmatig dat ‘oom paster’ vieze dingen met hem deed. Maar vader nam het op voor zijn broer, de jongen moest niet moeilijk doen, gewoon zijn mond houden. Eén keer benadert hij zijn broer om het hem te vragen, maar die doet de kwestie met een handgebaar af. De kleine jongen daagde hem uit. Maar er was niets gebeurd. Mark voelt zich onbegrepen. Vies. Als hij op zijn negentiende ‘de koningin’ ontmoet en er bij de eerste oogopslag wederzijdse liefde voor het leven ontstaat, durft hij pas in actie te komen. Daarmee wordt zij zijn redder. Aan haar en aan zijn drie ‘opvolgers’- zijn kinderen – draagt hij dit brievenboek op.

Opperbaas 

Hij wil nonkel bisschop aanklagen. Vraag een gesprek aan bij diens baas, de aartsbisschop. Aangekomen zit daar echter niet de aartsbisschop maar kardinaal Danneels, een vriend van oom. Die neemt het voor zijn vriend op. Er resten Mark nog twee opperbazen: de paus en God. Vandaar deze brieven. Want om nu naar God te gaan… Valt God nog wel te vertrouwen? Niets zou ontsnappen aan Zijn speurend oog. (…) Ik geloof dat niet, dat kan toch niet want anders zou Hij toch moeten hebben opgetreden? (…) Dan zou Hij mij toch beschermd hebben tegen duivelse zaken? De jongen komt er niet uit. Concludeert dan dat God waarschijnlijk een oogje toeknijpt voor geestelijken omdat zij hem dienen en verheerlijken. Hij heeft geen vertrouwen meer in God. Hij piekert en peinst en tobt. Het kost hem bijna zijn huwelijk met ‘de koningin’. Maar tenslotte komt hij in actie.

Hij gooit een steen in de rimpelloze vijver van de katholieke kerk. Hij brengt de zaak naar buiten. Maar het brengt hem niet de rust waarop hij gehoopt had. Integendeel. Zijn zaak wordt wereldnieuws.

Nonkel bisschop moet aftreden. Er wordt een commissie benoemd onder leiding van kerkelijken en godzijdank als voorzitter een leek: een professor (prof. Peter Adriaenssens) die Mark vertrouwt, bij wie hij zijn verhalen kwijt kan en die een warme vriendschap opbouwt met hem en de koningin. Honderden slachtoffers melden zich dat zij, net als Mark, zijn misbruikt door een figuur in pastorale dienst.

Auteur

Mark Vangheluwe (1968) is beeldhouwer en fotograaf. Hij woont en werkt in Vlaanderen. Deze beschrijving van zijn jeugd in de hel, deze onthutsende maar soms ook afstandelijk geschreven getuigenis zullen lezers met ontsteltenis achterlaten.

Geen sensationeel verslag, maar een ingekeerd beleven van de emoties van een zuivere wederopstanding.

Een bijzonder dapper, lezenswaardig boek.

Mark Vangheluwe – Brief aan de paus. ISBN 978-90-2344-972-0, 231 pagina’s, €21,99. Amsterdam: De Bezige Bij 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Misbruik, Non Fictie. Bookmark de permalink.