Winnaar Gouden Boekenuil 2013

Oek de Jong – Pier en oceaan. ISBN 978-90-204-1285-7, 816 pagina’s, €29,95. Amsterdam | Antwerpen: Atlas Contact 2012 (inmiddels derde druk)

Een familiegeschiedenis en het verhaal van een volwassenwording.

‘Pier en oceaan’ roept een voorbije tijd op, het Nederland van de Tweede Wereldoorlog tot de jaren zeventig. Oek de Jong slaagt hierin door minutieuze beschrijvingen van de observaties van een sensitief kind, zonder in nostalgie te vervallen, zonder ooit overzicht te verliezen. Het is een verhaal dat de tijd neemt, een langzaam verhaal dat stilte ademt en soms de adem beneemt.” Aldus een gedeelte van het juryrapport uitgesproken op 6 mei toen de belangrijkste literaire prijs van Vlaanderen, de Gouden Boekenuil, werd uitgereikt aan Oek de Jong.

Deze roman van maar liefst 816 bladzijden (in twee banden) is het resultaat van acht jaar schrijfarbeid. Het is De Jongs vierde roman. Over dit boek zijn al vele lovende recensies geschreven en in het behoort sinds het verschijnen bij de bestsellers.

Pier en oceaan  is een autobiografische roman. Je kunt dit het duidelijkst vasstellen aan de vaderfiguur. Oek de Jong is de zoon van Klaas de Jong Ozn, leraar in Friesland, rector in Goes en later ARP/CDA-politicus in Den Haag. Zijn leven loopt parallel met dat van de vaderfiguur in de roman. In hetzelfde genre lijkt deze roman een beetje op de Anton Wachterreeks van Simon Vestdijk. Het boek lijkt ook op de thans populaire reeks van de schrijver Karl Ove Knausgard: Vader – Liefde – Zoon. Ook hier is sprake van zeer uitgebreide coming-of-age-roman: een roman die de ontwikkeling beschrijft van een puber naar de volwassenheid. Maar in Pier en oceaan is de inhoud veel breder. Deze roman bevat een grootse familiegeschiedenis, maar ook de geschiedenis van Nederland in de jaren vijftig en zestig.

Het is moeilijk een korte inhoud weer te geven van een verhaal van 816 bladzijden. Toch een poging. Hoewel het verhaal allemaal draait om de hoofdpersoon Abel Roorda vanaf zijn geboorte tot zijn negentiende jaar (1952-1971), gaat het eerste deel over zijn moeder Dina. Ze heeft een baan in een kindertehuis en krijgt een relatie met de directrice. Ze vlucht uit deze relatie en na een zeven durende verloving, neemt zij het initiatief tot sex met Lieuwe, wat direct een zwangerschap tot gevolg heeft. Een groot schandaal in het gereformeerde milieu. Ze moet de grootste vernedering van haar leven ondergaan: in het ouderlijk huis, knielend voor de dominee en enkele ouderlingen moet ze een schuldbekentenis uitspreken. Ze trouwen en vestigen zich in Friesland, waar Lieuwe leraar is.

Hun zoon Abel heeft daar een mooie jeugd. Het is zijn grootvader die hem leert zeilen, schaatsen en polstokspringen. Moeder Dina kan niet wennen in Friesland en Lieuwe besluit daarom een baan als rector in Zeeland te accepteren.

Ze vestigen zich in een groot huis in Goes. Het gezin groeit uit tot vijf kinderen. Abel leert zwemmen in het Goese Sas, een sluis bij de Oosterschelde. Hij gaat naar het gymnasium. De gymnasiale sfeer goed weergegeven als er wordt verteld over een les Grieks waar Homerus wordt vertaald. Het enthousiasme van de lerares en de ijver van Abel met enkele klasgenoten die elke middag gezamenlijk gaan vertalen, is opvallend.

Abel heeft een moeilijk karakter. Eigenlijk heeft hij met iedereen moeite, zelfs met zijn eerste vriendinnen. Hij wil best met hen vrijen, maar hij is bang om zich al te binden. Met zijn moeder kan hij nog het best opschieten, maar zij is heel kritisch over zijn gedrag tegenover zijn vriendinnen, het bekvechten met zijn vader en het feit dat hij zich afzet tegen het geloof.

