‘Een zondagskind in de politiek’

JandeQuayCees Meijer – Jan de Quay (1901-1985). Een biografie. ISBN 978-94-6105-555-2, 511 pagina’s, € 34,90. Amsterdam: Boom 2014.

Het leven van de eerste naoorlogse premier die zonder de PvdA regeerde.

Tijdens het kabinet-de Quay (1959-1963) was ik middelbare scholier. We hadden nog geen televisie en kwamen alleen via de krant met de landspolitiek in aanraking. De premier was bij zijn aantreden een vrij onbekende man en de meeste Nederlanders zagen hem alleen maar in het bioscoopjournaal (er was nog nauwelijks televisie), waar hij opviel als een bedaarde, vriendelijke man die op zijn tijd wel eens een grapje maakte. Zijn populariteit nam enorm toe nadat zijn kabinet was gevallen over een kwestie die de meeste Nederlanders koud liet en ‘gelijmd’ moest worden door informateur De Gaay Fortman. Wim Kan maakte De Quay onsterfelijk met zijn meezinger Lijmen Jan.

Over deze Jan de Quay, bestuurder en politicus, schreef Cees Meijer een gedetailleerde biografie. Hij was in staat de dagboeken die De Quay had nagelaten te raadplegen. Tijdens het lezen daarvan kwamen allerlei zaken weer bij mij boven uit het Tijdperk-De Quay.

Maria van der Lande

Jan de Quay was afkomstig uit de bovenlaag van de katholieke burgerij in ’s Hertogenbosch, waar hij werd geboren en de lagere school doorliep. Daarna ging hij op internaat bij de jezuïeten in Katwijk, waar hij onder invloed stond van de bekende pater Henri de Greeve. In  1920 ging hij in Utrecht rechten studeren, maar zwaaide na een paar jaar om naar psychologie, op advies van zijn vermogende medestudente Maria van der Lande, die hij bij het studententoneel had ontmoet. Maria werd verliefd op De Quay, maar het duurde enige tijd tot ‘haar liefde voor hem werd beantwoord’. Ze trouwden in 1927 en kregen negen kinderen. Maria werd Jans belangrijkste adviseur. In hetzelfde jaar werd De Quay part time lector aan de Katholieke Handelshogeschool te Tilburg en adviseur bij de PTT en bureau Berendschot en in 1931 trad hij in dienst van C&A. In 1933 werd hij gewoon hoogleraar, daarnaast was hij actief in de katholieke jeugdbeweging en werd hij voorzitter van de Vereniging Nationale Veiligheid.

Nederlandsche Unie

Na de capitulatie werd De Quay in mei 1940 door opperbevelhebber generaal Winkelman benoemd tot regeringscommissaris voor de organisatie van de arbeid. Op 24 juli richtte hij samen met de anti-Duitse Louis Enthoven en de pro-Duitse Johannes Linthorst Homan de omstreden Nederlandsche Unie op. De oprichters wilden de NSB de wind uit de zeilen nemen, maar moesten daartoe wel concessies aan de bezetter doen. Dit is hen door velen kwalijk genomen, ondanks het feit dat de Unie eind 1941 werd verboden en de leiding werd geïnterneerd. Nadat De Quay werd vrijgelaten dook hij onder tot de bevrijding van Noord-Brabant in 1944.

Zijn leidende rol in de Nederlandsche Unie is De Quay zijn hele verdere leven nagedragen, met name door ‘linkse’ politici en media, ondanks het feit dat hij destijds nauw samenwerkte met de vooraanstaande socialist Koos Suurhoff. Ook de historicus Lou de Jong had een negatief oordeel over het driemanschap dat hij van collaboratie met de Duitsers beschuldigde.

President van Brabant

Ondanks deze kritiek werd De Quay nog tijdens de oorlog benoemd tot minister van Oorlog. Later bracht hij het zelfs nog tot premier en hij onderhield nauwe banden met zowel Koningin Juliana als Prins Bernhard. Eerst werd hij echter Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, waar hij een stimulerende rol speelde bij de wederopbouw en industrialisatie. In die tijd bezette de KVP 52 van de 64 Statenzetels en alle zetels in Gedeputeerde Staten. De Quay werd Hertog Jan of moderner President van Brabant genoemd. ‘Men kan De Quay in zijn Brabantse periode karakteriseren als een koning in een klein koninkrijk. Daarvoor kreeg hij alle gelegenheid. Door zijn capaciteiten en aimabele persoonlijkheid dwong hij respect af bij de gedeputeerden en Statenleden, bij wie het autoriteitsbesef nog springleven was. De jaren zestig moesten nog beginnen.’ Het waren zijn ‘gelukkigste jaren’.

