Een tweede kut maakt je blut

MijnmoederzeialtijdJaap Toorenaar – Mijn moeder zei altijd. De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders. ISBN 978-94-004-0080-1, 159 pagina’s, € 10,00. Amsterdam: Thomas Rap 2015, inmiddels zevende druk.

Meer of minder gevleugelde gezegden uit de familiekring.

Bijna iedereen zal zich wel bepaalde opmerkingen herinneren, die zijn of haar ouders, andere familieleden, buren of kennissen bij bepaalde gelegenheden regelmatig meenden naar voren te brengen. Sommigen waren breed verbreid, zoals de klassieker Poep je niet, dan rust je toch. En komt de baas, dan poep je nog. Anderen waren alleen in kleine kring bekend, zoals bij tegenslag De eerste honderd jaar, die zijn het moeilijkst.

Jaap Toorenaar is publicist bij een reclamebureau. Hij plaatste een oproep in het maandblad Onze Taal: Wat zeiden uw ouders altijd? Hij kreeg hier heel veel reacties op en stelde daaruit dit boekje samen, waarbij hij zich beperkte tot die spreuken die ook buiten de familiekring en ook vandaag hun zeggingskracht hebben behouden.

JaapToorenaarHet is een heel leuk boekje geworden, waarbij de samensteller de gezegden in een aantal rubrieken indeelde. Ik noem er een paar, sommigen ken ik al, anderen niet.

Overbodige vragen. Wat eten we? Husse met je neus ertussen.

Eet smakelijk! Mijn veder vroeg soms bij het ontbijt: Mag ik uit de serie glijmiddelen de boter?

Dooreten! Een hap of een klap.

Na het eten: De koningin kan wel deftiger gegeten hebben, maar niet zo lekker.

Leren. Leren is niet leuk. Geleerd hebben, dát is leuk!

Uiterlijk. Elke rimpel heeft z’n eigen verhaal.

Leren. Van proberen moest mijn zuster trouwen.

Uiterlijk. Een onhandige vent went, een lelijke nooit.

Uitgaan. Tegen meisjes die voor het eerst uitgingen: Dames, oogjes open, doosjes dicht.

Vrouwen. Brave meisjes komen in de hemel, brutale meisjes komen overal.

Mannen. Toen God de man schiep, maakte ze alleen een grapje.

18plus. Kleine mannen hebben kleine jannen. Over kleine vrouwen: Kleine appeltjes hebben grote klokhuizen.

Boeren. Een boer en een geit mekkeren altijd.

Armoede en rijkdom. Wat heb je aan geld als je niet kunt poepen.

Geloof en kerk. Vertrouw op God, maar zet wel je fiets op slot.

Praten. Over breedsprakige mensen. Willem de Zwijger was nooit zo bekend geworden als hij Willem de Ouwehoer had geheten.

Levenswijsheden. Volg je hart, dat klopt altijd.

Het bovenstaande is natuurlijk een piepklein deel van wat u in dit boekje aantreft. Achterin staat nog een oproep dat uw spreuken welkom blijven.

Ik kan dan ook de verleiding niet weerstaan.

Mijn broer over de lelijke benen van een verder aardig meisje: Die leg je het eerst opzij.

Mijn vader grapje weleens over een ‘doodgoede man’: doodgoed, naar goeddood is beter.

Als iets ineens komt en niet tegen te houden is: het komt op als kakken.

Dit leuke boekje prikkelt de herinnering aan fraai taalgebruik.

Dit boek is tevens op woensdag 20 mei 2015 besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Taal. Bookmark de permalink.