Vermakelijk voetbaljargon

WevergatentevoetballenjpgPeter ZantinghWe vergaten te voetballen. Taalvondsten en versprekingen in de voetbalsport. ISBN 978-90-295-0608-3, 190 pagina’s, € 15,00. Amsterdam / Antwerpen: De Arbeiderspers 2016.

Uitgebreide en verklarende inventarisatie van het taalgebruik in de wereld van het voetbal.

Het voetbal kent zijn legendarische uitspraken, al dan niet in correct Nederlands gedaan. Beroemdheden als Johan Cruijff, Louis van Gaal en Willem van Hanegem hebben hiertoe bijgedragen, maar ook lang vergeten spelers en trainers hebben soms ‘onsterfelijke’ uitdrukkingen het leven doen zien. En sommige uitspraken zijn ook buiten de voetbalsport gemeengoed geworden, zoals het befaamde Elk nadeel heb zijn voordeel.

In dit boekje zijn een groot aantal meer of minder gangbare voetbaluitdrukkingen verzameld en ver verklaard. Waar mogelijk geeft de auteur antwoord op de vraag waar de desbetreffende uitdrukking vandaan komt. Uitstapjes naar andere talen komen regelmatig voor.

PeterZantinghPeter Zantingh (1983) studeerde onder meer Digitale Communicatie, Hij begon bij nrc.nl als webredacteur en is nu lid van de mediaredactie van deze krant. Hij heeft twee romans op zijn naam staan. In 2014 schreef hij voor het NRC een beknopte handleiding voor Britse journalisten die met Louis van Gaal te maken kregen. Tijdens het Wereldkampioenschap Voetbal in Brazilië begon hij een rubriek met mooie voetbalwoorden die hij tegenkwam. Dit boekje is het resultaat van deze activiteiten.

Van een boekje als dit kun je een leuke recensie schrijven, gelardeerd met diverse voorbeelden, zonder bang te zijn dat je te veel ‘weggeeft’ en de recensielezer beluit dat zij of hij het werk niet meer hoeft te lezen. Er blijft altijd nog zo veel over dat de moeite waard is.

De schrijver begint met het uitleggen van de titel. Feyenoord-trainer Giovanni van Bronkhorst bezigde deze uitdrukking en hij was niet de enige. De term kent een lange geschiedenis. Van Fred Rutte schijnt de term ‘hoog in de concentratie zitten’ te komen. Voor zover we nu weten gebruikte Rinus Michels voor het eerst ‘inherent’. Diverse bekende figuren uit het wereldje maken verbaal hun opwachting, zoals Johan Derksen (het klaverjasclubje van Amsterdam), Hugo Walker (komt dat schot) en Co Adriaanse (scorebordjournalistiek).

We weten dat Louis van Gaal een vrolijk mondje over de grens spreekt, zoals Die Tot oder die Gladiolen en In what for world live we? Hilarisch zijn de Ten rules for interviewing Louis van Gaal. Daarin lezen we onder andere: Don’t introduce yourself. Or else he’ll know your name, remember it and use it against you. You will not be some anonymous guy with a microphone and a cameraman on his side: you will be Gary, or Clive, or Tony, with whom he will or he will not have a feud from the get-go. (He will.)

Uiteraard komt Johan Cruijff uitgebreid aan de orde: En als ik zou willen dat je het begreep, had ik het wel beter uitgelegd. Nog een mooie: Ik geloof niet. In Spanje slaan alle 22 spelers een kruisje voordat ze het veld op komen. Als het werkt, zal het dus altijd een gelijkspel worden.

Wie herinnert zich Sjaak Polak nog die na een prachtige goal zichzelf relativeerde: Ik mikte op het reclamebord, maar hij ging er aardig in. Dat is humor van de bovenste plank, net als zijn reactie toen Anthony Lurling hem in zijn kruis had gegrepen. Als u die leest ligt u vast dubbel!

Een aantal termen die we in die boekje tegenkomen zijn onder meer Schwalbe, panna, pinchhitter, Herácles, stofzuiger, chocoladebeen, grabbelaar, catenaccio, winnend verliezen, caramboleren, hetzelfde beschuitje, meiden, ziekenhuisbal, peunen, hotseknotsbegonia, pienantie, Panenka, zespuntenwedstrijd, Pinkelpause en troostfinale. En daarbij komen zo nu en dan door bijvoorbeeld Frank Snoeks, Jack van Gelder en zelfs good old Bob Spaak (Coen, Coen, Beheers je, Alsjeblieft) tijdens wedstrijdverslagen uitgesproken volzinnen.

Een klein minpuntje. Soms dwaalt de schrijver wel erg af van het voetbaljargon, bijvoorbeeld over de taal van de fluit en het stoïcijnse gedrag van de meeste keepers na het stoppen van een strafschop of treedt hij te veel in het detail, zoals in zijn stukjes over de omhaal. Maar door daar op te letten en te vinden dat het ietsje korter hadgekund is hij misschien een kniesoor.

Genieten voor de iets intelligentere voetballiefhebber.

Aan dit boek is tevens speciale aandacht besteed tijdens het programma Zomeravond van MeerRadio op maandag 4 juli 2016. Het geluidsbestand kunt u hieronder aanklikken.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Taal, Voetbal. Bookmark de permalink.