Inburgeren op zijn Brits

BritsvoorbeginnersHans Steketee – Brits voor beginners. Avonturen van een correspondent. ISBN 978-94-6225-143-4, ebook, 0.72 MB, € 4,99. Amsterdam: Fosfor 2015.

Nederlands gezin dompelt zich onder in de Britse samenleving.

Er zit niet eens een grote zee tussen Groot-Brittannië en Nederland, maar wel een wereld van verschil. In dit boekje kunnen we heerlijk gniffelen over die ‘rare’, maar over het algemeen heel aardige Britten.

Hans Steketee (1959) is redacteur van NRC Handelsblad en was van 1998 tot 2005 correspondent voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland, met Londen als standplaats. Zijn vrouw vond er werk en zijn kinderen gingen er naar school.

HansSteketeeUit de taal die een Engelsman bezigt kun je zijn sociale klasse traceren. De middle en upper classes noemen de avondmaaltijd dinner, een term die de working class gebruikt voor de lunch. En de buitenlander moet kleur bekennen met de term die hij of zij gebruikt.

We leren over in de rij staan en over ‘de onzichtbare rij’ in de pub, over het aanmodderen in huurhuizen op het platteland, waar altijd wel iets niet werkt (soms zelfs het warme water). Prachtig is het stukje over het ‘opzuigen’ van vreemde termen en het verschil in uitspraak en spelling tussen het Amerikaans Engels en het Brits Engels. Is het Van Go of Ven Goff, het gaat hier om de uitspraak van de naam van ‘onze’ beroemde Vincent van Gogh. En meëneez is de uitspraak van…. mayonaise.

Uiteraard is de nationale drank tea niet aan de aandacht van de auteur ontsnapt. Van de high tea in de Ritz met darjeeling, earl grey, scones en korstloze witte boterhammetjes met zalm en komkommer vanaf 34 pond per couvert (de wachtlijst is langer dan zes weken) tot de cuppa, een stenen mok met een sloot melk. Het is de nationale troostdrank bij persoonlijke of nationale calamiteiten.

Ook de volkstaal komt aan de orde. Deze rukt op sinds de BBC dialecten en accenten niet meer weert en publieke figuren als Jamie Olivier met zijn Essex-accent regelmatig op de tv te zien zijn. Ook dieventaal werd behandeld en de vaak treffende krantenkoppen, zoals Harde landing voor BA, Valse start voor Grand Prix en Slecht rapportcijfer voor schoolinspectie.

Een bij vlagen hilarisch stuk gaat over obituaries of obits (necrologieën) in de krant met hun opgewekte, bijna vrolijke sfeer en hun min of meer vaste eufemismen:

Een notoire drinkebroer heet ‘levendig gezelschap’, een ouwehoer een ‘onvermoeibaar raconteur’, een fantast ‘iemand die uiterst kleurrijk kon vertellen over zijn belevenissen’, een homoseksuele dode ‘een overtuigde vrijgezel’.

Bij de beste obits denk je: die zou ik graag gekend hebben. En bij de allerbeste zelfs: die zal ik missen.

U leest over taxi’s, klagen (mustn’t moan), tafelmanieren, honden, kerstrituelen en nog veel meer. Als extraatje laat de auteur ons meegenieten van het Engels dat in het Nederlands van zijn kinderen binnensijpelde, vooral bij woorden die weinig van elkaar verschillen. Enkele voorbeelden: Ik moest in de lijn staan voor de playground, een boterham in half snijden, een sinaasappelschil pielen, pluimen (pruimen, plums), getoosterde boterham.

Amusante must voor wie de Britten graag mag.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Taal. Bookmark de permalink.