De omgang met zijn vader is zeer moeizaam. Wel hebben ze een gemeenschappelijk liefde voor het water, maar voor de rest is er sprake van een voortdurende wederzijdse ergernis.

Abel heeft veel vrienden, maar door zijn arrogantie wekt hij soms irritatie op. Met zijn vriend Toni gaat hij een maand werken in een restaurant. Hij doet mee aan een zeiltocht over de Oosterschelde. De roman krijgt hier een veel hardere toon. Wil de schrijver hier laten zien dat Abel zich nu uit zijn milieu heeft bevrijdt? Tijdens deze zeiltocht wordt veel gedronken en Abel rookt zijn eerste joint. Met één van de meisjes waarmee hij de tocht maakt heeft hij een vrijpartij. Zij is heel anders dan zijn eerdere vriendinnen. Deze jonge vrouw heeft veel ervaring en ze is veeleisend. De romantiek is hier ver te zoeken.

Het huwelijk van Dina en Lieuwe is zeer moeizaam. Dina handelt zeer impulsief en tegenover Lieuwe is ze heel afstandelijk. Hij verlangt af en toe naar een spontane vrouw, die hem respecteert en bewondert. Dit gebeurt wel in het orkest waar hij speelt en bij de Rotary. Hij vindt Dina veel te tolerant in de opvoeding van hun kinderen, maar hij krijgt geen kans om dat te veranderen, daarom trekt hij zich steeds meer terug.

Met Dina is ondertussen veel aan de hand, maar het wordt mij toch niet helemaal duidelijk wat precies. Is ze van nature lesbisch en kan ze zich daarom niet volledig overgeven aan Lieuwe? Ze heeft veel huilbuien en is depressief, maar waar komt dat precies vandaan? Daarnaast is ze heel gelaten en niet opstandig. Abel adviseert haar om te scheiden, maar vanwege de kinderen is dit ondenkbaar. Een uitspraak van haar is: ‘je bent op de aarde om te dienen, een hogere opdracht is er niet’. Ze geniet als ze in haar eigen autootje rondtoert. Op die momenten voelt zij zich helemaal vrij.

Dit boek gaf mij een geweldige leeservaring. Ik raakte helemaal in de ban van het verhaal. Dit kwam zeker niet door een spannende plot, want die ontbreekt. Maar het is vooral de suggestieve stijl en de grote expressieve kracht waarmee het boek geschreven is die het zo boeiend maakt: je kunt je geheel inleven en je ziet alles duidelijk voor je.

Ik vind het wel jammer dat het hoofdstuk over de zeiltocht een stijlbreuk vormt ten opzichte van de rest van het boek.

Pier en oceaan is een groots boek dat wel eens tot de grote klassiekers in de Nederlandse literatuur kan gaan behoren.

Persoonlijke noot. Het grootste deel van het boek speelt zich af in Goes, maar De Jong gebruikt deze plaatsnaam geen enkele keer. Zelf ben ik daar geboren en ik kon dan ook zijn nauwkeurige beschrijvingen duidelijk traceren: het kanaal met Wilhelminadorp, het Goese Sas, Goes met het bussenplein, de singels, de haven, de Grote Kerk, de veerhavens, Vlissingen, Domburg. Het is voor mij allemaal heel vertrouwd.

Met De Jong deel ik de liefde voor de Schelde en de stranden met de pieren en hun strandpalen. Ik heb deze vele malen gefotografeerd. De schilder Piet Mondriaan werd ook geïnspireerd door de pieren en hij maakte een serie schilderijen met deze paalhoofden, genaamd Pier en oceaan. Het zijn abstracte schilderijen met fragiele, verticale en horizontale lijntjes. Digna, die deze schilderijen zag in een Amsterdams museum, stuurde Abel een kaart met een afbeelding van zo’n schilderij. De Jong ontleende er de titel van deze roman aan.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis, Literaire roman. Bookmark de permalink.