Premier

Na twaalfeneenhalf jaar werd De Quay naar Den Haag geroepen om, met tegenzin – zelfs de Koningin moest er aan te pas komen, de rol van kabinetsformateur en later premier op zich te nemen. Voor het eerst na de oorlog bleef de PvdA uit de regering en De Quay liet zien dat dat best kon. Het is niet onwaarschijnlijk dat de verwijten over de Nederlandsche Unie, die weer de kop opstaken ook met kinnesinne over de oppositierol van de PvdA te maken hadden.

Hoewel De Quay, vooral in het begin, aan zichzelf twijfelde, ontwikkelde hij zich tot een bekwaam premier en teamleider. Het feit dat Maria nu wat meer op afstand stond was één van de redenen, dat hij de vier jaar minister-presidentschap ‘de zwaarste tijd’ van zijn leven vond. Tijdens zijn premierschap moest Nieuw-Guinea via internationalisatie aan Indonesië worden overdragen, waarbij minister Luns van Buitenlandse Zaken lange tijd fel tegenstribbelde. De Quay versprak zich (bedoeld of onbedoeld?) op een cocktailparty, maar zijn positie kwam geen moment in gevaar. Het oplossen van deze kwestie was de zwaarste klus van het kabinet.

Vicepremier

Na de verkiezingsoverwinning van de KVP in 1963 weigerde De Quay pertinent aan te blijven als premier en werd hij lid van de Eerste Kamer. Hij had weinig vertrouwen in het kabinet-Cals en was na de Nacht van Schmelzer bereid als vicepremier en Minister van Verkeer en Waterstaat toe te treden tot het interim-kabinet-Zijlstra, waar hij een aantal concrete verkeersmaatregelen bevorderde. Na het aantreden van het kabinet-De Jong schreef hij op verzoek van de premier diens toespraken ter gelegenheid van de geboorte de geboorte van Prins Willem-Alexander.

Bedrijfsleven en kerk

Na zijn definitieve vertrek uit Den Haag vervulde De Quay nog een aantal commissariaten totdat hij hier mee moest stoppen na het bereiken van de 72-jarige leeftijd. Daarna werd hij wederom achtervolgd door zijn Unieverleden, onder andere door Lou de Jong. Hij gaf hierover een aantal interviews aan Bibeb en Jaap van Meekren. Daarnaast maakte hij zich als vroom en diep gelovig katholiek grote zorgen over de ontwikkelingen in de kerk. Hij weigerde het voorzitterschap van het Pastoraal Concilie. Voor hem was de kerk geen democratie. Hij steunde de totstandkoming van het Katholiek Nieuwsblad. In 1985 overleed hij.

Betekenis

In de epiloog van dit goedgeschreven boek houdt de auteur zich bezig met de betekenis van De Quay in de twintigste-eeuwse geschiedenis van Nederland. Dan kun je niet om de Nederlandse Unie heen, maar hij speelt ook een belangrijke rol als emancipator in de jaren veertig en vijftig, die de katholieken uit hun isolement wilde halen. In zijn opvatting had nationale eenheid de voorkeur boven de verdeeldheid van de verzuiling.

Tijdens zijn kabinet gleed ons land de welvaart van de jaren zestig in en nam het definitief afscheid van het oude, koloniale Nederland. De Quay voldeed uitstekend aan de hoofdeis dat een goede premier niet alleen een goed voorzitter van de ministerraad moet zijn, maar vooral door zijn persoonlijkheid zijn ministers moet verbinden.

De Quay heeft in de eindfase van de kwestie Nieuw-Guinea in 1962 een belangrijke rol gespeeld.  Alleen al om zijn opstelling in deze zaak is hij volgens Meijer toe is aan meer waardering. Ik vind dat dun. Uit zijn eigen boek blijken veel meer positieve wapenfeiten van deze beminnelijke teamleider.

Een meer dan interessant boek voor wie geïnteresseerd is in de Nederlandse politieke geschiedenis na 1940.

Een iets ingekorte versie van deze recensie verscheen in Bestuursforum 39, nummer 2, februari 2015, pp. 22-23. Dit boek is tevens op woensdag 4 februari 2015 vermeld in het programma Puur Cultuur van MeerRadio.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Biografie, Geschiedenis, Politiek, Tweede Wereldoorlog. Bookmark de permalink.