Izabel was helemaal geen hoer

DeBijbelvoorongelovigen5Guus Kuijer – De Bijbel voor ongelovigen 5. De twee koninkrijken, Job en de profeten. ISBN 978-90-253-0235-1, 304 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2016.

Hervertellingen uit de Bijbelboeken Koningen, Job en de Profeten

In deel 5 van zijn serie Bijbelverhalen laat de auteur koningin Izebel aan het woord over haar man Achab, de koning van het Noordrijk en de profeet Elia. In het tweede gedeelte vertelt de profetes Chulda over Job, Jona en de profeten Jesaja, Ezechiël en Amos.

In het verhaal van Izebel wordt alles vanuit haar perspectief verteld. De schrijver besteedt veel aandacht aan de relatie tussen Achab en Izebel. Als veertienjarige werd ze naar Achab gestuurd en zij is direct verliefd op deze stoere militair. Ze gedraagt zich zeer ongewoon door zelf naar zijn slaapkamer te gaan en zich aan te bieden. Ze hebben wilde seks die in het hele paleis te horen is. In het hele verhaal blijft ze gek op haar man en blijft ze hem trouw. De benaming hoer van Tyrus is dan ook volkomen onterecht.

Heel bijzonder is hoe de relatie Elia/Izebel wordt beschreven. Bij de eerste ontmoeting lijkt hij een harig monster. Hij had overal haar, veel haar. Op zijn hoofd, in zijn gezicht, op zijn armen en benen, nergens een onbegroeide plek. Alleen zijn neus en ogen waren naakt. Ze is bang van hem, maar bewondert hem ook. Dat komt het duidelijkst uit bij het offeren op de Karmel, de wedstrijd tussen de Baälprofeten en Elia.

Na de door Elia gewonnen offerwedstrijd worden de Baälpriesters gedood. In de Bijbel wordt dat in twee zinnetjes gemeld. De profeten werden gevangen genomen en Elia liet hen naar het Kison-dal brengen. Daar liet hij hen doden. De schrijver laat Elia zelf met zijn zwaard op de priesters inhakken. Pas toen Elia’s arm te moe was om het zwaard nog te kunnen tillen, stond hij het af. Dan neemt Jehu het over. Hoe gretig hakte hij op de weerloze mannen in. Hij sprong van zijn paard om hen beter in de stervende ogen te kunnen zien. Dit is pure fantasie.

Naast deze gruwelijkheden is er ook humor. Volgens de schrijver hield Achab van tuinieren. Als hij de tuin van Naboth er bij krijgt gaat hij hard aan de slag. Hij hakte in de grond als een bezetene. Zijn gezicht was rood en gezwollen van inspanning, maar hij had kennelijk plezier in zijn werk. Weer een wat ongeloofwaardige aanvulling. Hilarisch is het gedeelte waarin beschreven wordt hoe een bode Achab bezoekt. Het was een jonge jongen, zo scheel als een kameel en niet best van de tongriem gesneden. De bode komt eisen stellen. Hij spreekt wel met een accent. Uw sillefer en uw goud, uw kinderen en de mooiste frouwen.

In het verhaal van Chulda gaat de schrijver wel heel vrij om met de Bijbelse inhoud. Hij laat deze profetes die in de Bijbel maar heel spaarzaam voorkomt allerlei bekende figuren ontmoeten. Zo komt ze Jona tegen en krijgt van hem uitvoerig zijn avonturen te horen. Het verhaal van Job wordt aan haar verteld door de Schrijver, een gefingeerde figuur. De Schrijver heeft het verhaal van Job zelf bedacht. Chulda vond de God in het Jobverhaal maar een rare God. Dat was ook de bedoeling van de Schrijver. De lezer weet meteen: deze god bestaat niet. Deze god wordt door de schrijver in het leven geroepen om zijn vragen te kunnen stellen zonder de ware God te beledigen. Het Bijbelboek Job krijgt veel aandacht en vormt het hoogtepunt van dit vijfde deel. Het slot met de positieve wending wordt hier achterwege gelaten. De schrijver wil vooral de Bijbelverhalen als verhaal vertellen. Zelden geeft hij commentaar op God. Een enkele keer laat hij zich schamper uit over diens almacht. In de schepping zijn ‘kinderziekten’ binnengeslopen, waar God niets tegen kan doen.  Ik kan niet alles, maar ik heb je lief, dat kan ik wel.

In het laatste gedeelte komen ook de profeten, Amos, Jesaja, Jeremia en Ezechiël even in beeld. Erg geforceerd wordt steeds een verbinding gezocht met Chulda. Maar over de genoemde profeten worden wel de meest essentiële dingen gezegd.

GuusKuijerGuus Kuijer (1942), bekroond schrijver van kinder- en jeugdliteratuur, is bezig met een serie boeken waarin hij de mooiste verhalen uit de Bijbel navertelt voor ongelovigen (en gelovigen). Soms gaat daarbij zijn fantasie op de loop. Een koning die tuiniert, een profeet die fanatiek aan het moorden is. Wel heel sterk in dit vijfde deel is de manier waarop Izebel als persoon wordt neerzet en de samenvatting van het boek Job.

Mooie en vermakelijke Bijbelverhalen

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Geen categorie, Geschiedenis, Religie. Bookmark de permalink.